Politiek

Algemene Beschouwingen zíjn niet saai

Een slaapverwekkende debatmarathon? Een schijnvertoning die aan de Miljoenennota tittel noch jota verandert? Beslist niet. De algemene politieke beschouwingen, die volgende week woensdag starten, kunnen wel degelijk voor verrassingen zorgen. In minstens drie opzichten.

Jakko Gunst en Addy de Jong
19 September 2018 14:12Gewijzigd op 16 November 2020 14:09
Rutte, beeld ANP, Bart Maat.
Rutte, beeld ANP, Bart Maat.

Sla maar rustig over, dat ”belangrijkste debat van het jaar”, schreef Wytze van der Woude in 2013 op de site van het Montesquieu Instituut. De kritiek van de universitair docent staats- en bestuursrecht in Utrecht: de algemene politieke beschouwingen (APB) zijn veel te algemeen, voorgekookt en voorspelbaar. Bovendien vallen de echte beslissingen pas later, tijdens de debatten over de afzonderlijke departementale begrotingen. Eigenlijk zijn de APB „verloren tijd”, aldus de jurist.

De wetenschapper heeft de beeldvorming mee. Want welke politiek geïnteresseerde burger heeft het niet op zijn netvlies staan: ministers die in vak K grapjes maken of, nauwelijks geïnteresseerd in de inbreng van de Kamer, in dossiers bladeren of hun agenda bijwerken. Kamerleden die alleen aandacht hebben voor hun iPhone of tablet en regelmatig de zaal uitbanjeren voor een kop koffie of een versnapering. Wat moet Nederland met deze jaarlijkse rituele dans? Kunnen politici in september niet beter meteen aan de slag gaan met hun echte werk?

2018-09-15-ACC1-rutte2slaperig-5-FC_web.jpg
Rutte, beeld ANP, Bart Maat.

Toch kun je er ook anders tegenaan kijken. In minstens drie opzichten waren de APB in het verleden zonder meer betekenisvol:

  1. Diverse politieke reputaties vielen in die debatten aan scherven.

  2. Kleinere of grotere budgetten werden tijdens de APB soms wel degelijk geschrapt, verschoven of toegevoegd.

  3. Toeschouwers, binnen en buiten de vergaderzaal, werden niet zelden betoverd door sprekers en hun retorica, wat de betrokkenheid van de burger op onze democratie beslist ten goede kwam.

1. Reputaties gesneuveld

Wie kent hem nog, oud-fractievoorzitter Harry Wijnschenk van de Lijst Pim Fortuyn (LPF)? Na het terugtreden van Mat Herben hesen de LPF’ers hem op het schild als hun nieuwe boegbeeld. Kort voor de Algemene Beschouwingen van 2002.

Daar stond-ie dan; klaar voor zijn debuut. De haartjes piekfijn in de scheiding, een dijk van een speech in de binnenzak. Die was, zo bleek later, opgesteld door een ervaren, externe speechwriter; niemand minder dan communicatie-expert Ton Elias, het latere VVD-Kamerlid.

Dat het lastig zou worden, had Wijnschenk zelf vooraf al wel bedacht. Om die reden verzon hij een list: zou toenmalig Kamervoorzitter Frans Weisglas het misschien goed vinden als hij zijn spreektijd zou benutten om in een powerpointpresentatie te laten zien hoe het kabinet-Balkenende I de LPF-uitgangspunten had verwerkt in het regeerakkoord?

Over het vervolg lopen de meningen nog altijd uiteen. Wijnschenk houdt bij hoog en bij laag vol dat Weisglas zijn wens blokkeerde met een verwijzing naar de traditie. In een later openbaar geworden evaluatieverslag van de LPF-fractie staat dat Weisglas akkoord ging, mits de LPF zelf voor een beamer zou zorgen. Die werd echter te duur bevonden, waarna het idee werd geskipt.

