Populisme in de kerk
Populisme komt in de kerk niet voor. Ik heb er Van Dale op nageslagen en die rept er niet over. Volgens dit woordenboek kent populisme drie betekenissen: 1. richting in de Franse literatuur; 2. politieke stroming; 3. populaire, oppervlakkige, (enigszins) demagogische betoogtrant. Zeg nou zelf, zo literair gaat het er in de kerk niet aan toe. En je kunt de kerk wel ambtelijk noemen, met alle traagheid van dien, maar niet politiek. Wie zou, ten slotte, welke predikant dan ook willen beschuldigen van populair doen of demagogie? Populisme in de kerk bestaat niet. Basta!
Populisme hoort thuis in Den Haag. Bij Wilders en zijn club. Niet bij andere partijen. Die zijn bezig met het landsbelang. Je wilt niet weten hoeveel uren per week. Je moet niet onderschatten wat dat betekent, trouwens. Steeds maar stukken lezen, debatten voeren, beraadslagingen houden, weliswaar niet ”pro Deo” –zonder vergoeding– maar wel ”pro patria” en ”pro populus”. Voor het land en voor het volk. Geheel belangeloos dus. Nou ja, geheel. Tegen de tijd dat er verkiezingen zijn, wordt het spannend. Dan telt iedere stem mee voor het landsbelang. Je kunt het een politicus niet kwalijk nemen dat hij dan zegt ”wat het volk wil horen”. Die betekenis van populisme kwam ik ook ergens tegen.
Populisme hoort in Den Haag thuis. Maar het blijft er niet toe beperkt. De PVV heeft twintig zetels in de Tweede Kamer. Die moeten ergens vandaan komen. Waarschijnlijk uit de krochten van de samenleving. Waar ‘het volk’ in permanente onvrede verkeert over zijn leefomstandigheden en de verantwoordelijkheid daarvoor neerlegt bij de machthebbers. Niet uit Urk of andere plaatsen in de Biblebelt. Een christen weet immers, met zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, dat alle dingen ons niet door machthebbers in de maag gesplitst worden maar ons van Gods Vaderlijke hand toekomen. Nee, in de kerk is geen enkele reden om populist te zijn, noch om populisten te volgen. We hebben er wel wat anders te doen. Jezus nawandelen. Zijn beeld gelijkvormig worden. Hij was allesbehalve een populist. Druk met de dingen van Zijn Vader, in plaats van naar de pijpen van populus te dansen.
Overigens zocht Hij wel het belang van het volk. Want Hij sprak over Gods liefde voor de wereld. En Hij gaf Zijn leven voor zondaren. Allesbehalve een populist. Daardoor ook niet populair. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, uitgespuugd door mensen en –aan het kruis– van God verlaten. Stel dat Hij populist geweest was en de stem van het volk vertolkt had. Met Zijn autoriteit had Hij iedereen achter Zich aan gekregen. Het resultaat? Een voorlopige victorie en een eeuwige ondergang. Zijn geschiedenis leert dat het volk zijn echte belangen niet kent. Het heeft leiding nodig van een door God gegeven regering.
Terug naar het onderwerp. Predikanten zijn geen populisten. Ze kunnen wel populair zijn. Daar is niks op tegen. Toch? Populair zijn wil zeggen dat je het goed doet. Dat je bij veel mensen geliefd bent. Je boodschap komt over, de kerk zit elke zondag stampvol. Gelukkig zijn predikanten niet in dienst van hun kerkenraad, maar van hun Zender. Dat helpt ze om te vechten tegen het verlangen naar populariteit. Als je niet oppast, zou je er zomaar aan toegeven om je boodschap aan te passen om van de mensen gezien te worden. Dat kan op verschillende manieren. Door de Bijbelse boodschap eenzijdig te verkondigen. De scherpe kantjes eraf te halen. Met een vriendelijk Evangelie de mensen in slaap te sussen. Maar het kan ook door jezelf juist heel orthodox voor te doen. Je te vereenzelvigen met een groep die van een donderpreek houdt. Voor wie je de weg naar de hemelpoort niet smal genoeg kunt afschilderen. Die je algauw te ruim vindt als je een rijke Christus voor een arme zondaar verkondigt. Waardoor je mensen bevestigt in hun ongeloof. Een predikant is een populist als hij de boodschap aanpast aan wat het volk wil horen. God beware onze predikanten voor zulke uitglijders.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl