Kerk & religie

Peter van Dam: Mijn boek is geen aanval op calvinisten

„Mijn boek heeft een gevoelige snaar geraakt”, constateert dr. Peter van Dam na het lezen van een column van Jan van Klinken in het Reformatorisch Dagblad. Daarin werd de inhoud van zijn boek kritisch benaderd. „Daar verbaas ik me over, omdat het zeker niet bedoeld is als aanval. Ik claim niet dat Nederland geen calvinistisch land is of moet zijn. Ik houd dat beeld kritisch tegen het licht om te laten zien hoe religieuze verhoudingen in Nederland zijn veranderd.”

René Heij
19 October 2018 15:04Gewijzigd op 16 November 2020 14:24
De Amsterdamse historicus dr. Peter van Dam. beeld Eran Oppenheimer
De Amsterdamse historicus dr. Peter van Dam. beeld Eran Oppenheimer

De Amsterdamse historicus gaf zijn jongste boek de titel ”Een calvinistisch land?” Het vraagteken aan het einde wordt door menig lezer opgevat als een aanval, zo blijkt uit de eerste reacties die bij Van Dam (37) binnenkwamen.

„Het boek is bedoeld om het gesprek over religie op gang te brengen”, zegt de universitair docent globalisering, religie en transnationale civil society aan de Universiteit van Amsterdam. „Niet als een aanval op calvinisten.”

Er zijn twee dominante groepen in het debat over religie, stelt Van Dam. „Aan de ene kant de mensen die vinden dat religie er niet meer toe doet en aan de andere kant een groep gelovigen die met een soort bunkermentaliteit vasthoudt aan hun invulling van het geloof en overal secularisering zien.”

„Stel nu dat ik had gesproken over een katholiek land”, vervolgt Van Dam. „Dan had niemand gedacht dat dit boek over Nederland gaat. Bij een calvinistisch land is die associatie er direct wel. Dan luidt de vervolgvraag: op welke manier is Nederland een calvinistisch land? En wat bedoelen mensen daarmee? Tegenwoordig duidt maar een klein deel van de bevolking het begrip theologisch. Het wordt vaker cultureel geduid, waarbij mensen verwijzen naar een burgerlijke cultuur van soberheid en matigheid. Al betwijfel ik of een overtuigd calvinist daar blij mee moet zijn.”

Trots

Of Nederlanders trots zijn op een calvinistische cultuur? „Dat is een interessante vraag”, vindt Van Dam, die even de tijd neemt om na te denken over zijn antwoord. „Een beetje wel. Dat zijn dan de mensen die calvinistisme gelijkstellen aan een soort vrijgevochtenheid, dwarsigheid of eigenwijsheid. Maar ook aan zelfdiscipline. Al is het wel een ambivalent begrip. Want er wordt ook mee aangeduid dat we niet echt feest kunnen vieren of van het leven genieten. Dat is een soort zelfhaat. Enerzijds zijn we trots op wat we met onze calvinistische houding hebben bereikt, terwijl we anderzijds afgeven op het matige en saaie leven dat we leiden.”

Het beeld van een calvinistisch land aan de Noordzee wordt in binnen- en buitenland nog breed gekoesterd, aldus de historicus uit Amsterdam. „De protestanten in Nederland hebben steeds geclaimd dat zij de toon aangeven. Traditioneel denken we dat het protestantisme Nederland heeft gevormd. We vragen ons alleen maar af hoe het komt dat Nederland calvinistisch is. Er wordt niet eens aan gedacht dat het anders zou kunnen zijn. En alles wat daarop zou kunnen wijzen, wordt genegeerd.”

Dat patroon past bij het denken over nationale geschiedenis, aldus Van Dam. „Het is een soort zelfselecterend mechanisme, waarbij vertekening op de loer ligt.”

Religiegeschiedenis

Van Dam spreekt niet over Nederlandse religiegeschiedenis, maar over religiegeschiedenis in Nederland. Al dekt die definitie niet altijd de lading. „Vaak is het mooier om naar de lokale omstandigheden te kijken. Anderzijds kan Nederland ook een te klein perspectief bieden, vanwege de grensoverschrijdende verbanden met bijvoorbeeld Duitsland.”

Het is volgens de Amsterdamse universitair docent verder cruciaal om te zien dat protestanten geen eenheid vormen in Nederland. „Dat verklaart grotendeels de dynamiek die onder protestanten zichtbaar is. Bijvoorbeeld de felheid in het optreden van Abraham Kuyper, die minister-president was van 1901 tot 1905. Ik denk dat die onderlinge verdeeldheid van de protestanten belangrijker was voor de dadendrang van orthodoxe protestanten dan hun afkeer van rooms-katholieken.”

Die situatie is niet uniek voor Nederland, stelt Van Dam. „In feite is iedere situatie op ieder moment uniek, maar Nederland deelt meer met andere landen dan we vaak denken. Zo is het interessant om te zien hoe zich in de negentiende en twintigste eeuw nieuwe religieuze gemeenschappen konden ontplooien. De overheid kwam op afstand te staan van de kerken en dwong hen niet meer om een eenheid te vormen.”

Politieke context

In het denken over Nederland als calvinistisch land speelt de politieke context een rol. „In het algemeen werd in Nederland ruimte geboden aan religieuze verscheidenheid. Maar dat verschilde per plaats. Zo konden Joden zich lange tijd niet vestigen in Utrecht en wel in Amsterdam, met de beperking dat ze alleen voor zichzelf burgerrechten konden verwerven, maar die niet konden vererven.”

