Genoegdoening voor Zalm in twist EU-pact
Dat Duitsland en Frankrijk nu moeten rekenen op een fikse boete lijkt onwaarschijnlijk, maar de Europese Commissie en degenen die een strikte naleving van de regels bepleiten, hebben in de EU-twist over het stabiliteitspact in ieder geval alsnog genoegdoening gekregen.
Dat gebeurde via een uitspraak van het in Luxemburg gevestigde Europese Hof van Justitie, de hoogste rechtbank binnen de Unie. Die oordeelde dinsdag dat het besluit dat een meerderheid van de ministers van Financiën op 25 november nam om de ontspoorde begrotingstekorten in de twee grootmachten op hun beloop te laten, niet deugde.
Het draait in deze kwestie trouwens niet alleen om het handhaven van de budgettaire discipline. Ook aan de orde is de vraag hoe bij dit onderwerp de bevoegdheden precies liggen, welke instelling het voor het zeggen heeft: de Commissie of de Raad, zoals de vergadering van de bewindspersonen formeel heet. Omdat eerstgenoemde instantie vreesde dat zij op het betrokken terrein zou degraderen tot een nutteloos adviesorgaan, maakte de inmiddels teruggetreden Spaanse commissaris Solbes (Economisch en Monetair Beleid) de gang van zaken die zich vorige herfst voltrok aanhangig bij het hof.
De Commissie eiste toen voor 2004 aanvullende bezuinigingen van de regeringen in Berlijn en Parijs, met sancties als mogelijk vervolg op een weigering om daarmee akkoord te gaan. Het betrof een soort laatste waarschuwing. De Raad moest over die aanbeveling beslissen. Die zette echter op eigen houtje een heel andere lijn uit, met een magere verklaring zonder rechtskracht, die de bepalingen en de procedures uit het pact feitelijk opschortte. Dat was onjuist, vindt de rechter.
Hij concludeert daarmee duidelijk dat het initiatief aan de Commissie toebehoort. De ministers dienen altijd met haar samen te werken, al erkent het hof tevens hun vrijheid om voorgestelde boetes weg te stemmen.
Een opsteker dus voor voorzitter Prodi en zijn team, een tegenvaller voor de ministers. Dit laatste geldt echter zeker niet voor hun huidige voorzitter, Gerrit Zalm. Die heeft in de besprekingen met zijn collega’s immers altijd gepleit voor een strenge aanpak van EU-partners die met hun tekort niet de voorgeschreven grens van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) eerbiedigen.
Hij toonde zich in november dan ook zwaar teleurgesteld toen Duitsland en Frankrijk, die beide al drie jaar achtereen kampen met een overheidssaldo op een niveau boven het plafond, werden ontzien. In aansluiting daarop verklaarde hij dinsdag met een brede glimlach, maar met bescheiden, diplomatieke bewoordingen „niet ongelukkig” te zijn met het corrigerende vonnis.
Hij deelde voorts mee dat hij in september, als hij zijn Europese ambtgenoten in Scheveningen ontvangt voor twee dagen van informeel overleg, een debat zal starten over hoe nu verder. De overtreders hebben voorlopig weinig te duchten. De sfeer is ondertussen verbeterd. Waarschijnlijk zal eerst worden afgewacht of zij hun belofte vervullen om in 2005 weer te voldoen aan de norm.
De geluiden die al langer van diverse zijden klinken, duiden erop dat we aankoersen op wat wordt genoemd een flexibelere interpretatie van het in 1997 tot stand gebrachte stabiliteitspact, dat tot doel heeft het vertrouwen van de financiële wereld in de euro te beschermen en daarmee de hardheid van de munt te waarborgen. Van de Commissie weten we dat zij broedt op voorstellen op dit vlak.
Zij wenst niet te tornen aan de 3 procent. Zij streeft echter naar een daarbijbehorende praktijk die erop zal neerkomen dat er voortaan in tijden van hoogconjunctuur meer gespaard dient te worden, zodat er in economisch slechtere perioden minder bezuinigingen nodig zijn, die de dan toch al beperkte of geheel ontbrekende groei nog wat extra afknijpen. Het onlangs door de regeringsleiders aanvaarde grondwettelijk verdrag bevat al een passage in die zin.
De beoogde voorzitter van het nieuwe dagelijks bestuur van de Unie, de Portugees Barroso, merkte in dit verband dinsdag in Brussel op: „Ik denk niet aan een herschrijven van het pact. Het gaat om het intelligent toepassen van de tekst.” Zalm geeft in overweging om de omvang van de staatsschuld straks een rol te laten spelen. Landen die relatief fors in het rood staan, moeten in die benadering een groter overschot als buffer vormen. Kortom, verharde standpunten zijn verlaten, de discussie is volop gaande en de tussenkomst van de rechter bevordert dat de toonaangevende lidstaten niet hun macht kunnen aanwenden om daarbij hun zin door te drijven.
Het vonnis versterkt de positie van de Commissie. De regeringen mogen het niet meer zomaar, buiten die instelling om, onderling op een akkoordje gooien om de begrotingsvoorschriften te ontwijken, benadrukt het hof. Tevredenheid daarom bij Prodi. Hij voorziet meer transparantie en voorspelbaarheid bij de coördinatie van de budgettaire politiek binnen de EU.
De meeste ophef lijkt te zijn ontstaan in Duitsland. Daar krijgt minister van Financiën Eichel de hoon van de oppositie over zich heen. De christen-democratische CDU in de Bondsdag spreekt van „een klinkende oorvijg” voor de bewindsman en de liberale FDP dringt zelfs aan op zijn ontslag. Eichel zelf op zijn beurt noemt die reacties „politieke aanstellerij.”