Opinie

Column: De verloren vader

Godfried Bomans is mijn favoriete auteur. Die sprankelende mix van ernst en humor, gegoten in een verrukkelijke schrijfstijl, is onovertroffen. Tal van zijn verhalen heb ik minstens twintig keer gelezen. Dit geldt vooral ”De man met de witte das”. Bomans beschrijft hier met gratie en vreugde de politieke verkiezingsstrijd van 1971.

mr. D. J. H. van Dijk
11 August 2018 08:34Gewijzigd op 16 November 2020 13:54
Godfried beschrijft in ”De man met de witte das”  hoe zijn vader en hij uit elkaar zijn gegroeid. beeld ANP/KIPPA
Godfried beschrijft in ”De man met de witte das” hoe zijn vader en hij uit elkaar zijn gegroeid. beeld ANP/KIPPA

Tegelijkertijd, en dat maakt dit boek zo aardig, vertelt hij over zijn vader, die een halve eeuw eerder lijsttrekker was van de Katholieke Staatspartij. Hij werd de man met de witte das genoemd. „Hij was zo verstandig om zijn toekomstige karikaturisten tegemoet te komen door in een onderdeel van zijn kledij een kleine afwijking aan te brengen. Dit was een witte das.”

De epiloog van het boek is tragisch. Godfried beschrijft hoe zijn vader en hij uit elkaar zijn gegroeid. Openhartig vertelt Godfried, dat hij zich niet gezien wist door zijn vader. „Het is mogelijk dat ik mij vergist heb, maar ik dacht dat hij mij speciaal als een imbeciel beschouwde.” Om die reden kiest Godfried ervoor, zolang hij nog thuis woont, om zijn vader zo veel mogelijk te ontlopen.

Aan deze situatie lijdt hij erg en daarom wil hij een opening forceren in de muur die zijn vader omgeeft. Als tweedejaarsstudent schrijft Godfried het boekje ”Pieter Bas”. Hij besluit het manuscript, voorzien van een blauw lint, aan zijn vader voor leggen. Hij loopt naar de slaapkamer van zijn vader en vraagt hem of hij iets van zijn werk wil lezen. Zijn vader gebaart zwijgend dat hij het manuscript op het bed kan neerleggen. Verder niets. Een paar dagen later vindt Godfried het manuscript op zijn bureau. Het blauwe lint er nog omheen. Zijn vader heeft er nooit een woord aan gewijd.

De climax van de epiloog is dramatisch. Het betreft de laatste ontmoeting met zijn vader. Godfried woont in Nijmegen en heeft zijn ouders al jaren niet meer gezien. Hij ziet zijn ouders komen aanrijden. Zijn moeder blijft in de auto. Vader stapt uit. Godfried hoort zijn vader naderen en gaat in een hoek van de kamer staan. Zijn vader stapt over de drempel. Zwijgend kijken ze elkaar aan. Zijn vader maakt een opmerking over het uitzicht vanuit de kamer. Godfried zwijgt. Zijn vader zet een fles wijn op tafel. Godfried zegt niets. Zijn vader staat een poosje bewegingsloos, knoopt zijn jas dicht en verlaat de kamer. Een auto rijdt weg. Enkele dagen later krijgt Godfried een telegram. Zijn vader is gestorven.

Aangrijpend! Pas na dit gedeelte vele keren gelezen te hebben, begreep ik dat hier sprake is van een schuldbelijdenis. Van Godfried welteverstaan. Hij ziet zijn ouders aan komen rijden, maar doet geen deur open. Zijn vader loopt door de gang naar zijn kamer. Godfried begroet hem niet, maar zoekt een hoek van de kamer op. Zijn vader maakt een opmerking over de omgeving. Godfried reageert niet. Zijn vader zet een fles wijn op tafel. Godfried zwijgt. Hulpeloos staat zijn vader een aantal seconden stil en beent vervolgens naar de uitgang. Godfried laat hem ijskoud gaan. Godfried is degene die de uitgestoken hand van zijn vader afslaat.

Een broer van Godfried zei na zijn dood dat deze gebeurtenis helemaal niet heeft plaatsgevonden. Het was Godfrieds literaire schepping om zijn vader van alle blaam te zuiveren. De verhouding tussen hen beiden was gespannen. Beiden waren krachtige persoonlijkheden die botsten én elkaar tekortdeden. En toch was er genegenheid en schijnt de vader van Godfried trots te zijn geweest op de literaire prestaties van zijn zoon. In de aangrijpende epiloog zuivert Godfried Bomans zijn vader van alle blaam.

Deze zuivering van blaam vindt echter pas plaats na de dood van zijn vader. Wat een les. Hoeveel verloren zonen en oudste zonen lopen er rond in de gereformeerde gezindte? Wellicht onberispelijk aan de buitenkant, maar vanbinnen angstig, wrokkig en vol zelfkritiek. Om allerlei redenen, soms niet eens duidelijk welke, kan er verwijdering zijn ontstaan met de ouders. Lijden aan beide kanten, maar niet de moed om een eerste stap te zetten.

Laten we de les van Bomans ter harte nemen. Het is zo triest als pas op het sterfbed wordt ingezien dat de ontstane verwijdering eerder had kunnen worden opgelost. Laat het niet zover komen. Zie op de grenzeloze vergeving die Christus schenkt aan verloren zonen en oudste zonen, maar ook aan verloren vaders of moeders.

Vandáág is altijd de beste dag voor een ommekeer. Of het nu gaat om bekering tot God of om herstel van een menselijke relatie. Er komt géén betere dag.

Mr. D. J. H. van Dijk is directeur van de NPV en senator voor de SGP. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer