Psychiater moet meer regie voeren over beoordelen euthanasieverzoeken
Psychiaters die een euthanasieverzoek krijgen van een patiënt moeten de regie over het vervolgtraject niet te snel uit handen geven aan bijvoorbeeld de Levenseindekliniek.

Dat vindt de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
In een nieuwe richtlijn die enkele dagen geleden openbaar werd gemaakt spoort de beroepsvereniging psychiaters ertoe aan elk verzoek eerst zelf goed door te spreken met de patiënt.
Indien mogelijk moeten ook de naasten daarbij worden betrokken. Collega-psychiaters moeten bovendien al in een zo vroeg mogelijk stadium van de beoordelingsprocedure meekijken, om helder te krijgen of er nog behandelopties zijn.
Met de nieuwe richtlijn komt de NVvP tegemoet aan de kritiek dat veel psychiaters het beoordelen van euthanasieverzoeken door tijdsdruk en overbelasting te snel overlaten aan collega’s. Ongeveer een kwart van alle psychiaters zei in een onderzoek uit 2017 weleens een patiënt met een doodswens te hebben doorverwezen naar de Levenseindekliniek, na het niet uitvoeren van diens verzoek.
Uit datzelfde onderzoek bleek het aantal jaarlijkse euthanasieverzoeken van psychiatrische patiënten fors te zijn gegroeid: van 320 in 1995 naar 1100 in 2016. Bekend is verder dat in 2008 nog maar 2 van dergelijke stervensverzoeken werden ingewilligd. Dat aantal steeg naar 83 in 2017; 65 van de 83 psychiatrische patiënten die vorig jaar euthanasie kregen, overleden na tussenkomst van een arts van de Levenseindekliniek.
Psychiater Cecile Gijsbers van Wijk, voorzitter van de NVvP-commissie die de nieuwe richtlijn opstelde, vindt de rol van de Levenseindekliniek bij het uitvoeren van deze verzoeken te groot. „De ontwikkeling van een praktijk die zo pregnant en zo precair is, mag niet in handen zijn van een heel kleine, selecte groep psychiaters”, waarschuwde ze vorig jaar tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer.
Omdat een vaste behandelaar de voorgeschiedenis het beste kent, kan deze bij euthanasieverzoeken volgens haar het beste beoordelen of er aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan.