Heer in het verkeer heeft geen appverbod voor fietsers nodig
Vrijheid, blijheid en de smartphone zijn –zacht uitgedrukt– niet altijd een gelukkige combinatie gebleken. Het is de vraag of regel op regel wél zoden aan de dijk zet als het gaat om het gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer.
Met een algeheel verbod op het gebruik van mobiele informatiedragers in het verkeer wil VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) het aantal ongelukken terugdringen, zo werd woensdag bekend.
Bellen of appen mocht al niet achter het stuur van een gemotoriseerd voertuig. Die restrictie geldt, als het aan de minster ligt, vanaf juli volgend jaar ook voor fietsers. Wie rijdt, mag zelfs geen smartphone, laptop, mobiel navigatieapparaat of geluidsdrager (zoals een iPod) in de hand houden.
Over de noodzaak van deze maatregel lopen de meningen niet ver uiteen. Wie zich onderweg laat afleiden, is levensgevaarlijk bezig. Dezer dagen duikt in dat verband de naam van Tommy-Boy Kulkens weer op.
De 13-jarige jongen komt in augustus 2015 vanaf het sportveld en zoekt al fietsend muzieknummers uit op Spotify. Bij het oversteken van een weg heeft hij niet in de gaten dat er een auto nadert. Hij wordt geschept door het voertuig. Het ongeval kost hem zijn leven.
Er zijn veel meer vergelijkbare ongevallen gebeurd. Soms is de oorzaak volledig te wijten aan het eigen gedrag. Nog schrijnender wordt het als anderen daarvan het slachtoffer worden.
Goede wetsvoorstellen verdienen steun en het plan van de minister is daar een voorbeeld van. Toch staat het te bezien of regelgeving uiteindelijk de oplossing biedt.
Al sinds 2002 is bellen (met de telefoon aan het oor) tijdens het autorijden verboden en appen werd daar in 2009 (bij de komst van WhatsApp) bijgevoegd. Wat die ban heeft uitgericht, is dagelijks zichtbaar: bar weinig.
Met een uitbreiding van de wetgeving richting telefonerende en appende fietsers kan het zomaar dezelfde kant op gaan. Het verbod zal voor velen als aan dovemansoren gericht zijn en de onderbezette politie die overtreders bij de kladden moet grijpen, ziet zich gesteld voor een haast onmogelijke klus.
Hoe nodig regels ook zijn, de kiem van het kwaad zit veel dieper. Smartphoneverslaving neemt steeds verontrustender vormen aan. We lijken niet meer zonder het apparaat te kunnen en brengen onszelf én anderen kennelijk met het grootste gemak in gevaar door constant gehoor te geven aan piepjes, trillingen en andere signalen die weliswaar heel even een goed gevoel geven, maar in het slechtste geval een verwoestende uitwerking hebben.
De sleutel tot verbetering moet in de hoek van gedrag worden gezocht. Dat de wegen voller zijn geworden, is waar. Dat het gevaar daardoor in een steeds kleiner hoekje zit ook. Maar dat hoeft toch niemand ervan te weerhouden om zich als een heer –of dame– in het verkeer te gedragen? Dan is een appverbod overbodig.