Van diplomate in spe tot huisvrouw in Raqqa
„We zijn intussen vertrokken en komen algauw aan insjallah. Alsjeblieft, word niet boos op ons.” Vader Sadiq Juma slaat zijn handen voor zijn gezicht als hij de mail van zijn dochters leest. Ayan en Leila zijn eerder die dag niet thuisgekomen uit school. „We hebben besloten naar Syrië te gaan”, vertaalt hij voor zijn vrouw Sara.
De eerste signalen van radicalisering zijn voor iedereen zichtbaar in huize Juma. Voorwerpen in de flat van de Noors-Somalische familie –vader, moeder en vijf kinderen– worden voorzien van briefjes met sierlijke tekens. Nauwkeurig getekende letters geven aan hoe meubels en andere huiselijke dingen in het Arabisch moeten worden geschreven. „De cursus Arabisch begon met wereldse voorwerpen, maar het doel was geestelijk”, schrijft Åsne Seierstad in haar boek ”Twee zussen. Bruiden van IS”. „De Koran kunnen lezen en begrijpen zoals die aan de profeet Mohammed was geopenbaard.”
De Noorse journaliste en schrijfster reconstrueert hoe twee zussen zover konden komen om hun leven in Noorwegen te verruilen voor een bestaan in het door Islamitische Staat uitgeroepen kalifaat. De belangrijkste vraag die ze wil beantwoorden is: „Hoe komt het dat twee ambitieuze meisjes die het goed doen op school en die als kleine kinderen gevlucht zijn voor de oorlog, die oorlog weer opzoeken en zich aan het rigide bestuur van de Islamitische Staat onderwerpen?”
Diep geheim
De hoofdpersonen in het boek, Ayan en Leila, vertrekken in 2013 naar Syrië en zijn op dat moment respectievelijk 19 en 16 jaar oud. Bijna een jaar lang hebben ze in het diepste geheim hun reis voorbereid. Op een dag zijn ze vertrokken. Vlak voor het avondeten sturen ze een e-mail waarin ze uitleggen waarom ze naar Syrië zijn vertrokken. „Op dit moment worden de moslims van alle kanten aangevallen en we moeten iets doen. We willen de moslims zo graag helpen en de enige manier waarop we hen werkelijk kunnen helpen is door bij hen te zijn in hun leed en hun vreugde.”
Na korte tijd in de Syrische stad Aleppo te hebben gewoond, verhuizen beiden naar Raqqa, de hoofdstad van het zogenaamde kalifaat. Ayan is dan al getrouwd, niet lang daarna vinden degenen die daarmee belast zijn ook voor Leila „een goede echtgenoot.” Hun mannen zijn jihadstrijders. Ze betrekken huizen die van Syriërs waren geweest die halsoverkop voor IS zijn gevlucht. Ayan schrijft hierover aan haar jongere broer Ismael: „We krijgen hier geld (…) zonder te werken. (…) Huizen kosten geen geld, stroom kost geen geld, water kost geen geld.” Als tegenprestatie voor dit „gratis geluk” koken de vrouwen van de ochtend tot de avond voor jihadisten, zorgen dat hun huizen schoon blijven en schenken hun mannen kinderen.
De zussen behoren tot de eerste delegatie Syriëgangers. Ook nadat de triomfen van IS plaatsmaken voor verliezen door bombardementen, volharden de zussen in hun loyaliteit aan de terreurgroep. Hoewel vader Sadiq kosten noch moeite spaart om zijn dochters terug te halen –hij reist hen zelfs na tot diep in IS-gebied– peinzen Ayan en Leila er niet over om naar Noorwegen terug te keren.
Islam Net
Hoe het op dit moment met de twee gaat, is niet duidelijk. In een interview met het Belgische dagblad De Standaard afgelopen juni zei de auteur dat de zussen zomer 2017 Raqqa zijn ontvlucht en richting de Iraakse grens zijn getrokken. Sindsdien is er taal noch teken van hen vernomen.
Waar is het misgegaan met Ayan en Leila? In tegenstelling tot veel andere Syriëgangers komen zij niet uit een gewelddadig of gebroken gezin. Beiden doen het goed op school. Na het succesvol doorlopen van de „middenschool” schrijft Ayan zich zelfs in voor een van de meest prestigieuze scholen in de provincie. Ze wil diplomate worden. In de herfst van het jaar dat ze op haar nieuwe school begint, komt ze in aanraking met Islam Net. Dat is een jongerenorganisatie die op het salafisme is geschoeid, een zeer strikte stroming binnen de islam. Al snel wordt ze lid en laat zich helemaal meezuigen door de daar verkondigde denkbeelden.
Een andere factor in het radicaliseringsproces is Koranleraar Mustafa. De Somalische moeders in Baerum, de plaats waar Ayan en Leila opgroeien, zijn niet tevreden met de Koranlessen die hun kinderen krijgen. Ze besluiten een Somalische Koranleraar aan te trekken en de kosten daarvan te delen. De man verkondigt extreme denkbeelden. Zo zegt hij over de jihad: „Zij die in de jihad trekken, mogen in het paradijs direct onder Gods troon zitten.” Als Ismael, de jongere broer van de twee Noorse zussen, aan Mustafa vraagt of hij achter al-Qaida staat, krijgt hij daar geen antwoord op. Van de Somalische terreurbeweging al-Shabaab zegt hij: „Ik kan niets slechts over hen vertellen.” Zijn lessen vallen bij de twee zussen in vruchtbare aarde.
Originele documenten
Seierstad geef aan het eind van haar boek een uitgebreide verantwoording van haar werkwijze. Omdat Ayan en Leila niet reageerden op haar contactverzoeken, heeft ze het verhaal zo goed mogelijk gereconstrueerd op basis van andere bronnen. Veel heeft ze gehad aan de openheid van de ouders. Daarnaast sprak ze met tientallen anderen: onder meer vriendinnen, klasgenoten en docenten. Ook bezocht ze moskeeën waar Ayan en Leila kwamen en bijeenkomsten van Islam Net. Verder put ze uitvoerig uit originele documenten van de twee – onder meer schoolrapporten, opstellen, aantekeningen van de Koranlessen, e-mailverkeer en chatgesprekken op sociale media. Tijdens het schrijven raadpleegt ze voor specifieke kwesties terreur- en islamdeskundigen.
Het resultaat ”Twee zussen” is een indrukwekkend staaltje onderzoeksjournalistiek. Opnieuw heeft Seierstad –die eerder doorwrochte boeken schreef over onder meer oorlogen in Irak en de Balkan en over massamoordenaar Anders Breivik– een juweeltje afgeleverd.
Boekgegevens
Twee zussen. Bruiden van IS, Åsne Seierstad; uitg. De Geus, Amsterdam, 2018; ISBN 978 90 4453 8205; 464 blz.; € 22,50.