Miniboertjes in de melkput
„Kinderen denken dat melk uit de fabriek komt.” Een bezoek aan de boer tijdens de Dutch Agri Food Week zet veel recht.
Met een behoorlijk tempo rijdt een hakselaar door de mais langs de Wooijstraat in het Noord-Brabantse Herpen. Met kracht spuit de machine de gehakselde maisplanten in de enorme kipper die door een groene tractor door de modder wordt getrokken. Het voer gaat dit jaar niet naar de verderop gelegen boerderij Zonnenberg van Bert en Wilma Zonnenberg. „Wij hebben onze mais al binnen.”
Goed voer is belangrijk, vertelt de boerin even later aan groep 2 van de Hertogin Johannaschool uit Oss. De klas is op bezoek in verband met de Dutch Agri Food Week, die vrijdag begon.
De kleuters hebben er zin in. Als boerin Wilma in de tot leslokaal omgebouwde garage vertelt wat er op het programma staat, klinkt er bij ieder punt gejuich. Kalfjes brokjes geven. „Jooo!” Een echte koe melken. „Jooo!”
De kleuters krijgen een stofjas met de tekst ”Klasseboeren” erop. Wie nog geen laarzen aan had, mag die lenen. Als echte boertjes en boerinnetjes kijken ze toe hoe Wilma kalvermelkpoeder met warm water mengt en dit aan twee kalfjes geeft.
Klasseboeren zijn agrariërs die klassen ontvangen op hun boerderij. Bert: „We zijn daarmee begonnen toen we de klassen van onze twee dochters hier uitnodigden. Later zijn we door de ZLTO gevraagd om ook andere klassen te ontvangen. We hebben certificaten gehaald om educatieve programma’s te kunnen bieden.”
Een bezoek aan de Zonnenberg kost een school 140 euro: 20 euro gaat naar de ZLTO en de rest is voor de boer. Wilma: „Scholen hebben een beperkt budget voor excursies. Daarom is dit bedrag expres laag gehouden. Zonder sponsors zouden we er niet uitkomen. Je bent een ochtend bezig voor een bezoek van twee uur.”
Gemeen
Met grote ogen staan de kleuters toe te kijken hoe de twee kalfjes de melk uit de speenemmer slurpen. „Da’s gemeen”, roept een jongetje als het eerste kalfje zijn emmer leeg heeft en nu melk van zijn buurman probeert te stelen.
„Hebben jullie gezien dat dit stiertje geen hoorntjes heeft?” vraagt Wilma. „Die schroeien we weg als de kalfjes nog klein zijn. Voor wie zijn die hoorns gevaarlijk?” „Voor kinderen”, is het logische antwoord. „Maar ook voor de boer.”
De Zonnenberg telt 65 roodbonte melkkoeien en ongeveer evenveel jongvee. De melkkoeien zijn bijna allemaal op de boerderij grootgebracht. De kinderen kunnen de dieren in alle leeftijden zien: van netgeboren kalf, pink en vaars tot een volwassen koe. „Als ze twee jaar oud zijn, gaan we ze melken.”
Speciaal voor de klas heeft boer Bert een koe in de melkput gezet. Hij maakt de spenen schoon. Daarna mogen kinderen proberen met de hand te melken. Ze zijn niet bang voor de grote roodbonte. Wilma zet de machine aan en Bert plaatst de tepelbekers. Vol verbazing zien de kleuters hoe de eerste melk in de emmer spuit.
Terug in de educatieve ruimte mogen kinderen die dat willen een bekertje gekookte melk proeven. Veel van hen lusten het niet. De kaas die even later rondgaat, vindt duidelijk meer aftrek.
De excursie past precies bij de doelstelling van de Dutch Agri Food Week. „Het is belangrijk om aan jong en oud te laten zien wat het verhaal achter ons voedsel is”, zei minister Schouten vrijdag tijdens de opening van de week. Aarnoudse, woordvoerder van de organisatie: „Hoe kan dat nu beter dan kinderen mee te nemen naar de plek het allemaal begint: de boerderij?”
Veel geleerd
Kleuterjuf Judith is tevreden: „De kinderen hebben hier echt veel van geleerd. Ze mochten zelf de handen uit de mouwen steken. Dat zorgt ervoor dat ze dit bezoek niet snel zullen vergeten.”
Ook Jolanda, een moeder die mee was om te begeleiden, vond het interessant. „Indrukwekkend met hoeveel enthousiasme en bevlogenheid zo’n echtpaar de boerderij runt.”
Waardering voor agrariërs is een nevendoel van de Dutch Agri Food Week. Minister Schouten lanceerde tijdens de startbijeenkomst de actie ”Bedankje aan de boer.” Schouten: „Ik wil iedereen oproepen: ga eens langs bij die boer, praat niet alleen over de boer, maar ook met de boer. En als u daar zin in heeft, bedank dan ook die boer voor alles wat hij voor ons doet.”
De kinderen uit Oss vergeten dat, maar hun begeleiders niet. „Super bedankt!”