Zalving
1 Johannes 2:27a
„En de zalving die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node dat iemand u lere.”
Deze innige en eeuwige waardigheid van de Heere Jezus Christus als de Zoon van God is de grondslag van Zijn priesterschap. Bij het hervatten van onze overdenkingen over het priesterschap van de Heere Jezus Christus gevoelen wij onze behoefte aan die zalving, „die leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen leugen” (1 Johannes 2:27b). Zonder die zalving kan geen prediking, hoe welsprekend of krachtvol, en geen schrijven, hoe duidelijk, vloeiend of bewijsvol ook, van enig geestelijk nut of van enig blijvend voordeel voor de kerk van God zijn.
Deze „zalving van de Heilige” is noodzakelijk tot het zalig verstaan en bevindelijk ontsluiten van elk gedeelte der waarheid Gods. Ze is onmisbaar voor alle licht op en leven uit elk deel der Heilige Schrift, dat zonder dat alles duisternis en dood is. Hoeveel temeer behoeven wij dat dan wanneer wij mediteren over de Persoon en het werk van de gezegende Heere, om de gedachten en genegenheden van het levende huisgezin tot Hem te leiden, Die nu op Zijn troon van genade en heerlijkheid gezeten is als de grote Hogepriester over het huis Gods!
J. C. Philpot, predikant te Stamford (”Jezus, als de grote Hogepriester van het huis Gods”, 1862)