Onderwijs & opvoeding

Column: Diepvries

„Als je nu niet ophoudt met zeuren, stop ik je hier in de diepvries!” Woede spuwt uit haar ogen. Het kind kijkt brutaal terug. „Ik wil gewoon kauwgom, nu!” zegt het nog een keer. „Je weet wat ik gezegd heb”, snauwt de moeder.

Tjitske van Eckeveld-van Ginkel
31 July 2018 19:55Gewijzigd op 16 November 2020 13:51
beeld Getty Images
beeld Getty Images

Het kind wordt niet opgepakt. De schuifdeuren van de diepvries blijven dicht. En het kind wordt er niet in gelegd. Gelukkig maar. Ze hoeft in ieder geval geen kauwgom meer nu.

Waargebeurd. Ik las dit. En bedacht me dat ik zo’n moeder toch niet was. Nee, zo erg was het bij ons toch niet? Totdat ik de volgende dag even wat beter oplette.

„Derde keer dat ik zeg dat je je schoenen mag opruimen.” Op deze dag van ik-dreig-toch-niet-zo-veel-als…, merk ik dat ik dingen wel vaak moet zeggen. En dan ligt een dreigement zomaar op de loer. Dus maak ik een afspraak met m’n zoon. Twee keer vragen of waarschuwen kan. Bij de derde keer mag hij een kwartier eerder naar bed.

Na twee keer mijn spelletjes spelende zoon te hebben gemaand dat zijn tijd om is, roep ik: „Oké, dan wordt dit de derde keer nu!” Hij schrikt. Zet de computer snel uit. Nog net op tijd. Of was het stiekem nu toch drie keer? Kwartier eerder naar bed? Niks van gekomen. Loos dreigement.

Onder het eten dreigt een strijd. Zoonlief praat meer dan hij eet. „Als je nu niet dooreet, mag je in de gang verder eten.” Lekker vaag. Wat weet een 5-jarige van dooreten? Dus ik doe een nieuwe poging. „Je krijgt nog tien minuten. Is je bord dan niet leeg, dan mag je op een ander plekje verder eten.” In die tien minuten roep ik met regelmaat: „Dooreten, nog drie minuten, er zit niks op je lepel, de tijd is bijna om.” Het wekkertje gaat. Helaas, bord niet leeg. Maar ja, hij heeft z’n best wel gedaan. Conclusie: nadat ik een kwartier heb gepraat en gedreigd en grijze wolken heb gestapeld, heeft meneertje zijn bord leeg en is er geen druppel regen gevallen.

Diepvriesdreigementen gebruik ik nog niet. Maar wel: „Als je nu niet ophoudt, dan…”; „Stoppen nu, want anders…”; „Nu hier komen voordat je…” Nee, ik ben al niet veel beter dan die moeder daar in die supermarkt.

We zijn ambassadeurs van God om gezag uit te oefenen, vertelt predikant Paul David Tripp in zijn lezenswaardige boekje ”Opvoeden doe je niet alleen”. Maar leer ik de kinderen gehoorzaamheid? Of doe ik aan bangmakerij? Ben ik met al die dreigeritis zo’n ambassadeursfunctie wel waardig? Of dreig ik ook een dreigmoeder te worden? Die met laffe, loos blijkende straffen haar kind door het leven loodst?

Voordat ik zo’n moeder blijk, neem ik me wat voor. Ik ga die ambassadeursfunctie met verve bekleden. Of ik dreig. En ik doe. Of ik dreig niet. En als een dreigement toch nodig blijkt? Dan laat ik mezelf eerst even afkoelen. Desnoods in de diepvrieskist van de supermarkt. beeld Getty Images

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer