De bewindsman sloot dinsdag zijn tweedaagse bezoek aan Suriname af. Een uniek bezoek, omdat hij als eerste Nederlandse minister van Justitie Suriname bezocht sinds de onafhankelijkheid van het land in 1975. Boven aan de lijst van gespreksonderwerpen stond de gezamenlijke aanpak van de uit de hand lopende drugssmokkel. Donner meent dat beide landen in hetzelfde schuitje zitten. „Suriname en Nederland zijn beide doorvoerlanden. De hoeveelheden die in Amsterdam binnenkomen worden echt niet allemaal in Nederland geconsumeerd, maar worden doorvervoerd naar andere Europese landen.”

Donner toonde zich dinsdag aan het slot van zijn bezoek niet onder de indruk van de Surinaamse bezwaren tegen de strenge controles op Curaçao. Parlementsvoorzitter Ram Sardjoe haalde een dag eerder fel uit naar aanleiding van het feit dat hij enkele weken geleden samen met parlementslid Arnold Kruisland op Schiphol ook was gecontroleerd.

Volgens Donner was dat geen incident. „Het is een doelbewuste keuze om iedereen maar dan ook iedereen vanuit Suriname en de Antillen te controleren. Ook ik zal bij mijn terugkeer vanuit Suriname niet worden ontzien. Een dergelijke rigoureuze aanpak past binnen het streven om de drugssmokkel tegen te gaan.”

Donner gaf aan dat sinds de invoering van de 100-procentscontrole op Schiphol, begin dit jaar, zo’n 1600 smokkelaars tegen de lamp zijn gelopen, waarvan 700 uit Suriname. De meeste van hen hadden minder dan 3 kilo cocaïne bij zich en werden na inbeslagname van de drugs heengezonden. Hun namen zijn op een zwarte lijst gezet, wat het reizen van en naar Nederland vrijwel onmogelijk maakt.

Overigens zegt de bewindsman er ook bij de Engelsen en Fransen op aangedrongen te hebben om strenge controles op hun luchthavens uit te voeren, omdat veel smokkelaars de Antillen en Suriname sinds de invoering van de honderdprocentcontroles mijden en alternatieve routes zoeken via Parijs en Londen.

Behalve over de intensivering van de samenwerking op het gebied van de drugsbestrijding zijn er ook afspraken gemaakt over de verdere institutionele versterking van de rechterlijke macht in Suriname.