Handelshoop stuwt Damrak
De Amsterdamse effectenbeurs ging maandag vooruit. Ook de andere Europese beurzen stonden in het groen. Beleggers waren optimistisch gestemd voorafgaand aan de handelsonderhandelingen tussen China en de Verenigde Staten, die dinsdag beginnen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,6 procent in de plus op 556,14 punten. De MidKap won 1 procent tot 781,08 punten. De beursgraadmeters in Londen, Parijs en Frankfurt stegen tot 1 procent.
Delegaties van China en de VS komen dinsdag en woensdag bijeen om te onderhandelen over het handelsconflict tussen de twee economische grootmachten. Zakenkrant The Wall Street Journal meldde daarnaast dat de onderhandelaars werken aan een plan om de handelsoorlog voor november op te lossen.
Vooral de staalbedrijven profiteerden van de handelshoop. Grootste stijger bij de hoofdfondsen was staalproducent ArcelorMittal met een winst van 2,7 procent. In de MidKap voerde metaalspecialist AMG de stijgers aan met een plus van 2,6 procent.
Grootste verliezer bij de middelgrote bedrijven was trustkantoor Intertrust met een min van 1,8 procent. Verzekeraar NN Group noteerde ex-dividend en verloor 0,8 procent in de AEX.
In Londen kelderde Mulberry 28 procent na een winstalarm. De maker van luxe damestassen heeft last van afnemende vraag in de Britse markt. Rocket Internet daalde ruim 1 procent in Frankfurt. De financiële directeur van de Duitse start-upinvesteerder vertrekt begin oktober om een „nieuwe management-uitdaging aan te gaan”.
In Milaan verloor Atlantia 8,2 procent. Italië wil de snelwegconcessie aan de exploitant van de ingestorte brug in Genua nog altijd intrekken, ondanks het aanbod van 500 miljoen euro aan initiële hulp van Autostrade per l’Italia, dat eigendom is van Atlantia.
De euro was 1,1418 dollar waard, tegen 1,1413 dollar op vrijdag. De Turkse lira liet weinig beweging zien na de tik van kredietbeoordelaars Moody’s en Standard & Poor’s. Die verlaagden hun kredietoordeel voor Turkije. Een samenwerking tussen de Turkse en Qatarese centrale banken bood mogelijk tegenwicht.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde een fractie tot 65,84 dollar. Brentolie kostte 0,2 procent meer en werd verhandeld voor 71,95 dollar per vat.