Ook heden ten dage zijn die verschillen nog aanwezig. „Islamitische groepen kunnen op sommige plekken nauwelijks gedijen, terwijl dat in bepaalde stadswijken helemaal geen probleem is. Maar ik denk ook dat het geen pretje is geweest om in sommige homogeen rooms-katholieke regio’s als protestant te vertoeven.”

Bij de wisselwerking tussen verschillende religieuze bevolkingsgroepen in de samenleving spelen niet louter theologische aspecten een rol, aldus Van Dam. „De kerk is meer dan alleen haar theologische opvattingen. Er spelen ook allerlei alledaagse zaken, zoals familiebanden, sociale relaties, vriendschappen, financiën en politieke meningsverschillen. Maar mensen verschansen zich snel achter theologische verschillen, omdat ze het makkelijker vinden om daarover te praten.”

Verschuiving

In de afgelopen jaren neemt Van Dam overigens wel een verschuiving waar. Zo heeft Nederland nu een protestantse koning met een rooms-katholieke echtgenote. „Dat duid ik niet als vorm van secularisatie”, haast de historicus zich erbij te zeggen. „Het is nog altijd een kerkelijk huwelijk. Maar dat dit geaccepteerd wordt, zegt wel iets over de veranderde opvatting over de plaats van religie in de samenleving.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de maatschappelijke splitsing op basis van religie nog geaccepteerd. Vandaag niet meer. Men vindt een kerkelijk huwelijk prima, zolang de kerk niet meer zegt dat een huwelijk tussen een protestant en een rooms-katholiek taboe is.”

Overigens wijst Van Dam erop dat nog altijd een substantieel deel van de Nederlandse bevolking aangeeft in een hogere macht te geloven. „De groep die zegt dat deze tijd écht seculier is en vindt dat religie een achterhaald fenomeen is, vormt een minderheid. Dat vergeten mensen weleens.”

Met Mark Rutte en zijn voorganger Jan-Peter Balkenende heeft Nederland nu al sinds 2002 een minister-president die lid is van de Protestantse Kerk in Nederland. „Dat is niet puur toevallig, maar wordt wel toevalliger dan in het verleden”, denkt Van Dam. „Maar ook in de politiek zie je wel dat het voor een protestant makkelijker is om onderdeel te zijn van de dominante cultuur. Neem de acceptatie van de ChristenUnie als regeringspartner en de manier waarop de SGP politiek kan bedrijven. Dat gaat heel anders dan met groepen orthodoxe moslims.”

Joods-christelijke traditie

Het is datzelfde politieke speelveld waarin de laatste jaren veelvuldig gesproken is over de joods-christelijke traditie waarin Nederland zou staan. „Bepaalde politici bedoelen daarmee: we zijn níét islamitisch. Maar veel mensen die zich onder de noemer christelijk scharen, hebben bij wijze van spreken geen kerk vanbinnen gezien – of ze nu iets geloven of niet. Je moet daar als kerken wel iets mee. Voordat je het weet, word je als christen in een bepaalde hoek gezet. Er zullen ook christenen zijn die zich herkennen in de manier waarop bepaalde islamitische groepen behandeld worden. Met name christenen uit orthodox-gereformeerde hoek kunnen een zekere vorm van discriminatie ervaren wanneer ze in hun doen en laten afwijken van de norm.”

Toekomst

Het is lastig te zeggen dat uit de geschiedenis kan worden geleerd hoe religieuze gemeenschappen zich in de toekomst zullen ontwikkelen. „Je ziet een pendelbeweging tussen zware en lichte gemeenschappen. Zwaar en licht betekenen in dit verband: hecht en minder hecht. Je zou verwachten dat die beweging doorgaat. Maar iedere periode is ook anders. Een zware gemeenschap zag er in de zeventiende eeuw heel anders uit dan in 1900. En om te bepalen wat religie nu is, kun je niet de maatstaven uit de jaren dertig van de vorige eeuw gebruiken.”

In de huidige tijd zijn hechte gemeenschappen niet de norm. „Maar je kunt er desondanks wel voor kiezen om een zware gemeenschap te vormen. Enerzijds is het onterecht dat door andere groepen in de samenleving de conclusie wordt getrokken dat religie er niet meer toe doet, omdat de hechte gemeenschappen steeds kleiner worden. Dat is maar één manier waarop mensen hun religieuze overtuiging vorm kunnen geven.

Zware gemeenschappen kunnen daarentegen teveel in zichzelf keren. Door het gesprek open te breken, kun je reflecteren op wie je als christen in de samenleving wilt zijn. Daar is alle ruimte voor. Juist doordat mensen verschillende keuzes maken, wordt de samenleving steeds opnieuw gevormd. Hoe mensen besluiten hun religieuze overtuiging samen in de praktijk te brengen, bepaalt hoe de toekomst van religie eruit zal zien.”

Peter van Dam

Dr. P. H. (Peter) van Dam is geboren op 10 augustus 1981 in Den Helder, waar hij opgroeide in een gezin dat lid was van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Van 2000 tot 2006 studeerde hij geschiedenis in Amsterdam en de Duitse stad Münster. Van 2006 tot 2009 was hij als promovendus aan de “Westfälische Wilhelms-Universität” in Münster betrokken bij een onderzoeksproject over ontwikkelingen in de ”civil society”, ofwel het maatschappelijk middenveld, in de periode vanaf de negentiende eeuw.

In 2009 werd Van Dam docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Sinds 2013 is hij aan de UvA universitair docent globalisering, religie en transnationale civil society. Hij publiceerde onder meer ”Staat van verzuiling. Over een Nederlandse mythe.”(2011). Dit jaar verschijnt, naast ”Een calvinistisch land? Religie in Nederland.” ”Wereldverbeteraars. Een geschiedenis van fair trade”.

Van Dam is gehuwd, vader van twee kinderen en lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer