Historisch Festijn: Floris V terug op het Binnenhof
Zelf Willem de Zwijger, Floris V of Jacoba van Beieren een vraag stellen? Zaterdag kon dat, op het Binnenhof.
Vlak langs de Hofvijver, in een van de veldtenten van de Compagnie van Brederode, staat heer Gerard van Velsen. In vol ornaat. Gekleed in een luxueuze wambuis, afgezet met vossenbont. Op zijn hoofd een tot een soort tulband opgerolde kaproen, aan zijn voeten schoenen met zwierige punten.
Waarom hij graaf Floris V vermoord heeft, wil een bezoeker van het Hollands Historisch Festijn –dit jaar voor de derde keer gehouden– brutaalweg van hem weten. „Daar laat ik me niet over uit”, antwoordt de edelman met een minzaam glimlachje.
Om daarna tóch –„Omdat u zo aandringt”– wat toelichting te geven. Nee, die moord was zeker niet de bedoeling. Ontvoeren, dat was de opzet van Gijsbrecht van Amstel, Herman van Woerden en hijzelf. Om daarna Floris’ zoon Jantje tot graaf te maken. „Op dat jonge ventje zouden wíj veel meer invloed kunnen uitoefenen.”
Maar de ontvoering liep vreselijk uit de hand. „Met een moord als gevolg.”
Van Velsen is lang niet de enige die bezoekers van het Historisch Festijn kunnen bevragen. Willen ze weten wat het verschil is tussen een giervalk en een slechtvalk? Een middeleeuwse valkenier legt het wel even uit. „De slechtvalk is de snelste valk die er bestaat. Die werd volop gebruikt om daadwerkelijk mee te jagen. De giervalk is de grootste valk die er bestaat. Hij was zeldzamer en duurder. Hij was meer een statussymbool, voor de allerrijksten en machtigsten.”
Wie vooral geïnteresseerd is in cultuur kan terecht bij een boekbinder, een minstreel, een tingieter of een kunstschilder. De laatste raakt niet uitgepraat over hoe in het verre verleden schilderijen werden opgebouwd en verfstoffen werden samengesteld. „Voor blauw werd ondermeer indigo gebruikt. Maar dat is niet erg duurzaam. Kijk, deze stof, lapis lazuli, trotseert juist wel de eeuwen. Men haalde en haalt het nog steeds uit Afghanistan. In verf verwerkt leidt het tot een heel helder blauw. Johannes Vermeer gebruikte het veel.”
De Middeleeuwen waren een boeiende, kleurrijke, maar ook harde tijd, blijkt tijdens de openingsceremonie van het Festijn. Op de trappen van de Ridderzaal inspecteert graaf Floris V, die rond 1280 zijn kasteel op het Binnenhof uitbouwde met deze fraaie ontvangstzaal, zijn manschappen. Wil zijn verwant, heer Dirk van Teijlingen, met hem meevechten tegen Engeland? Prima, maar dan moet hij eerst zijn bekwaamheden als ridder tonen.
Geen probleem, vindt Dirk. Aanstormend op zijn strijdros ramt hij zijn strijdhamer in de borstplaat van een losstaand harnas. Maar dan gaat het mis. Het wapen blijft hangen, het paard struikelt en de heer Van Teijlingen stort met harnas en al ter aarde. Oei, dat zat niet in het programma!
Gelukkig valt de schade mee. Dirk strompelt een beetje, maar is niet echt verwond. Het paard wordt beklopt en onderzocht, en blijkt eveneens ongedeerd. En het publiek krijgt het harnas van de ‘tegenstander’ te zien, waar de punt van de strijdhamer inderdaad dwars doorheen is gegaan. „Had hier een ridder in gezeten, dan had hij het niet overleefd”, roept de moderator van het Festijn door een over het Binnenhof schallende luidspreker.
Ja, dat Binnenhof. Sinds Floris V is dit voortdurend hét centrum van de Hollandse bestuursmacht geweest. Daarmee behoort het wereldwijd tot de oudste bestuurscentra die nog als zodanig in gebruik zijn.
Nog anderhalf jaar en dan verdwijnen parlement, Raad van State en regering van deze historisch zo betekenisvolle plek. Maar niet langer dan een jaartje of vijf. Daarna komen ze, Deo volente, terug. Want Binnenhof en Nederlandse politiek horen bij elkaar. Al acht eeuwen lang.