Wijnschenk moest als iedere andere fractievoorzitter het podium op, en zakte door het ijs. In de loop van het debat sprak hij zijn steun uit voor een voorstel van het CDA, dat een bredere, fiscale spaarregeling wilde dan de zogenaamde verlofknip die het kabinet had aangekondigd. Het geld dat was gereserveerd voor die verlofknip kon beter worden besteed, vond ook de LPF.

Later in het debat kwam Wijnschenk, zonder overleg, met een eigen idee. Het zogenaamde ”kwartje van Kok”, een ooit door minister Kok van Financiën ingevoerde accijnsverhoging op autobrandstoffen, moest niet pas in 2004 worden teruggegeven aan de burger, zoals het kabinet wilde, maar al in 2003. Hoe moet het kabinet daar zo snel de begroting op aanpassen? stookten de oppositiewoordvoerders van D66 en GroenLinks.

Patsertje

Wijnschenk reageerde impulsief: „Desnoods door dan die verlofknip maar te schrappen.” Honende krantenkoppen over een patsertje dat niet kon rekenen, waren zijn deel. Want waar wilde de LFP het geld dat voor die knip was gereserveerd nu voor gebruiken: voor de nieuwe CDA-spaarregeling of voor het versneld teruggeven van het kwartje van Kok?

In de fractie raakten de gemoederen door Wijnschenks zwakke optreden danig verhit, hetgeen er mede in resulteerde dat de Kamerleden Cor Eberhard en Winny de Jong eruit werden gezet.

Is een gebrek aan parate cijferkennis een typische beginnersfout? Niet altijd. SP-fractievoorzitter Emile Roemer draaide al heel wat jaartjes mee in de Tweede Kamer toen hij tijdens de Algemene Beschouwingen van 2016 op de proppen kwam met een plan voor een nieuw Nationaal Zorgfonds, inclusief een brede basisverzekering en zonder een verplicht eigen risico. Aan de oppositie ontlokte dat veel vragen over de financiële onderbouwing. Een nijdige Roemer, die veel antwoorden schuldig moest blijven, deed die vrijwel alle af als gezeur over „ditjes en datjes.” Bij de pers stond de SP-leider vanaf dat moment definitief te boek als de politicus die zijn cijfers nooit op orde had. Net als Wijnschenk moest Roemer leren: wie de financiën veronachtzaamt, verspeelt veel krediet.

Bedrijfspoedel

Een derde politicus die juist tijdens de beschouwingen veel gezag verloor, was PvdA-leider Job Cohen. Zijn eigen achterban zag in hem de gedroomde oppositieleider, die het beleid van het door de PVV gedoogde minderheidskabinet Rutte I voortdurend zou neerzetten als hardvochtig en asociaal. De APB van 2011 leken daarvoor het uitgelezen moment, maar ook Cohen slaagde er maar mondjesmaat in om de tegenvoorstellen die hij deed financieel goed te onderbouwen. Toen PVV-leider Geert Wilders hem wegzette als „de bedrijfspoedel van het kabinet” omdat de PvdA had ingestemd met het kabinetsbeleid rond de eurocrisis en de verhoging van de AOW-leeftijd, raakte Cohen zichtbaar van slag. In latere debatten koos hij alsnog voor oorlogszuchtiger taal, maar het beeld van een machteloze debater dat in 2011 van hem was ontstaan, bleef hem zo achtervolgen dat ”de grote belofte van de PvdA” er al in februari 2012 de brui aan gaf.

