Spanje wil ruimte voor euthanasie
Spanje koerst aan op legalisering van euthanasie. Donderdag begint het kamerdebat over de kwestie. Als er zich geen grote verrassingen voordoen, zijn de kaarten geschud en komt de wet erdoor.
Na een maatschappelijk debat dat twintig jaar geleden werd aangezwengeld door de verlamde activist Ramon Sampedro staat het parlement in Madrid op het punt een wetsontwerp van de regerende sociaaldemocraten (PSOE) aan te nemen. De wet reguleert euthanasie en hulp bij zelfdoding in het Zuid-Europese land.
Premier Pedro Sanchez kan rekenen op de steun van dezelfde partijen die hem enkele maanden geleden aan de macht hielpen door een motie van wantrouwen te steunen tegen zijn conservatieve voorganger Mariano Rajoy. Aan de stemmen van de linkse partij Podemos en de Catalaanse en Baskische kamerfracties heeft Sanchez net voldoende om samen met zijn eigen PSOE de wet door het parlement te loodsen.
Tot nu toe zijn euthanasie en hulp bij zelfdoding strafbaar in Spanje. Artikel 143 van het wetboek van strafrecht beschouwt dit als een vorm van doodslag en legt gevangenisstraffen tot tien jaar op. De nieuwe wet noemt euthanasie een individueel recht voor mensen met „een ernstige en ongeneeslijke ziekte en een beperkte levensverwachting.”
Ook wie „een ernstige, chronische en onomkeerbare handicap” heeft die „ondraaglijk lijden” veroorzaakt, kan een beroep doen op euthanasie of hulp bij zelfdoding. Volgens deze bepaling hoeft de patiënt dus niet terminaal te zijn. Dit was ook het geval bij de volledige verlamde Sampedro, die in 1998 zelfmoord pleegde omdat hij zijn toestand van totale afhankelijkheid niet kon verdragen.
Sampedro liet zijn laatste momenten vastleggen op video, wat aanleiding gaf tot een heftig publiek debat tussen voor- en tegenstanders van euthanasie. Een speelfilm over de strijd van Sampedro (”Mar adentro”) won in 2005 de Oscar voor de beste niet-Engelstalige film. Daarmee trok zijn geval ook internationale aandacht.
Volgens het wetsontwerp kan de medische bijstand bij euthanasie zowel door het publieke gezondheidsstelsel als door de particuliere zorg verleend worden. Artsen en verplegers die er niet aan willen meewerken kunnen zich laten opnemen in een register van gewetensbezwaarden.
Alleen de conservatieve Volkspartij (PP) van de pas aangetreden leider Pablo Casado keert zich ronduit tegen de plannen. „Dit probleem bestaat niet in Spanje”, meent Casado. Zijn partij, die nauwe banden heeft met de Rooms-Katholieke Kerk, noemt het een „sociale mislukking” dat mensen uit vrije wil kunnen kiezen om te sterven. De conservatieven vinden dat goedkeuring van de betrokkenen geen rechtvaardiging kan zijn voor euthanasie, „net zo min als dit het geval is bij orgaanhandel of de aanvaarding van eigen slavernij.”
Of de rechts-liberalen van Ciudadanos (Burgers) de euthanasiewet zullen steunen, is nog onduidelijk. De partij heeft een eigen wetsvoorstel ingediend dat de palliatieve zorg wil reguleren, oftewel de behandeling die ernstig lijden verzacht. Deze wet moet eerst aangenomen worden voordat er over euthanasie gepraat kan worden, vindt Ciudadanos.
Volgens peilingen is een meerderheid van de Spanjaarden voor regulering van euthanasie. Bijna zes van de tien steunen legalisering. Slechts één op de tien is uitgesproken tegenstander. Als het gaat om hulp bij zelfdoding zijn de verschillen kleiner: 39 procent is voor, 19 procent tegen en 14 procent is voorstander met enige twijfel. Als de wet wordt aangenomen, zouden volgens de Vereniging Recht op een Waardige Dood naar schatting 4000 mensen per jaar in Spanje een beroep doen op euthanasie of hulp bij zelfdoding.