De regeling heeft betrekking op circa een miljoen ambtenaren die zijn aangesloten bij het pensioenfonds ABP. Onderhandelaar J. Veringa van het Verbond Sectorwerkgevers Overheid verwacht dat nu meer ouderen zullen blijven doorwerken, wat onder meer een uitkomst zou zijn voor de vele vacatures op scholen.

„Ambtenaren stopten veelal op hun 61e jaar omdat ze het gevoel hadden anders een dief van hun eigen portemonnee te zijn. Hun FPU-uitkering (circa 75 procent van het loon) verviel namelijk voor die periode. Maar straks krijgen ze dat geld alsnog uitbetaald in de vorm van hogere pensioenen, terwijl ze natuurlijk ook gewoon hun salaris hebben ontvangen.”

Verder is afgesproken dat alle ambtenaren, ook de jongeren, recht houden op hun vervroegd pensioen, de zogeheten FPU-uitkering. De premie die een ambtenaar daarvoor betaalt, wordt voortaan voor zijn eigen uitkering gebruikt. Niet langer worden de kosten van de vervroegd uitgetreden ambtenaren omgeslagen naar de werkende ambtenaren. De andere betaalwijze was nodig om te voorkomen dat de premies voor ambtenaren rond 2020, wanneer een grote groep ambtenaren met pensioen gaat, flink zouden stijgen.

De vakbonden en werkgevers hebben tevens afgesproken dat de pensioenen in de toekomst worden verhoogd op basis van de loontrend in de sector, los van de ontwikkelingen in de AOW. Ook is afgesproken dat bovenmatige salarisverhogingen (meer dan 10 procent per jaar) niet meer doorwerken in het pensioen.

Onderhandelaar W. Berg van de Christelijke Centrale voor Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP) spreekt van een evenwichtig en modern totaalpakket dat de solidariteit bevordert. Berg vindt het vooral belangrijk dat de betaling van de prepensioenregeling FPU is gegarandeerd. De onderhandelaars leggen het resultaat de komende maanden voor aan de achterban.