Nederlander vindt laaggeletterdheid probleem
Vier op de vijf Nederlanders vinden laaggeletterdheid een belangrijk probleem. Dat is de uitkomst van een onderzoek dat is uitgevoerd door de Stichting Lezen & Schrijven naar aanleiding van de Week van de Alfabetisering die maandag van start gaat.
Prinses Laurentien, in 2004 oprichter van Stichting Lezen & Schrijven, geeft maandagochtend in het radioprogramma van Jeroen van Inkel (NPO Radio 5) het startsein voor die week. In de week komen in het hele land ruim 70.000 mensen in actie bij de ruim 900 activiteiten die worden georganiseerd, zoals taalquizzen, voorleesmiddagen en boekenmarkten. Dat gebeurt in samenwerking met duizend bibliotheken, gemeenten, bedrijven, ziekenhuizen en scholen.
In Nederland zijn 2,5 miljoen volwassenen laaggeletterd. Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat met de huidige aanpak van laaggeletterdheid minder dan 5 procent van de doelgroep wordt bereikt. Mensen die laaggeletterd zijn, hebben grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben ze ook problemen om digitaal wegwijs te worden. Laaggeletterdheid kan volgens de stichting leiden tot schulden, werkloosheid, een slechte gezondheid, schaamte en minder zelfvertrouwen.
In 2019 buigt het kabinet zich over de aanpak voor de komende jaren. Lezen & Schrijven vindt dat alle volwassenen recht hebben op taalonderwijs dat past bij hun persoonlijke situatie en niveau. Dat is onderwijs op school, in iedere gemeente, maar ook hulp die een laaggeletterde nodig kan hebben bij het UWV, een schuldhulporganisatie of een ziekenhuis. Om dit te bereiken pleit Lezen & Schrijven voor meer onderwijsplekken en meer docenten.