Cultuur & boeken

Europarlementariërs: druk, maar goed beloond

Titel:

Kees de Groot
14 July 2004 11:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:25

”Europese Unie voor dummies”
Auteur: Sander Simons
Uitgeverij: Pearson Education Benelux, Amsterdam, 2004
ISBN 90 430 0884 2
Pagina’s: 383
Prijs: € 27,95. De Europese parlementsverkiezingen hebben alweer een maand geleden plaatsgehad. Honderden parlementariërs zijn herkozen of komen voor het eerst in de vergaderzalen in Brussel en Straatsburg. Halverwege deze maand gaan ze aan de slag. Ze krijgen het druk, maar ze ontvangen er ook veel voor terug.

Bij Europese verkiezingen komen lang niet zo veel kiezers naar de stembus als bij nationale verkiezingen. Dat komt onder andere doordat mensen niet weten waar Europa over gaat. En onbekend maakt onbemind. Consultant en publicist Sander Simons wilde wat doen aan de onbekendheid en schreef een boek over Europa: ”Europese Unie voor dummies”.

Daarmee wil hij duidelijk maken hoe de EU in elkaar zit en wat gewone burgers eraan hebben. Een onderdeel van de EU is het Europees Parlement (EP). Het EP is Europa in het klein, schrijft Simons. Er lopen niet alleen politici rond, maar ook journalisten, lobbyisten en burgers. Vijfentwintig nationaliteiten discussiëren en werken er samen: „Een fascinerend schouwspel.”

Europarlementariërs moeten hard werken. Ze bemoeien zich met Europese wetgeving, met de begroting, met de benoeming van de Commissie en met de controle daarop. De Europese kamerleden overleggen veel. Dat gebeurt niet in de grote vergaderzalen in Brussel en Straatsburg. Daar zitten meer dan 700 parlementariërs bij elkaar. Dat is te veel om eens stevig met elkaar in debat te kunnen gaan. Discussiëren doen ze daarom tijdens de kleinere commissievergaderingen.

EP-leden spreken tal van mensen, zoals hun eigen fractiegenoten, leden van diverse commissies en vertegenwoordigers van bedrijven en organisaties. Zo komen ze te weten wat de belangen van de verschillende groepen zijn. Dat is belangrijke informatie, die ze weer gebruiken tijdens hun overleg met de Europese Commissie over Europese wetgeving.

Het zijn harde werkers, de Nederlandse europarlementariërs. Samen met de Fransen, Duitsers en Engelsen zijn zij het meest aanwezig. Dat geeft hun ook macht, omdat ze de dossiers kennen, deelnemen aan de debatten en hun werk in de diverse commissies serieus nemen.

Vergoeding
Het harde werken wordt goed beloond. Nederlandse EP’ers krijgen 6200 euro bruto per maand. Daar komen nog allerlei onkostenvergoedingen bij. Voor het in dienst nemen van medewerkers krijgen ze 50.000 euro per jaar. Andere onkosten of reiskosten worden vergoed á raison van 100.000 euro per jaar. Boven op dit alles komt de dagvergoeding: ongeveer 250 euro per vergaderdag.

Iedere europarlementariër mag volgens Simons zelf weten wat hij of zij met het geld doet. Of het EP-lid zijn vergoedingen gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld, wordt aan zijn of haar inzicht overgelaten.

In een kadertje legt Simons uit dat Nederlandse EP-leden daar wat op hadden gevonden. Ze spraken een gedragscode af waarin ze beloven verantwoording af te leggen voor de vergoedingen die ze ontvangen. Het leverde hun hoongelach op van hun buitenlandse collega’s, vertelt Simons. „Die gekke Nederlanders zijn roomser dan de paus.” Laat dat dan maar zo zijn, vervolgt hij, het resultaat was wel dat de Nederlanders voortaan waren gevrijwaard van de vervelende verhalen van journalisten. Dat Simons hiermee een wat te snelle conclusie trekt, is bij de achterliggende Europese verkiezingen gebleken.

Symbolen
Tal van dit soort kadertjes luisteren de tekst van Simons boek op. Hij haalt er anekdotes in aan, markeert belangrijke onderwerpen of werkt het hoofdverhaal er verder in uit. Door handig gebruik te maken van symbolen is het de lezer direct duidelijk waar hij een grappig verhaaltje vindt of waar iets belangrijks wordt uitgelegd.

Simons heeft vooral geprobeerd er een eenvoudig boek van te maken, zodat iedereen begrijpt waar het in Europa om draait. Dat is hem goed gelukt. Typisch Europese termen worden duidelijk omschreven. Af en toe stelt Simons de zaken wel wat al te simpel voor. Lobbyisten spreken parlementariërs volgens hem aan met de vraag: Wilt u mijn mening horen? Daar zal het hen zeker om begonnen zijn als ze een EP-lid aanschieten, maar ze zullen het in de praktijk vast met meer overtuigingskracht brengen.

Het zal de objectieve lezer opvallen dat het boek duidelijk een Europa-is-goed-voor-u-sfeer ademt. Het is kennelijk Simons bedoeling Europa niet alleen bekend, maar ook bemind te maken. Hij hoopt ten minste dat radicale tegenstanders van de EU hun mening willen herzien na het lezen van zijn boek, schrijft hij in de inleiding. Een achttien pagina’s tellend hoofdstuk, getiteld: De burger heeft er voordeel bij, moet de lezer doordringen van de voordelen van de Unie.

De geldverslindende uitbreiding van de EU rechtvaardigt Simons zonder scrupules door te stellen dat er maar liefst 500 miljoen consumenten bijkomen, dat er een beter milieu komt en dat er meer democratie en vrede in Europa komen. Die laatste twee zaken zijn volgens economen beide gunstig voor de ontwikkeling van de welvaart. Dus, concludeert Simons: „Wie nu nog durft te zeggen dat hij tegen de uitbreiding was, mag zijn vinger opsteken…”

Deze uitspraak klinkt wel erg schoolmeesterachtig. En dat terwijl staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken keer op keer waarschuwt de burger niet dwingend voor te schrijven hoe goed hij Europa moet vinden. Die aanpak werkt helemaal niet, zo is volgens Nicolaï gebleken. Misschien is deze pro-Europa-stellingname in het boek simpel te verklaren. Simons maakt veel gebruik van informatie die de Europese instellingen zelf aanleveren over wat zij willen en hoe ze dat gaan realiseren. Het kan geen verbazing wekken dat die positief is getoonzet.

Grondwet
”Europese Unie voor dummies” verscheen dit voorjaar, aan de vooravond van tal van belangrijke veranderingen in de EU. Intussen is er een nieuw parlement, zijn tien landen toegetreden en is de grondwet klaar. Simons verwachtte begin dit jaar nog dat Nederland de discussie over de grondwet tot een goed einde zou moeten brengen, maar Ierland heeft de klus al geklaard.

Het boek is daardoor op bepaalde onderdelen verouderd. Dat realiseerde Simons zich al bij het schrijven. Hij belooft in de inleiding de nieuwe ontwikkelingen te verwerken in een herziene druk.

Die herziene druk is het aanschaffen waard voor iedereen die op een eenvoudige manier meer te weten wil komen over Europa. Want, zoals eurocommissaris Bolkestein voor in het boek stelt: „Simons geeft een heldere inleiding in de wereld van de Europese politiek, die vaak troebel en ondoorgrondelijk is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer