Kom uit je comfortabele bubbel
In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze week sprak Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP).
Hebt u anderhalve week geleden ook in het Algemeen Dagblad dat prachtige interview met hoogleraar Beatrice de Graaf gelezen? Ze vertelt daarin heel bevlogen over haar onderzoek. Zoals zij dat alleen kan. Daarmee heeft ze de afgelopen jaren veel waardering en bewondering geoogst.
Het gaat over haar fascinatie voor Goed en Kwaad. En over haar geloof. „Ook al sterven er mensen en ook al zijn er nog altijd oorlogen, het zal ophouden. Echt. Het stopt. En dat geloof - het is echt gelóóf - is de kern van het christendom; dat de machten van het Kwaad door Christus aan het kruis zijn overwonnen.”
Naast alle waarderende reacties en het doorgaans grote respect voor haar kwam er juist op deze geloofsuitspraak de nodige kritiek, weliswaar via Twitter, maar toch. Van mensen die niet geloven of niet meer geloven. Van onbegrip via het vrij onschuldige ”een steekje los” tot vileine veroordelingen van haar als naïeve christen. Toen ik mijn toespraak voorbereidde, moest ik hieraan terugdenken. Je mag in deze tijd veel geloven. Mooi als je je geïnspireerd weet door Jezus. Maar Zijn kruis en de verstrekkende betekenis daarvan. Poe. Dat gaat veel mensen best ver, te ver.
Maar daarmee zijn we nog niet een ”verdrukte vreemdeling”, zoals het thema van vandaag luidt. Ik voel dan ook enige schroom bij dit onderwerp. Bij een ”verdrukte vreemdeling” denken u en ik eerder aan Asia Bibi, die in Pakistan ter dood werd veroordeeld, uiteindelijk om een slok water, die zij op een snikhete dag dronk uit dezelfde kom als enige moslimvrouwen, terwijl ze aan het werk waren op een akker, waarna discussie ontstond. Zo veel haat, zo veel onrecht. Of aan Nadeem, ook al uit Pakistan, in een asielzoekerscentrum, die samen met zijn zusjes als christenen werden geïntimideerd door islamitische medeasielzoekers, die daar de meerderheid vormden. Ja, als we hun situatie ons laten raken, dan is de gedachte aan de vuurproef waar de apostel Petrus in 1 Petrus 4:4-5 en 12-19 over schrijft niet ver weg.
Dan leven wij toch erg comfortabel. We hebben het goed. We mogen naar de kerk. We kunnen zelfs onze stem laten horen in de politiek. We krijgen kansen, we kunnen resultaten boeken en ze worden ons ook nog gegund. Zelden wordt het vervelend of naar. Heel soms reageert een enkele collega als door een adder gebeten. Bijvoorbeeld als onze fractie de vinger legt bij de schade van scheiden. Dan word je gelijk verdacht van moralistisch gedoe over het huwelijk, trouw zijn en bij elkaar blijven. Nu de ChristenUnie in het kabinet zit, merkt deze partij dat zeker. In één keer is de financiële steun van het kabinet aan Siriz voor sommige partijen een probleem. Want ja, onbedoeld zwangere vrouwen helpen en vinden dat het ongeboren leven recht heeft om zich te ontwikkelen en geboren te worden, dat mag natuurlijk niet samengaan. Als een kleine christelijke partij zo’n stempel op het beleid kan drukken, dan laten vertegenwoordigers van de seculiere meerderheid zich horen. Fors en fel. Maar om dat nou met Petrus een „vuurproef” te noemen, dat gaat wat ver.
Wij leven hier immers in een heerlijk land, in een democratische rechtsstaat, waar we een stil en gerust leven kunnen leiden en God mogen dienen. In een land dat daarvoor de ruimte geeft, in contrast met zoveel andere landen. Als ik daarover nadenk, kan ik alleen maar dankbaar zijn.
Tegelijk is het risico natuurlijk levensgroot dat we ons laten meevoeren door de hoofdstroom van de cultuur. Dat we ons helemaal thuis voelen in ‘Babel’. Waarbij God in een multireligieuze omgeving niet meer dan één van de vele opties is. Terwijl we ook het lef moeten hebben om tegen de stroom in te zwemmen.
Dat is niet eenvoudig in deze tijd, waarin onze levens steeds meer gestuurd worden door de algoritmes van sociale media als Facebook, Twitter en Instagram. Mij trof wat de niet-gelovige Bas Heijne begin dit jaar schreef naar aanleiding van de woorden van Jezus in de bergrede (Matth. 5:46-47): „En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan?” Hij schrijft: „Er is niets comfortabels aan deze woorden. Ze klinken als een smalende aanklacht tegen de mens die het zichzelf in alle opzichten gemakkelijk wil maken, die zich koestert in zijn gevoelde verwantschap met gelijkgestemden, en in permanent gedeelde verontwaardiging over de ander. Jezus richt zich tegen mensen die geriefelijk in hun bubbel zitten, tot dezelfde sociale laag behoren, mensen die dezelfde mening hebben als wij, mensen die het bij voorbaat met elkaar eens zijn, mensen die elkaar aan één stuk door bevestigen in wat ze toch al vinden.” (NRC, 6 april 2018)
Heijne vertaalt de aloude radicale oproep om onze vijanden lief te hebben naar onze tijd dus met de oproep: Kom uit je bubbel, waarin je continu bevestigd wordt in je eigen mening, over je eigen groep en over die ander. Die oproep klinkt al in Jeremia 29. In dat hoofdstuk roept Jeremia de ballingen in Babel op hun koffers uit te pakken, huizen te bouwen, tuinen aan te leggen, te trouwen, kinderen te krijgen en zich in te zetten voor de bloei, voor de vrede van die heidense stad. Terwijl de ballingen het oog vol heimwee op Jeruzalem gericht hebben, moeten ze integreren in Babel. Dat door hen gevreesde en misschien wel gehate Babel moet een stad vol shalom worden.
Natuurlijk is dat spannend, bijvoorbeeld als je kinderen in de klas nog de enigen zijn die naar de kerk gaan. Als je zelf op de werkvloer of in de gemeenteraad de enige bent die nog iets heeft met Jezus en Zijn kruis. Veel christenen vinden het niet voor niets prettig zich terug te trekken in plaatsen als Barneveld en Benthuizen, Oldebroek of Ouddorp, om mijn mooie geboortedorp maar te noemen. Juist tegen deze bewoners van de Biblebelt zou ik willen zeggen: Kom uit je bubbel. Kom naar Den Haag, of voor mijn part naar Amsterdam of Rotterdam.
Natuurlijk, ik weet hoe ingewikkeld de woningmarkt op dit moment is. Betaalbare huizen voor gezinnen zijn nauwelijks meer te krijgen. Starters worden meer en meer uit de stad weggedrukt door beleggers en expats. Per saldo krimpt het autochtone deel van Den Haag met 1250 mensen per jaar (vooral gezinnen uit de middenklasse trekken weg) en groeit het deel met een migratieachtergrond, en vaak ook een religieus andere achtergrond, met 7250 per jaar. Juist hier, waar christenen een kleine minderheid zijn geworden, is het belangrijk als christelijke jufs en meesters, verpleegkundigen en ambtenaren, ondernemers en werknemers, zich vestigen. In deze smeltkroes van culturen. In deze stad, die tegelijk seculier en multireligieus is. Waar, om met Paulus te spreken, het kruis dwaasheid is, zeker vergeleken met de wijsheid die velen hebben of menen in pacht te hebben (1 Kor. 1:16). Maar waar je ook in alle ontspannenheid iets van het christelijke leven kunt laten zien en zo de vrede voor je buurt, wijk en stad kunt zoeken (Jer. 29).
Onze grote steden verschillen wat dat betreft niet veel van het Athene van Paulus’ dagen. Verontwaardigd over de vele afgodsbeelden, over alle machten die mensen overheersen, loopt Paulus door die stad. Tegelijk legt hij verbinding met de Epicureeërs en Stoïcijnen en haakt hij aan bij het altaar aan de onbekende god. Zo grijpt hij met beide handen de kans aan om op de Areopagus over die God te spreken. Zijn gehoor luistert geboeid, totdat Paulus over de opstanding gaat spreken. Dat is voor de meesten het sein om het verhaal van Paulus, van Christus niet meer serieus te nemen (Wim Dekker schreef er onlangs een mooi boek over).
En daarmee ben ik terug bij het begin, bij de reactie op de uitspraak dat het kwaad door Christus aan het kruis is overwonnen. Hoewel velen afwijzend reageren of hun schouders erover ophalen, hebben toch steeds weer mensen de onvoorstelbare stap richting Christus gezet. Na de toespraak van Paulus op de Areopagus ging het om Dynonisius, Damaris en enkele anderen. En na hen zijn er wereldwijd velen gevolgd, vaak ondanks de dreiging van uitsluiting en vervolging. En nog steeds zien we de voorbeelden om ons heen. Van mensen wier bubbel wordt doorgeprikt. Van mensen die niet zozeer zochten, maar toch werden gevonden. Niet alleen op de Biblebelt, gelukkig ook in een stad als Den Haag.
De auteur is fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP in de Haagse gemeenteraad.