Tot de laatste is bereikt
Werkers van de New Tribes Mission (NTM) uit Nederland hadden in eigen land geen organisatie waar ze op terug konden vallen. Dat veranderde dankzij Nanne Groot, die twintig jaar geleden NTM-Nederland oprichtte. „Het motiveren van mensen is het belangrijkste onderdeel van ons werk geworden. Zeker bij pionierszending krijg je met geestelijke strijd te maken.”
Na hun terugkeer uit Ivoorkust betrokken Nanne en Wilma Groot met hun gezin een deel van de boerderij waar Wilma opgroeide. Met uitzicht op het vlakke land van Leerbroek, dat ook Nanne kan waarderen. „Ik kom uit Andijk, net als Leerbroek een boerendorp.”
Wat bracht u ertoe om NTM-Nederland op te richten?
„Het idee ontstond gedurende onze laatste termijn in Ivoorkust. Al het werk van de NTM was destijds centraal geregeld, vanuit Amerika. Dat had een aantal praktische bezwaren. Vandaar ons verlangen om een vertegenwoordiging in Nederland te beginnen. Engeland en Duitsland hadden al landelijke organisaties. Intussen hebben ook Italië en Noorwegen eigen bureaus.”
Hoe is de relatie met de centrale organisatie in Amerika?
„Alle nationale organisaties moeten zich houden aan het ”Global Ministry Agreement”, waarin de theologische, ethische en missionaire opvattingen van de NTM zijn vastgelegd. Eens in de drie jaar komen vertegenwoordigers van de organisaties samen, ter bemoediging en om de ontwikkelingen te bespreken. De Europese partners zien we elk jaar.”
Wat doet NTM-Nederland concreet?
„Onze taak is het rekruteren van nieuwe werkers en het faciliteren en motiveren van de uitgezonden Nederlandse en Vlaamse zendingsarbeiders. Aan het rekruteren geven we invulling door spreekbeurten, voorlichtingsavonden, meeloopweken op de Bijbelschool in Engeland en werkvakanties op het zendingsveld.
Wat het faciliteren betreft: de NTM is een geloofszending, dus alle werkers hebben hun eigen achterban, maar desgewenst kunnen donaties via onze stichting worden geregeld. Informatie van de werkers geven we door via ons blad en onze website. We houden ons ook bezig met de veiligheid van de mensen. Vooral in de beginjaren zijn heel wat zendelingen van de NTM verongelukt, gekidnapt of vermoord. Je kunt geen zendingswerk verrichten zonder risico’s, maar het is belangrijk dat je weet wat je in zulke omstandigheden moet doen. Daarvoor is een crisisresponsteam opgericht.
Het motiveren van mensen is het belangrijkste onderdeel van ons werk geworden. Zeker bij pionierszending krijg je met geestelijke strijd en tegenstand te maken. De trouwe gebeden van velen zijn we daarom des te meer gaan waarderen. Momenteel is NTM-Nederland verantwoordelijk voor de ondersteuning van 36 werkers.”
Welke theologische positie neemt de NTM in?
„Je kunt die het best behoudend evangelisch noemen. Wat de eschatologie betreft staan we achter de toekomstleer van mensen als Darby en Johannes de Heer’.”
Wat is het eigene van de NTM?
„De organisatie is opgericht vanuit het verlangen om naar taalgroepen te gaan die nog nooit het Evangelie hebben kunnen horen. Dat is nog steeds onze visie. De hele opleiding is gericht op het verkondigen van het Evangelie onder deze bevolkingsgroepen, het op schrift stellen van een ongeschreven taal, het vertalen van de Bijbel en gemeentestichting.”
NTM-Amerika veranderde haar naam in Ethnos360. Waarom?
„De oude naam heeft een aantal bezwaren. Het gaat in feite niet om ”new tribes”, maar om oude stammen. Bovendien klinkt het woord ”stam” wat denigrerend. De term ”mission” maakt het in sommige landen moeilijk om binnen te komen. Met een neutrale naam gaat dat gemakkelijker. NTM is uitgekomen bij Ethnos. Om het wereldwijde van het werk te accentueren, is daar 360 aan toegevoegd. De naam van NTM-Nederland gaan we per 1 januari 2019 aanpassen.”
Is uw denken over zending in de loop der jaren veranderd?
„Nee, dat is gelijk gebleven. Wij gingen bij de NTM werken vanuit het verlangen om met Gods hulp en genade verschil te kunnen maken voor mensen die Gods Woord nog nooit hadden gehoord. Ik zou graag zien dat veel meer christenen dat verlangen kenden. De oprichters van de NTM legden zwart op wit vast dat ze bereid waren hun leven te riskeren om aan onbereikte stammen het Evangelie te verkondigen. De eerste vijf zendelingen die uitgingen, hébben dat met hun leven moeten bekopen. Juist dat motiveerde veel mensen om hun plaats in te nemen.
Het ideaal van de grondleggers was de laatste onbereikte stam nog in hun generatie te bereiken. Vaak denk ik na over de vraag waarom die wens niet in vervulling ging. Dan kom ik uit bij een uitspraak van Isobel Kuhn, zendelinge voor de China Inland Mission. „Ik geloof dat God in elke generatie genoeg christenen geeft om deze wereld te bereiken met het Evangelie. Het probleem zit niet in God Die niet roept, maar in de mens die niet luistert.” Je kunt zeggen dat God Zijn eigen tijdsbestek heeft, maar het is Zijn wensende wil dat zo veel mogelijk mensen tot geloof komen.”
Wie zijn voor u voorbeeldfiguren?
