Column: De crisis voorbij?
Zaterdag was het tien jaar geleden dat de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers viel. Dat was het startsein voor een ongekende economische crisis. Met een geweldige schok werd duidelijk hoe kwetsbaar grote internationale financiële instellingen waren en binnen no time verspreidde de crisis zich over heel de wereld.
Omdat de buffers van veel banken maar enkele procenten van het beheerde vermogen bedroegen, kwamen vele daarvan in acuut gevaar. Overheden moesten massaal ingrijpen om een volledige instorting van het financiële stelsel, en daarmee van de economie, te voorkomen. De AEX-index dook zelfs even onder de 200 punten.
De vraag is: hoe staan wij er tien jaar later voor? Enerzijds kunnen wij constateren dat de economische situatie inmiddels sterk verbeterd is. Ook al heeft het heel lang geduurd, de Nederlandse economie groeit weer, de werkloosheid is sterk teruggedrongen en de staatsschuld zit inmiddels onder het door de EU toegestane maximum van 60 procent. Ook al is er door de forse bezuinigingen blijvende schade, het huidige overheidsbudget staat toe dat de urgentste nood kan worden aangepakt. De huizenmarkt vertoont zelfs grote krapte en de prijzen hebben zich grotendeels hersteld. De winstpercentages van het bedrijfsleven kleuren weer diepzwart. Alleen blijven de lonen van de gewone man nog sterk achter bij de winstontwikkeling in het bedrijfsleven.
Toch ben ik er niet helemaal gerust op. Een eerste signaal dat de financiële markten zich allesbehalve hersteld hebben, is de enorm lage rente die u op uw spaargeld geniet. Met een rente van 0 procent is sparen alleen maar verliesgevend. Deze ongekend lage rente wordt veroorzaakt door het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en het drukken van kapitale hoeveelheden geld. Niet alleen via uw spaarpot, maar ook via uw pensioen betaalt u nog steeds voor het herstel van de fundamentele economische onevenwichtigheden die ten grondslag lagen aan de kredietcrisis.
Wel zijn door de aanscherping van wettelijke eisen de buffers van banken toegenomen. Maar daar staat tegenover dat de som van private en publieke schulden als percentage van het bruto nationaal product (bnp), een andere oorzaak van de crisis, de afgelopen tien jaar alleen maar is toegenomen. Niet alleen in westerse landen, maar ook in China. Dit komt mede door de lage rente. Evenals voor de crisis heeft de economische groei daardoor een kunstmatig fundament dat grote risico’s meebrengt.
Ook een teken aan de wand is dat het vertrouwen in banken nog steeds heel laag is. In Nederland zijn er evenveel mensen die banken niet vertrouwen als mensen die dat wel doen. Volgens een recente enquête in Engeland is zelfs 57 procent van de ondervraagden negatief over het bankwezen, en slechts 24 procent positief. Dat gebrek aan vertrouwen is mogelijk ingegeven door de onzekerheden rond de vraag of de buffers van banken wel groot genoeg zijn om een nieuwe crisis aan te kunnen. Tevens speelt het volstrekte gebrek aan transparantie in de internationale financiële stromen hierbij een rol.
Het gebrek aan vertrouwen wordt ook gevoed door een voortdurende stroom van incidenten die de indruk wekken dat de cultuur in het bankwezen sinds de economische crisis nog niet veel veranderd is. Zo kreeg Nederland in maart te horen dat ING van plan was om de beloning van topman Ralph Hamers met 50 procent te verhogen. Veel mensen vatten dit op als een terugkeer naar het beloningsbeleid van voor de crisis, dat mede daaraan ten grondslag heeft gelegen.
Enkele weken geleden kwam ING weer in het nieuws, toen bleek dat de bank jarenlang het witwassen van crimineel geld had gefaciliteerd. Het winststreven had zo veel prioriteit dat het respecteren van de wet in de knel kwam. Dit soort incidenten verklaart waarom het vertrouwen in banken steeds weer beschaamd wordt.
De gebrekkige cultuur in de bankenwereld heeft ook te maken met de gebrekkige integriteit van personen die er werkzaam zijn. Zo liet de uitkomst van de enquête in Engeland zien dat de mening over bankiers als personen nog negatiever was dan die over het bankwezen. Volgens een recent onderzoek van het project ”What good markets are good for” (zie moralmarkets.org) denken Nederlanders dat de insteek van bankiers om het belang van de klant voorop te stellen heel kwetsbaar is.
Deze dingen bij elkaar opgeteld (fundamentele onevenwichtigheden door grote schulden, zorgen over de financiële stabiliteit en gebrekkige integriteit van banken) maken duidelijk dat er nog veel werk aan de winkel is.
Johan Graafland is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University. Reageren? rubriekforum@refdag.nl