Pompoenen met vlekje vliegen de deur uit in Biggekerke
Op zijn erf verkocht bioboer René Dingemanse uit Biggekerke zaterdag in no time al zijn 6000 pompoenen die de supermarkt niet wilde omdat er een vlekje op zat.
Dingemanse denkt dat het door de sociale media kwam dat het storm liep op zijn boerderij Zeeuws Hof. Daarbij was het ook nog prachtig weer. „Om elf uur waren de pompoenen allemaal verkocht, voor 50 cent per stuk”, zegt Dingemanse. „Toen zijn we ook maar de exemplaren zonder vlekjes gaan verkopen: heel kleintjes, die de supermarkt trouwens ook niet wil, voor een kwartje per stuk en de heel grote voor 2 euro per stuk.” In de schuur staan de kisten met pompoenen hoog opgetast en Dingemanse rijdt met zijn steekwagen af en aan om nieuwe ladingen aan te voeren voor de verkoopactie.
Het begon allemaal vorige week toen op Facebook bekend werd dat Dingemanse zijn pompoenen niet kon slijten aan de handel. Al heel snel was de oproep om hem van zijn pompoenen af te helpen meer dan 1500 keer gedeeld. „Ze kwamen niet door de keuring bij The Greenery”, vertelt Dingemanse, „omdat er kurkvlekjes op zaten. Daarom willen de supermarkten ze niet. Maar deze pompoenen zijn gewoon prima. Je schraapt het vlekje er zo af met een mesje en het vruchtvlees vanbinnen is even goed als van pompoenen zonder die vlekjes. Vergelijk het met mosselen met pokken op de schelpen: die kun je ook gewoon eten.”
Mede aangespoord door het prachtige weer togen mensen zaterdag massaal naar de boerderij aan de Zoutelandseweg om pompoenen in te slaan. Dingemanse: „Vanochtend stond er op een gegeven moment een rij wachtenden tot op de weg. Iemand nam er zelfs honderd mee. Hij deed de achterklep van zijn auto open en zei: Gooi maar vol.”
De pompoenen worden verkocht vanuit de schuur waar achter de toonbank Renés vrouw Cindy en buurvrouw Annemarie druk doende zijn de klanten te bedienen. „Dit hadden we niet verwacht, maar wel stiekem gehoopt”, zegt Annemarie Dingemanse lachend.
Niet aan te slepen
René Dingemanse eet ondertussen snel een boterham met kaas en zet zijn steekwagen weer in beweging. De pompoenen zijn niet aan te slepen. Daniëlla uit Middelburg loopt met een net gekochte lading naar haar auto, ze heeft haar zoons Jur en Max bij zich. „Mijn moeder kocht vroeger zo vaak appels, peren of wortelen met een oneffenheid. Daar was toch niks mis mee. Ik wil deze boer graag steunen, daarom kom ik hier naartoe. Ik ga pompoensoep maken en mijn kinderen kunnen gezichten maken in de schil. Zijn ze lekker bezig, dat is beter dan achter de iPad.”
Kees Gabriëlse kwam op de fiets vanuit zijn woonplaats Westkapelle. „Mijn vrouw heeft me om pompoenen gestuurd”, vertelt hij grijzend. „Pompoenen zijn ook best in”, vertelt Kari uit Vlissingen. „Ik ga straks kijken wat voor recepten er allemaal zijn met pompoen. Bereiden in de stoomoven schijnt lekker te zijn.”
Het lijkt bijna een trend: appelboeren die mensen uit de omgeving gratis appelen laten plukken in hun boomgaard, pruimentelers die hun fruit op hun erf voor een zacht prijsje aanbieden, allemaal omdat de supermarkten ze versmaden: te klein, licht beschadigd, niet mooi genoeg.
Bestuurder Rinus van ’t Westeinde van boerenorganisatie ZLTO ziet dat zelf nog niet. „Het blijft bij incidentele acties”, zegt hij, „die ook wel plaatsvinden bij gebrek aan koelruimte bij een heel grote oogst of bij een verkeerde planning. Maar het is natuurlijk altijd beter dan dat groenten of fruit worden doorgedraaid. Nu krijg je er nog goed geld voor.”
Verwend
Consument zijn best verwend, zegt Van ’t Westeinde. „Misschien moeten we meer leren waarderen dat de natuur ook weleens iets voortbrengt dat er wat anders uitziet dan we gewend zijn.”
René Dingemanse is blij dat zijn oogst zo geweldig in trek is bij de mensen uit de buurt. „Maar een actie als deze zou eigenlijk niet nodig moeten zijn.”
Ondertussen blijven de mensen komen. Er is inmiddels ook een filmploeg gearriveerd. Zeeuws Hof is even een hotspot. Zelfs voor Ellen en Leo, die helemaal uit Leiden komen. „We houden van Zeeland en waren toch al van plan vandaag naar Domburg te gaan. Dit pakken we even mee.”