IJs op de Gortelse hei niet aan te slepen
Honderden bolletjes ijs gaan dagelijks over de toonbank van Dennis Riphagens ijskar. Het warme weer legt hem geen windeieren. „Stiekem mag het van mij nog even droog blijven.”
„Daar ben ik al weer”, lacht een man schuldbewust aan de toonbank van de ijswagen. „Erg, hè? Wat is het ijs van de week?” Niet veel later wandelt hij, zonder al te veel zichtbare gewetensnood, weg met een ijsje in de hand.
IJswagen Rozeboom is te vinden op de hei bij het Veluwse Gortel, tussen Vaassen en Vierhouten. Op de parkeerplaats aan een T-splitsing staan houten banken rond de wagen. De zitplaatsen bieden een weids uitzicht op de hei.
De afgelegen locatie houdt klanten niet tegen. Regelmatig rijden er auto’s en fietsers langs, vrijwel allemaal draaien ze de parkeerplaats op voor een ijsje. In een halfuur midden op de avond –de zon staat inmiddels laag boven de hei– bezoeken zeker veertig klanten de wagen. „We zijn wereldberoemd in Gortel en omstreken”, zegt eigenaar Dennis Riphagen grijnzend. „Op een drukke dag bedienen we hier wel 800 mensen.”
Hij heeft amper tijd voor een gesprek. Door het warme zomerweer is het al weken druk voor de ijsverkoper. „Ik verkoop al 24 jaar ijsjes, maar dat het zo lang mooi weer was, kan ik me niet herinneren. We krijgen het maar net rond met onze ijsproductie.”
Grijze golf
Al sinds 1958 staat de wagen acht maanden per jaar in Gortel. In 2007 nam Riphagen het bedrijf over van het echtpaar Rozeboom. „Ik begon hier als vakantiehulp toen ik 14 was en ben nooit meer weggegaan.” Naast de wagen heeft Riphagen ook een ijssalon in Vaassen.
Het ijs maakt hij zelf. Deze weken fors meer dan normaal. De smaken past hij aan het warme weer aan: „Mensen willen frissere smaken: citrus, citroen. Ze kiezen minder voor ‘warmere smaken’ als hazelnoot of mokka.” Riphagen is niet de enige ijsverkoper die baat heeft bij de warmte. Zo maakte de ijsfabriek van Unilever bekend dat wat er normaal in een maand aan ijs verkocht wordt, nu in een week de deur uitgaat.
Op de Gortelse hei zijn het merendeels ouderen die de wagen bezoeken. „Als het voorjaar begint, komt de grijze golf: babyboomers. Ze hebben tijd, centjes en een elektrische fiets waarmee ze over de Veluwe fietsen.”
De smaken verschillen op de twee locaties. „Bij de wagen kiezen de ouderen toch wat traditioneler, boerenjongens bijvoorbeeld. In de salon in Vaassen komen meer jongeren. Die proberen vaak wat hippers.” Zo heeft hij sinds kort roze chocoladeijs in de vitrine. „In Vaassen is het een hit. In Gortel kijken ze een tijdje naar dat roze spul en zeggen: „Doe toch maar vanille.””
Mag het nog wel even droog blijven van Riphagen? Hij lacht: „Stiekem wel. Tegelijk zie ik ook de natuur schade lijdt. Doe ’s nachts maar een mooie bui dan.”
Zwart jasje
Op een bankje eten Jan (78), Jannie (79) en dochter Lia (51) Versluis uit Reeuwijk hun ijsje. De vakantiegangers komen al vijftig jaar bij de wagen, schat Jan. Lia twijfelt: „Zo lang toch niet?” „Zeker wel, jij kwam hier al toen je nog in het kinderzitje zat.”
Lia herinnert zich de ijsbezoekjes goed. „We zaten vaak in Nunspeet, 12 kilometer verderop. Op zaterdag kwamen we aan op het vakantiepark. Het eerste wat we deden, was op de fiets stappen en hierheen fietsen.” Jannie: „Als we aan kwamen fietsen, riep Rozeboom: „Daar zijn ze weer!””
Ze zien allerlei publiek bij de wagen. „Pas zat hier vlak bij ons een man zijn ijsje te eten: zwarte broek, wit overhemd, zwart jasje. Dat was een lezer van jullie krant”, denkt Jannie.
Axel (22) staat deze avond in de wagen. Zoals bijna iedere dag. Zijn baas noemt hem „het gezicht van Gortel.” Vandaag is het wel erg warm, vindt hij. „In de wagen liep het tegen de 40 graden. We moesten moeite doen om het ijs stevig te houden.”
Axel kent zijn vaste klanten. „Van sommigen kan ik het bakje al klaarzetten als ik hen aan zie komen. Zie je die mensen daar een ijsje eten? Normaal nemen ze altijd strawberry cheesecake. Maar dat hebben we vandaag niet. Morgen komen ze terug.”
serie Zomerdroogte
Dit is deel 9 in een serie over de zomerse droogte. Woensdag deel 10.