2. Euro’s verschoven

Wie tegen het eind van het jaar, tijdens de behandeling van de begroting van alle ministeries, nog wil schuiven met bedragen probeert daar doorgaans al tijdens de APB een basis voor te leggen. Een voorbeeld. Christelijke instellingen zoals Tot Heil des Volks of het Leger des Heils dreigden hun werk onder prostituees meerdere keren te moeten afbouwen, steeds wanneer de subsidieregeling voor uitstapprogramma’s ten einde liep. In 2010 speelde de ChristenUnie 2 miljoen vrij om deze regeling te verlengen; in 2016 werd zij door een gezamenlijk initiatief van CU en SGP opgeplust met een ton. De SGP wist in 2013 de overheidssubsidie voor Siriz, dat hulp biedt rond onbedoelde zwangerschappen, te verdubbelen naar 1,5 miljoen per jaar. Een voorschot op hun latere voorstellen namen deze partijen al tijdens de Algemene Beschouwingen.

Op de schop

Een enkele keer is het voorgekomen dat de Kamer tijdens de APB de begroting van het kabinet niet slechts marginaal maar drastisch op de schop nam. Het bekendste voorbeeld dateert uit 2004, toen Balkenende II net op stoom kwam.

Verrassend genoeg kwamen de fractievoorzitters van de drie coalitiepartijen (Verhagen (CDA), Van Aartsen (VVD) en Dittrich (D66)) al tijdens de eerste termijn van de APB –alleen dat al is hoogst ongebruikelijk; het drietal wachtte niet eens het antwoord van de regering af– met een zeer ingrijpende motie. Daarmee verbouwden ze de Miljoenennota voor een recordbedrag van 1,1 miljard euro. Met dat bedrag verminderden ze de bijna 20 milard euro die het kabinet dacht te gaan bezuinigen.

En nee, dit plannetje was niet voorgekookt in het Torentje, meldde Verhagen ongevraagd. Wel was de technische en financiële haalbaarheid door het ministerie van Financiën gecheckt.

Slikken

Gevolg: enkele onderwijsbezuinigingen gingen niet door, net als ingrepen in de jeugdzorg en in VUT en prepensioen. Om een en ander toch te kunnen bekostigen, kwamen de drie fractievoorzitters met accijnsverhogingen, efficiencyverbeteringen en het terugdringen van het oneigenlijk gebruik van grijze kentekens.

Het kabinet had het maar te slikken. En deed dat ook.

3. Toeschouwers betoverd

Ja, de APB duren gewoonlijk lang. Maar saai? Dat is maar hoe je het bekijkt. Met name sinds de moord op Fortuyn realiseren fractievoorzitters zich terdege dat politiek ook theater is. En juist tijdens de APB grijpen ze de kans om via een doortimmerd betoog en vooraf ingestudeerde grappen en oneliners hoofd en hart van de Nederlandse kiezer te raken.

2018-09-15-ACC2-abp1-3-FC-V_web.jpg
ABP 2016, beeld RD, Henk Visscher.

Toegegeven, tijdens de beschouwingen passeert er nogal wat wetgevingstechniek en bestuurlijk jargon. Maar dat verhindert sommige fractievoorzitters niet om tevens op gloedvolle wijze een vergezicht te schilderen van waar het volgens hen met Nederland naartoe moet.

Dat deed bijvoorbeeld VVD-fractievoorzitter Van Aartsen bij de APB van 2005. Vriend en vijand roemde toen de wijze waarop deze liberaal zijn droom voor Nederland anno 2015 schetste: een land waar het veilig is, waar voldoende werk is, waarin ook jongeren van Turkse of Marokkaanse komaf zich thuis voelen, waar is afgerekend met een absurde bureaucratie en waar scholen van ’s morgens vroeg tot het begin van de avond open zijn. Daarmee bewijzend dat niet alle moderne politici gortdroge technocraten zijn.

Bijbelstudie

Als het om humor, om speelse en vindingrijke betogen gaat, is het met name SGP-leider Van der Staaij die de laatste jaren faam verwierf. In het geheugen van politici en kiezers staat vooral zijn bijdrage aan de APB van 2014 gegrift, toen de SGP’er zijn gehoor meenam naar een denkbeeldige Bijbelstudie van het kabinet. Van der Staaij gebruikte die gelegenheid om Kamer en kabinet de complete gelijkenis van de barmhartige Samaritaan voor te lezen en daaruit ook een praktische toepassing te maken.

Zijn act van vier jaar geleden had maar één ‘nadeel’: sindsdien zijn de verwachtingen voor zijn bijdrage aan de APB steeds weer hooggespannen. Jazeker, adeldom verplicht.

Lastige vraag is bovendien waar politieke betogen eindigen en cabaret –van hoog of minder hoog niveau– begint. Een redelijk geslaagde vorm van amusement bracht D66-leider Pechold in september 2009 in praktijk, toen hij een metershoge stapel rapporten naar de interruptiemicrofoon sjouwde. Wat kletste CDA-fractieleider Van Geel toch uit zijn nek over hervormingen en megabezuinigingen en over werkgroepen die daarover eerst maar eens goed moesten nadenken? Er wás allang nagedacht, aldus Pechtold. Zie deze stapel rapporten. En wat zei Van Geel? Dat de samenhang ontbrak? Kletskoek, aldus Pechtold: „Zal ik er even een nietje doorheen slaan?”

Stekkerdoos

Cabaret kan echter ook mislukken. Daar weet de voormalige GroenLinks-leider Jolande Sap alles van. Tijdens de APB van 2011 liep zij met een stekkerdoos naar voren om PVV-leider Wilders te tonen hoe hij „de stekker uit het kabinet” moest trekken. De grap sloeg niet aan, niemand lachte. Het incident ging de geschiedenisboeken in als hét voorbeeld van hoe je jezelf voor schut zet. En toen zij in 2012 ontgoocheld de politiek verliet, analyseerden de media dat drie „doodsteken” haar hadden geveld: het Kunduz-akkoord, de strijd met partijgenoot Tofik Dibi, en… de achteraf waarschijnlijk zeer betreurde stekkeract.

Van beschouwing tot kabinetscrises

Prinsjesdag en de algemene politieke beschouwingen worden door veel burgers als een soort twee-eenheid gezien. Toch zijn de twee niet per definitie aan elkaar verbonden. Als het kabinet dat de Rijksbegroting moet verdedigen demissionair is, kiest de Tweede Kamer er meestal voor de beschouwingen uit te stellen tot de nieuwe bewindslieden formeel in functie zijn. Dit gebeurde in het recente verleden in 2010, 2012 en 2017.

Eigenlijk vormen de beschouwingen een soort begrotingsbehandeling. Nadat de te verwachten kosten en baten van het rijksbeleid zijn geraamd, machtigt het parlement het kabinet tot het doen van de vereiste uitgaven. Deze gang van zaken wordt voorgeschreven door de Grondwet van 1848, maar vergelijkbare gebruiken waren er ook al in de Middeleeuwen. Een voorbeeld is de zogenoemde Bede, waarin de vorsten adel en steden vroegen om geld.

De begrotingsbehandeling had lang het karakter van een beleefdheidsdebat. Gaandeweg ontwikkelde de jaarlijkse beraadslaging zich echter tot een politieke krachtmeting waarin alle kabinetsplannen aan de orde kwamen. Tot 1993 waren financiële beschouwingen ook onderdeel van het debat. Daarna werd besloten tot een aparte vergadering voor de financiële woordvoerders.

De algemene beschouwingen van 1966 gelden nog altijd als de meest spectaculaire ooit. Fractievoorzitter Schmelzer van de coalitiepartij KVP riep het door de KVP’er Cals geleide kabinet tijdens dat debat in een motie op om met een bezuinigingspakket te komen. Volgens de minister-president betrof het overduidelijk een motie van wantrouwen tegen het financieel-economisch kabinetsbeleid. Toen een Kamermeerderheid de motie bij het ochtendgloren aannam, legden alle ministers hun taken neer. De algemene politieke beschouwingen kunnen in het ergste geval dus zomaar uitmonden in een kabinetscrisis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer