Wim Weren laat patronen in de evangeliën oplichten
In ”Rode draden in de evangeliën” laat Wim Weren opvallende patronen in de Bijbeltekst oplichten voor hedendaagse lezers. Zijn aanpak is niet altijd overtuigend, wel vaak verrijkend.
Teksten zijn te vergelijken met een weefsel waarin verschillende draden door elkaar lopen. Het is een hele kunst om in zo’n kluwen opvallende patronen te ontdekken. Voor de evangeliën geldt dat zeker, omdat we vaak slechts losse stukjes lezen. Er valt veel winst te boeken wanneer we elk evangelie zien als een coherent geheel met eigen betekenislijnen, waarin ook voortgang te ontdekken valt, met een dramatische climax en een spannende ontknoping aan het eind. Deze leeswijze sluit aan bij hedendaagse ontwikkelingen in de literatuurwetenschap.
Aldus Wim Weren, emeritus hoogleraar Bijbelwetenschappen aan Tilburg University, ter inleiding op zijn boek ”Rode draden in de evangeliën”. In een fraai taalkleed laat hij zien hoe zijn literaire en intertekstuele benadering werkt. Hij bekijkt teksten telkens vanuit vier gezichtshoeken: relaties binnen één Bijbelboek, met andere boeken (vooral die van het Oude Testament), met de wereld van toen (bijvoorbeeld door Markus te vergelijken met het apocriefe Thomasevangelie inzake geheime kennis) en met de wereld van nu (vooral via vrouwenstudies).
Reconstructies
Zo belicht hij alle vier evangeliën voor een breed lezerspubliek. Bij ieder hoofdstuk wordt er verwezen naar aanvullende literatuur, bijvoorbeeld naar de delen van het Commentaar op het Nieuwe Testament over Johannes en Handelingen. Opdrachten en vragen stimuleren zelfstudie. Bovendien zijn powerpointpresentaties te downloaden, ter ondersteuning van groepsbesprekingen.
Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan: de literaire analyse van Weren gaat gepaard met enkele hypothetische historische reconstructies. Bijvoorbeeld dat de evangelieverhalen gekleurd zijn door latere ervaringen van de ”Mattheaanse” en de ”Johanneïsche” gemeente. En de tweebronnentheorie: Mattheüs en Lukas zouden zich allebei baseren op Markus en een verzameling uitspraken van Jezus. Zelfs de gedachte dat Johannes literair afhankelijk is van de synoptische evangeliën, komt voorbij. Jammer genoeg blijft de zogeheten traditiehypothese buiten beeld, die onder verwijzing naar de mondelinge overlevering van Jezus’ woorden en daden de eigenheid van ieder evangelie wil honoreren. Dit laatste past goed bij een literaire benadering.
Niet altijd is de intertekstuele aanpak van Weren overtuigend. Zo draait de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus, die naast de mythe van Orpheus en Eurydice gelegd wordt, niet alleen om de tegenstelling tussen rijk en arm. Dan mis je volgens mij de vooruitwijzende pointe van de slotzin: zelfs als iemand uit de dood opstaat, zullen zij zich niet laten overtuigen. Ronduit geforceerd lijkt me het idee om de boodschap van het gnostische evangelie van Maria terug te lezen in het Johannesevangelie, zodat Maria Magdalena een vrouwelijke leidersfiguur wordt, als verkondigster van de volle openbaringswaarheid.
Kleurrijk boek
Toch valt er van Weren veel te leren. Enkele voorbeelden. Wat in Mattheüs 2 verteld wordt over Jezus’ vroegste jeugd, lijkt gemodelleerd te zijn naar de verhalen over de jonge Mozes (Exodus 1-2). Met de nodige verschillen, want Jezus is groter dan Mozes.
In zijn eerste zin legt Markus alle kaarten op tafel: Jezus is de Messias, de Zoon van God. De rest van zijn evangelie draait om de vraag naar de betekenis van deze titels. Vanaf het begin beschikken de lezers over meer informatie dan de leerlingen.
Lukas vermeldt als enige evangelist dat Jezus een jongeman uit Naïn uit de dood terugriep, waarbij Hij een dodenopwekking door de profeet Elia overtrof met Zijn goddelijke kracht. Handelingen, het tweede boek van Lukas, beschrijft een dodenopwekking door Petrus en een door Paulus. Daarmee traden deze beide apostelen in het voetspoor van hun Meester, hoewel op de manier van Elia.
Manna en het ware brood uit de hemel vormen in Johannes 6 geen absolute tegenstelling. Dat het manna goed of verkeerd gebruikt kon worden, blijkt van toepassing op Jezus: zonder geloof in Zijn unieke identiteit dient het door Hem vermenigvuldigde brood tot niets.
Kortom, Wim Weren heeft een kleurrijk boek geschreven. Wie met behulp daarvan rode draden in de evangeliën gaat ontdekken, zal het goede nieuws des te meer waarderen.
Boekgegevens
Rode draden in de evangeliën, Wim Weren; uitg. Halewijn, Antwerpen/Boekencentrum, Utrecht, 2018; ISBN 978 90 239 5523 8; 310 blz.; € 28,95.