Faillissement ziekenhuizen dwingt tot andere manier van denken over de zorg
Voor de IJsselmeerziekenhuizen in Dronten, Emmeloord en Lelystad dreigt een faillissement. Het Medisch Centrum Slotervaart in Amsterdam wankelt. Daar werd de afdeling spoedeisende hulp dinsdag per direct gesloten nadat er uitstel van betaling was aangevraagd.
Dat deze ziekenhuizen in financiële problemen verkeren was al langer bekend. In het verleden zijn daarom extra leningen en financiële injecties gegeven. Maar inmiddels is wel duidelijk dat dit nauwelijks baat heeft gehad. Zelfs het begin van de weg naar herstel is nog niet gevonden. In plaats van dat er enig zicht is op winst, worden de tekorten alleen maar groter.
Nu sluiting van de ziekenhuizen dreigt, worden de zorgverzekeraars verwijten gemaakt. Die zouden niet (meer) bereid zijn financieel bij te springen. Hun verweer is dat ze er zijn om de behandeling van patiënten te financieren en niet om ziekenhuizen overeind te houden. Die redenering is valide. Bovendien hebben verzekeringsmaatschappijen in de achterliggende tijd al in de buidel getast om de noodlijdende zorginstellingen te helpen. Het zou ook terechte vragen oproepen als ze er opnieuw geld in zouden steken.
Belangrijke oorzaak voor de financiële tekorten zijn de hoge personeelskosten, die alles te maken hebben met de krapte op de arbeidsmarkt. Om gekwalificeerd personeel binnen te halen moeten er vaak hogere salarissen worden betaald dan de concurrenten doen. Dan komt de bodem van de kas snel in zicht.
Het is zeker waar dat gebrek aan goed personeel op dit moment een probleem is. Toch is het maar de vraag of daarmee de diepste oorzaak van het debacle is aangewezen.
In de achterliggende jaren heeft het principe van marktwerking een belangrijk stempel op de zorgsector gezet. Ongetwijfeld heeft dat bijgedragen aan grotere efficiency en dientengevolge aan kostenbesparing. Maar zijn die vernieuwingen per saldo wel zo gunstig voor de ziekenzorg?
Mag het bij de zorg primair gaan om winst? Natuurlijk is het van belang dat een instelling financieel gezond is. Maar wat als dat niet zo is? Mag de behandeling van een zieke dan bepaald worden door winst- en verliescijfers? Of gaat het om meer?
Een halve eeuw geleden kende onze land tal van ziekenhuizen die gesticht waren door particulier initiatief. Bekend voorbeeld waren de diaconessenhuizen. Daar ging het niet om winst maar om toewijding, dienstbetoon en zorg. De grondgedachte van waaruit de oprichters, de latere bestuurders, artsen en verplegers werkten was: de naaste in nood helpen. En wanneer de cijfers aan het einde van het jaar tegenvielen? Dan sprong men bij met een donatie uit de reserves of met particuliere giften. Niet winst maar gemeenschappelijk gedragen zorg was het uitgangspunt. Misschien zijn er uit het verleden toch nog lessen te trekken die kunnen leiden tot een omslag in het denken.