Vals spelend China is geen prettige handelspartner
De Chinese handelsdelegatie heeft ons land weer verlaten, met lucratieve contracten en afspraken voor economische samenwerking op zak. Kiest Nederland hiermee wel de juiste weg?
Het was een mooi plaatje. Premier Rutte in gesprek met de Chinese premier Li Keqiang, terwijl minister Kaag van Buitenlandse Handel de stukken tekent. Een Twents bedrijf gaat een accucelfabriek bouwen in China en het Chinese Alibaba vestigt mogelijk een distributiecentrum in ons land. Ook op andere manieren halen China en Nederland de economische banden aan.
De Nederlandse handelsgeest heeft in het verleden veel goeds gebracht en dat kan ook gezegd worden van onze innovatiekracht. Het is goed dat ons land tegengas geeft aan de handelspolitiek van de Amerikaanse president Trump. Maar hoezeer hij daarmee de plank ook misslaat, op één punt heeft hij gelijk: China speelt nogal eens vals spel.
Daarbij gaat het niet alleen om het schenden van patenten of om digitale bedrijfsspionage, waarover steeds vaker berichten opduiken. Kennis en technologie lekken ook weg doordat buitenlandse bedrijven die in China willen investeren dit samen met een Chinese partner moeten doen. Daarnaast is er sprake van oneerlijke concurrentie doordat Chinese ondernemingen in het buitenland vrijwel altijd gesubsidieerde staatsbedrijven zijn. Daarbij wordt niet gekeken of de investeringen rendabel zijn en gunstig voor het land waar deze gedaan worden, maar of deze de belangen van China dienen. Veel van de landen waar China actief is, raken in problemen door een pijlsnel stijgende schuldenlast.
Een in het oog springend voorbeeld van dergelijke problemen is de aanleg van een diepzeehaven in Sri Lanka, één van de landen in Azië en Afrika waar China fors investeert. De door de Chinezen op een economisch slechte locatie aangelegde haven bleek niet rendabel, waardoor Sri Lanka problemen kreeg met het voldoen aan de schuldverplichtingen aan China. Vervolgens ging de zeggenschap van de haven over in Chinese handen. De vrees is dat China er een militaire basis vestigt.
Een grote Chinese investering in de haven van Piraeus was wel rendabel, waar het in financiële problemen verkerende Griekenland natuurlijk erg blij mee was. Maar hoe China hiermee politieke invloed heeft verworven, kwam naar voren toen Griekenland vorig jaar een veroordeling van de mensenrechtensituatie in China door de EU blokkeerde.
Ondertussen investeert China ook steeds meer in landen in Midden-Amerika, zonder dat deze interessant zijn vanwege hun grondstoffen of als afzetmarkt voor Chinese exportproducten. El Salvador volgde enkele weken terug Panama en de Dominicaanse Republiek in het verbreken van de diplomatieke betrekkingen met Taiwan, dat door China wordt gezien als een opstandige provincie.
De wereld is niet blind voor de weinig constructieve rol van China in de wereldeconomie. Hoopgevend is dat er in augustus een belangrijke conferentie plaatsvond waar handelsvertegenwoordigers van de VS, de EU en Japan eensgezind de oneerlijke handelspraktijken van China veroordeelden. EU-commissaris Malmström noemde China „een grote zondaar.” Hopelijk hebben de Nederlandse bewindslieden dit ook meegekregen.
De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.