„Dan denk ik aan Paul Flemming, een van de oprichters van de New Tribes Mission. Ook Hudson Taylor was heel inspirerend, door zijn concrete vertrouwen op God. En een vrouw als Amy Carmichael, voorbeeld van een opofferend leven.”
In het uitdragen van de Bijbelse boodschap maken alle zendelingen van de NTM gebruik van de Chronologische Bijbelcursus. Door wie is die samengesteld?
„Door Trevor McIlwain, een Australische zendeling die onder de Palawan in de Filipijnen werkte. Er was daar al een gemeente, maar hij ontdekte dat die mensen geen enkel zicht hadden op de wezenlijke inhoud van de Bijbel. Ze baseerden hun behoudenis op werken, niet op genade. Dat bracht McIlwain tot thematisch onderwijs, maar ook daarmee kwam hij niet verder. Ten einde raad besloot hij helemaal opnieuw te beginnen, bij Genesis. Als je chronologisch de hele Bijbel onderwijst, komen alle grote theologische thema’s vanzelf naar voren. De kracht van de door hem ontwikkelde en later door anderen verfijnde cursus is, dat mensen een totaalbeeld van de Bijbel krijgen en de samenhang binnen de Bijbel gaan zien. Andere organisaties hebben de cursus overgenomen.”
Heeft zo’n cursus niet het risico dat het een keurslijf wordt?
„Het is niet zo dat je pas over het Evangelie mag spreken als je het hele Oude Testament hebt gehad. Wanneer iemand door het onderwijs uit het Oude Testament gaat beseffen dat hij zondaar is en verzoening nodig heeft, zeg je niet dat hij nog een paar maanden geduld moet hebben eer hij over de oplossing van zijn zondeprobleem hoort. De cursus bepaalt wel de algemene lijn in het onderwijs. Ook Stefanus en Paulus verkondigden vanuit het Oude Testament de noodzaak van de komst van Jezus. De Heere Jezus Zelf deed dat aan de twee discipelen die op weg waren naar Emmaüs. Beginnende bij Mozes en de profeten opende Hij de Schriften, om ze te laten zien dat de Messias moést lijden, sterven en opstaan.”
Hoe beoordeelt u de opvatting dat pionierszending het best door mensen uit de eigen regio kan worden verricht?
„Die moeten dan wel beschikbaar zijn. Veel christenen in de Filipijnen kunnen prima evangeliseren, maar het ontbreekt vaak aan mensen die in staat zijn de Bijbel te vertalen. Daarvoor hebben ze tijdelijk de hulp en expertise van mensen uit het Westen nodig. Een ander probleem is dat christenen in veel landen geen visie hebben voor het bereiken van minderheden in hun eigen land. Door buitenlandse zendingsarbeiders kan die visie na verloop van tijd ontstaan. In Brazilië werken nu veel meer Braziliaanse zendelingen dan in de begintijd van de NTM in dit land.”
Hoe staat het met de betrokkenheid op het klassieke zendingswerk?
„Die neemt in de westerse wereld helaas af. Dat heeft z’n weerslag op de NTM. Het aantal zendelingen uit het Westen is verminderd. Veel westerse christenen zijn van mening dat nu de wereld een ”global village” is, bijna iedereen het Evangelie gehoord kan hebben. Het besef van de urgentie van pionierszending neemt bovendien af door een soort alverzoeningsleer, die ook in veel evangelische kerken heeft postgevat. „Voor mensen die nooit het Evangelie hebben gehoord, zal God toch wel een oplossing hebben.” De gedrevenheid van de oprichters van de NTM kom ik hier weinig meer tegen. Men beseft ook onvoldoende dat er naast ”unreached” veel ”misreached” stammen zijn. Er is ooit een legalistisch Evangelie gebracht. Dat hebben ze gemixt met hun animistische achtergrond. Die praktijk komen we in veel landen tegen.”
Wat betekent het voor u dat twee van uw eigen kinderen ook werkzaam zijn in de zending?
„Daar zijn we heel dankbaar voor. Als kind evangeliseerden ze al onder hun vriendjes in Ivoorkust. Een moeilijk punt is wel dat van onze zes kleinkinderen er maar een in Nederland woont. Maar de wetenschap dat God ook daar voor hen zorgt, in al hun behoeften, geeft ons rust.”
Nanne Groot
Nanne Groot (1955) groeide op in een gereformeerd tuindersgezin in Andijk. Vanwege de theologische ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken maakte hij de overstap naar een vrije baptistengemeente. Op de Bijbelschool in Heverlee (België) leerde hij de hervormd-gereformeerde Wilma Verrips uit Leerbroek kennen, met wie hij in het huwelijk trad. Hun verlangen om het Evangelie te brengen waar het nog niet werd verkondigd, bracht hen bij de New Tribes Mission (nu Ethnos360). Van 1983 tot 1998 werkten ze voor deze organisatie, die enkele duizenden zendingswerkers telt, onder de Loron in Ivoorkust. Na hun terugkeer in Nederland stichtte Groot NTM-Nederland, voor het werven van nieuwe werkers en het praktisch en geestelijk ondersteunen van uitgezonden zendingsarbeiders. Het werven van nieuwe werkers krijgt onder meer gestalte via werkvakanties naar zendingsvelden, om jonge mensen een indruk te geven van het werk. Het echtpaar Groot is lid van de vrije baptistengemeente te Papendrecht. Van hun vier kinderen zijn er twee werkzaam op het zendingsveld, zoon Azarja als zendingspiloot in Zuid-Afrika voor Mercy Air en dochter Tabitha in het Braziliaanse Amazonegebied op de zendingsschool van New Tribes Mission.