Lachgas ineens niet meer schadelijk?
Op festivals en feesten lijkt recreatief drugsgebruik inmiddels de gewoonste zaak van de wereld. Alcohol, cocaïne, amfetamine, xtc, mephedrone of ghb moeten de feestvreugde verhogen, een extatisch gevoel oproepen. Aan deze rij van partydrugs kan de laatste jaren ook lachgas worden toegevoegd. Steeds meer jongeren gebruiken dit pepmiddel. De gemiddelde leeftijd daalt; het is niet meer uitzonderlijk als 13-jarigen met lachgas experimenteren.
Lachgas is geen nieuw verschijnsel, al in 1776 kwam het in zwang. Ook voor recreatief gebruik. De uitvinder James Watt was er gek op. Als kermisattractie was het hilarisch: toeschouwers vergaapten zich aan anderen die in een roes kwamen van het gas, of buiten westen raakten.
Vooral echter bewees het goede diensten in de medische wereld. Lachgas –een verbinding van stikstof en zuurstof– werd gebruikt om iemand in slaap te brengen of om pijn te stillen. Er werden in de loop der tijd ook medische of technische fouten mee gemaakt. Patiënten kregen in plaats van zuurstof lachgas toegediend. Voorbeeld daarvan is Mia Versluis, die in 1966 bij een lichte medische ingreep in coma raakte en vijf jaar later stierf zonder te zijn bijgekomen. Inmiddels is het gebruik van lachgas in de medische wereld nagenoeg uitgebannen. Er zijn voldoende alternatieven.
Lachgas is vrij verkrijgbaar tegen lage prijzen. Voor zo’n 15 euro koop je bijvoorbeeld een doos met vijftig kleine gascilinders, bedoeld voor slagroomspuiten.
Bij recreatief gebruik wordt het lachgas in een ballon opgevangen en vervolgens ingeademd. Rechtstreeks vanuit de spuitbus inademen kan niet; dan bevriezen je lippen of zelfs je luchtwegen. Lachgas brengt de gebruiker in een kortdurende roes, geeft een euforisch gevoel dat gepaard kan gaan met lachen. Na enkele minuten is het uitgewerkt.
Vorig jaar nog wezen het Trimbos-instituut en Jellinek –twee specialistische instellingen op het gebied van verslavingszorg– op de gezondheidsrisico’s van het gebruik van lachgas. Jellinek somde onder meer op: bevriezen van de longen, zuurstoftekort in de hersenen, concentratieverlies (in het verkeer). Bij verkoudheid kan het trommelvlies springen en bij langdurig gebruik kunnen neurologische stoornissen optreden.
Daar komt de verslavingszorg nu kennelijk van terug; het valt allemaal wel mee. Lachgas is lang niet zo schadelijk als eerder gedacht. Paniek over het toenemende gebruik is niet nodig, gewoon goede voorlichting volstaat. Waarom neemt de verslavingszorg deze U-bocht?
Dat er achter de consumptie van partydrugs een wereld van leegte en oppervlakkigheid schuilgaat, signaleert Trimbos noch Jellinek. Toch heeft hun relativering misschien een positief psychologisch voordeel. Als er geen gezondheidsgevaar is (en bovendien niet illegaal), is het gebruik niet langer spannend. Eerder kinderachtig. Dan is voor veel jongeren de lol er hopelijk snel af.