Maatregelen om roken te ontmoedigen zijn geen betutteling
Staatssecretaris Blokhuis bindt de strijd aan met roken. De prijs van sigaretten moet omhoog, de pakjes worden merkloos, de rookplekken in de horeca staan ter discussie en mogelijk komt er ook een rookverbod rond plaatsen waar zich veel kinderen en jongeren bevinden: speeltuinen, sportvelden en scholen. „De jongeren die nu geboren worden, moeten niet meer weten wat een sigaret is.”
Hoe ver de plannen precies strekken, moet nog blijken uit het preventieakkoord dat de staatssecretaris binnen enkele weken wil presenteren. Het is al wel duidelijk dat hij nog wat weerstand moet overwinnen voor zijn plannen werkelijkheid worden. Dat verzet komt niet alleen vanuit de tabaksindustrie, maar ook van politici die vinden dat de overheid niet te bevoogdend moet zijn. Het is toch je eigen keuze om te roken? Dat je daar gezondheidsrisico’s door loopt is langzaamaan breed bekend, maar als volwassene maak je toch zelf een afweging? Als je maar zorgt dat de ander er geen last van heeft.
In elk geval één politicus heeft samen met de betreffende industrie de schouders gezet onder een campagne om deze „betutteling” tegen te gaan. Dat gebeurt onder andere via de website Nee-derland.nl, een initiatief van Jan Roos. Roos was ooit verbonden aan Powned en GeenStijl en daarna kortstondig politicus voor VoorNederland, een partij die geen Kamerzetel wist te bemachtigen. Met forse financiële steun van de brancheorganisatie voor de tabaksindustrie, VSK, gaat Roos te keer op zijn site: „Tegenwoordig mag je niks meer, behalve braaf doen wat de kudde doet.” Hij foetert tegen het verbod om vuurwerk af te steken, topless te zonnen, te krijten op de stoep, te barbecueën in het park of te roken op het terras. „Misschien is Blokhuis zelf zulke preken vanaf het kansel gewend, maar ik heb daar als liberale en vrije burger helemaal geen boodschap aan”, zei Roos in de Volkskrant.
Daarmee komt de aap uit de mouw. Deze tegenstanders van betutteling zijn de voorvechters van de vrijheid die er niet tegenop zien een minderheid voor het hoofd te stoten. Zij doorzien echter niet dat elke vrijheid zijn beperking met zich meebrengt. Dat heeft de praktijk geleerd. De vrijheid om homohuwelijken te sluiten, legt het geweten aan banden van bezwaarde ambtenaren. De vrijheid om abortussen te plegen, verhindert een gesubsidieerde instelling om ongewenst zwangere vrouwen zo’n abortus af te raden.
De overheid moet zich hoeden voor zo’n alles-moet-mogen-mentaliteit, maar evenmin vervallen in het andere uiterste, waarin de staat bepaalt wat de individuele burger wel of niet mag consumeren. De antirookmaatregelen van Blokhuis vormen daarbij het goede midden. Aan de ene kant stak hij de ‘stoppers’ deze week een hart onder de riem in het Stoptoberhuis, tegelijkertijd helpt hij ze om van hun verslaving af te komen door de schadelijke, ongezonde gewoonte om te roken op allerlei manieren sterk te ontmoedigen.