Wall Street doet stap terug
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met verliezen de handel uit gegaan. De graadmeters herstelden iets van de grotere verliezen die eerder op de koersborden hadden geprijkt na opmerkingen van de Amerikaanse president Donald Trump. Hij dreigde met meer heffingen op Chinese goederen. Ook nam Trump Japan op de korrel. Verder reageerden beleggers op het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid.
De leidende Dow-Jonesindex sloot met een verlies van 0,3 procent op 25.916,54 punten. De brede S&P 500 verloor 0,2 procent tot 2871,68 punten en technologiegraadmeter Nasdaq leverde 0,3 procent in tot 7902,54 punten.
Vrijdag verstrijkt de deadline voor de invoering van nieuwe Amerikaanse importtarieven op 200 miljard dollar aan Chinese goederen. Als het aan Trump ligt, dan komt daar op korte termijn nog voor 267 miljard dollar bij. Volgens de president is het aan China om over de brug te komen. Dat land had eerder gedreigd met tegenmaatregelen. Inmiddels zijn de Amerikanen handelsbesprekingen gestart met Japan. Als het niet lukt om een deal te sluiten, dan heeft dat land een probleem, zo beloofde Trump.
Uit het banenrapport bleek dat de werkgelegenheid in de VS in augustus sterker toenam dan voorzien. Ook de gemiddelde uurlonen liepen harder op dan verwacht. Voor de maand juli werden eerder gepubliceerde cijfers wel naar beneden toe bijgesteld. De cijfers in het banenrapport spelen een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Federal Reserve.
Tesla speelde 6,3 procent aan beurswaarde kwijt na het bericht dat het hoofd boekhouding bij het bedrijf vertrekt. Ook het hoofd personeelszaken keert niet meer terug na eerder al met verlof te zijn gegaan. Tesla is de laatste tijd geregeld in het nieuws, onder meer vanwege het inmiddels ingetrokken plan van topman Elon Musk om Tesla van de beurs te halen.
Chipmaker Broadcom won 7,7 procent, geholpen door zonnige vooruitzichten voor het bedrijf. Verder stonden aandelen onder druk van bedrijven die handelsspanningen nadrukkelijk voelen. Zo verloren vliegtuigmaker Boeing, techreus Apple en machinemaker Caterpillar tot 0,8 procent.
De euro was 1,1559 dollar waard, tegen 1,1580 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,2 procent tot 67,88 dollar. Een vat Brentolie steeg 0,7 procent naar 77,05 dollar.