De Raad van Kerken in Nederland organiseert voor de tweede keer de campagne Kerkproeverij, waarbij gemeenten van 23 verschillende kerkgenootschappen hun leden uitdagen mensen uit te nodigen om mee te gaan naar een dienst.

„Het zou in het DNA van kerkgangers moeten zitten om mensen uit te nodigen, maar vaak hebben we toch een bepaalde gêne die ons tegenhoudt”, aldus dr. Wim Altink, voorzitter van de kerngroep Kerkproeverij. „Met deze campagne willen we mensen motiveren om anderen uit te nodigen om mee te gaan naar de kerk, en bewustwording creëren.”

Bij de organisatie van Kerkproeverij heeft de Raad van Kerken in Nederland zich laten inspireren door het Britse evenement ”Back to Church”, waarbij kerken op een zondag open dag houden. Altink: „De Engelse campagne is gericht op het trekken van mensen die vroeger wel in de kerk zaten en er nu niet meer zo veel mee hebben, maar de Kerkproeverij is breder. Het ‘proeven’ is ook bedoeld voor mensen die nog nooit in een kerk geweest zijn.”

Bescheiden

Afgelopen jaar schreven ruim 500 kerken zich in om mee te doen met de Kerkproeverij. Daarbij kwamen nog eens evenzoveel kerken die zich niet hadden geregistreerd, maar waar wel de deuren openstonden voor buitenkerkelijke gasten op de dag van de Kerkproeverij. „Bij een heel bescheiden schatting komen we uit op zo’n 5000 bezoekers in 2017”, vertelt Altink. „En ongeveer 20 procent van hen blijft regelmatig in de kerk terugkomen.”

Exacte cijfers van het aantal mensen dat door de Kerkproeverij weer lid wordt van een kerk, kan Altink niet geven. „Daar hebben we nog geen zicht op. Vorig jaar hebben we onder deelnemende kerken een enquête uitgezet, maar daar kun je ontwikkelingen op de lange termijn niet in vangen. Er zijn wel voorbeelden van mensen die door de campagne weer bij een kerk zijn beland. Bij een kleine parochie in Friesland werd het bezoekersaantal bij de Kerkproeverij ineens verdubbeld, en een aantal van die mensen bezoekt nog steeds af en toe de diensten.”

Zieltjes winnen

Toch gaat de campagne niet om het winnen van zieltjes, stelt Altink. „Je moet niet direct de hele geloofsleer of de catechismus uit willen leggen aan iemand die voor het eerst in de kerk komt. Daarom wordt bij de Kerkproeverij vooral ingezet op zingeving, niet op de dogmatische kant van de kerk. Het gaat erom dat mensen de kerk gaan zien als een plek waar ze even tot rust kunnen komen.” Maar gaat het dan niet te weinig over de eigenlijke Evangelieboodschap die de kerk heeft te brengen? Volgens Altink komt daar automatisch plaats voor. „Een kerkdienst gaat altijd over God en de Bijbel. We willen mensen het eerst gewoon laten ervaren. Opties voor verdieping zijn er daarna volop.”

Het is belangrijk om als kerk tijdens de Kerkproeverij jezelf te zijn, stelt Altink. „Het moet geen speciale dienst worden, zodat mensen de kerk nog herkennen als ze de week erna terugkomen. Vorig jaar was er iemand die door zijn buurman werd uitgenodigd om mee te gaan naar een voetbalwedstrijd van FC Utrecht. Dat heeft hij gedaan, maar wel op voorwaarde dat de buurman ook een keer met hem mee zou gaan naar de kerk. Op deze manier maak je het heel gewoon om naar de kerk te gaan en wordt de drempel lager. We moeten niet vergeten dat we geen eigenaars zijn van het Evangelie, maar dat we het alleen maar door hoeven geven.”

Lees ook:

Kerkzaal te klein door Kerkproeverij (rd.nl, 12-09-2017)