Wereldbank: Armoede nog altijd wijdverspreid
Ruim een kwart van de mensheid heeft dagelijks niet meer dan 3,20 dollar (2,76 euro) om uit te geven, stelt de Wereldbank in een nieuw rapport.
Ook in rijke landen blijft armoede een probleem, al was het alleen maar omdat de prijzen van alles daar hoger liggen. Bijna de helft van de wereldbevolking moet het stellen met minder dan 5,50 dollar per dag.
De Wereldbank zet zich ervoor in om tegen 2030 de allerergste armoede te hebben uitgebannen. De grens daarvan is vastgesteld op 1,90 dollar per dag. Volgens de meest recente Wereldbank-cijfers uit 2015 zit nog circa een tiende van de wereldbevolking onder die grens. Het aantal mensen in extreme armoede loopt al een tijdje terug, maar de daling gaat de laatste jaren wel steeds minder hard.
Het risico dat iemand in Nederland te maken krijgt met armoede of sociale uitsluiting is de afgelopen tien jaar gestegen, bleek eerder deze week nog uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. In 2008 ging het nog om 14,9 procent van de Nederlanders, vorig jaar was dat 17 procent, ofwel meer dan 2,8 miljoen mensen. Voor alleenstaanden in Nederland lag de armoededrempel vorig jaar op ruim 14.000 euro, oftewel zo’n 44,50 dollar per dag, en voor een stel met twee kinderen op bijna 30.000 euro. Dat laatste komt overeen met een slordige 95,30 dollar per dag.
De Wereldbank, met hoofdkwartier in Washington, werd in 1944 opgericht, tegelijk met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Een van de eerste taken van de organisatie was het bevorderen van de wederopbouw in Europa na de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig probeert de Wereldbank wereldwijd mensen uit de armoede te tillen, door het verstrekken van kredieten en expertise. Andere thema’s bij de organisatie zijn bijvoorbeeld de klimaatverandering en ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.