Rutte: veel vertrouwen in Jetten
Premier Mark Rutte heeft „er veel vertrouwen in” dat Rob Jetten zal slagen als fractievoorzitter van coalitiepartner D66. Ook al is het „natuurlijk een enorme stap” voor de jonge nieuwkomer.
Rutte kent Jetten „niet goed, maar ik heb al met ’m te maken gehad en dat beviel goed”. Jetten ging op aanraden van Alexander Pechtold, die hij opvolgt, even na zijn verkiezing tot fractievoorzitter al bij de minister-president langs in het Torentje.
Jetten kan de leegte die Pechtold achterlaat wel vullen, denkt Rutte. „Laten we hem een kans geven. Ik denk wel dat hij het talent heeft.”
Een andere coalitiegenoot, CDA-leider Sybrand Buma, denkt ook dat Jetten genoeg in huis heeft voor „deze zware klus”. „Het is heel wat” om Pechtold op te volgen, en Jetten moet nog beginnen, „maar ik denk dat ie dat heel goed kan”.
Buma kent Jetten, die pas anderhalf jaar in de Tweede Kamer zit, nog niet zo lang, terwijl hij Pechtold door en door kende. „Dat is natuurlijk heel spannend, want dat wordt anders.” Maar de regeringscoalitie wordt er daardoor niet wankeler op en is net zo stabiel als tijdens het bewind van Pechtold, verzekert Buma. „Ik ga met Jetten net zo plezierig samenwerken.”
Jetten mag ook best proberen zich van de andere drie regeringspartijen te onderscheiden, vindt Buma. „Dat doen we alle vier, binnen de afspraken die we hebben.”
Ook de leider van de kleinste regeringspartij, Gert-Jan Segers (ChristenUnie), ziet „uit naar de samenwerking” met zijn nieuwe collega.
Het aantreden van Jetten smaakt GroenLinks-leider Jesse Klaver zelfs naar meer. Hij bespeurt een „generatiewisseling”. „Nu Mark Rutte nog.”
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken, die Pechtold assisteerde aan de onderhandelingstafel van de kabinetsformatie, ziet er geen been in dat nu geen van beide leiders van D66 daarbij is geweest. Hij praat Jetten en vicepremier Kajsa Ollongren, de leider van het D66-smaldeel in het kabinet, desgewenst wel bij, zegt hij.
Koolmees is niet bang dat de twee kapiteins op het schip zijn partij parten gaan spelen. Hij ziet vooral „teamwork”.