Opinie

Ebola in Congo voorbij, humanitaire crisis niet

We mogen de 2 miljoen zwaar ondervoede kinderen in Congo niet vergeten, nu de ebola-epidemie er voorbij is. En evenmin de 5 miljoen ontheemden in het land, stelt Yves Willemot.

Yves Willemot
25 July 2018 10:55Gewijzigd op 16 November 2020 13:49
„De snelle en effectieve aanpak van ebola was fantastisch. Maar de kwetsbare bevolking van Congo heeft nog steeds steun nodig, ook nu de televisiecamera’s zijn afgezwenkt.” beeld AFP
„De snelle en effectieve aanpak van ebola was fantastisch. Maar de kwetsbare bevolking van Congo heeft nog steeds steun nodig, ook nu de televisiecamera’s zijn afgezwenkt.” beeld AFP

Een nieuwe ebola-epidemie in de Democratische Republiek Congo is, tot wereldwijde opluchting, weer teruggedrongen. Maar voor miljoenen mensen in het land heeft dat goede nieuws een zwart randje. Met ebola kwamen er ook extra internationale hulp en aandacht. Nu zijn de Congolezen weer overgeleverd aan de dagelijkse gevaren van geweld, ondervoeding en ziektes – maar zonder afdoende hulp.

Het adequate terugdringen van ebola in Congo –dankzij ruime donaties en hulp uit meerdere landen– maakt het pijnlijke verschil zichtbaar met de structurele gezondheidszorg in het land. Door het geweld dat al tien jaar delen van het land in zijn greep houdt, zijn klinieken verwoest en er is er nauwelijks medisch personeel beschikbaar. Honderden kinderen overlijden dagelijks aan ziekten die te voorkomen zijn, zoals mazelen, malaria en cholera.

Bijna 5 miljoen mensen zijn hun huizen ontvlucht. Gezinnen houden zich schuil in de bush zonder water, gezondheidszorg of voedsel. De mensen die naar hun dorpen terugkeren, treffen vaak niets anders dan verwoesting aan. Meer dan 13 miljoen mensen zijn afhankelijk van humanitaire hulp, de helft van hen is kind. Bijna de helft van alle jongens en meisjes onder de 5 jaar is ondervoed. Twee miljoen kinderen lijden aan zware acute ondervoeding.

Stille ramp

Met recht wordt dit een stille ramp genoemd. Een ramp van wereldwijde orde, maar het grote publiek weet van niets. Door het ontbreken van de journalistieke aantrekkingskracht van ebola, is er geen voorpagina die nu nog ruimte maakt voor de schrijnende verhalen uit het land, het lijden en sterven hebben ver buiten het oog van de internationale media plaats. Dat heeft grote gevolgen. Door het gebrek aan aandacht blijven hulpverzoeken onbeantwoord. Hulporganisaties doen uit algemene middelen wat ze kunnen, maar extra giften, die zo keihard nodig zijn, blijven uit.

En dus is er nauwelijks geld voor de meest basale steun: een veilige plek voor mensen om onderdak te vinden, noodvoedsel, schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen, malarianetten en vaccinaties. Of voor logistieke ondersteuning om de hulp bij de getroffen bevolking te krijgen, want dit op een na grootste land van Afrika is relatief dunbevolkt en extreem moeilijk te bereizen. Hulpverleners zijn vaak dagenlang onderweg om mensen te bereiken. In de strijd tegen ebola, de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de meest gevreesde besmettelijke ziektes ter wereld, werd wél alles uit de kast gehaald. De uitbraak in Congo die zich in mei ontvouwde, was immers de eerste grote besmetting sinds de alles ontwrichtende epidemie in West-Afrika van 2014. Dus gingen alle alarmsignalen af.

Adequaat

Overheid en hulporganisaties grepen snel en adequaat in. Mensen die mogelijk besmet waren, werden in quarantaine gezet, mensen die in contact waren gekomen met besmette mensen kregen een kostbaar vaccin en talloze vrijwilligers gingen op pad om voorlichting te geven over het voorkomen van besmetting.

Wereldwijd keken mensen mee naar het verloop van de epidemie en de hulpverlening, alle media hadden ruimte voor deze verhalen, fondsen waren er genoeg. Deze extra betrokkenheid van de internationale gemeenschap hielp om de epidemie snel onder controle te krijgen.

De snelle en effectieve aanpak van ebola was fantastisch. Maar de kwetsbare bevolking van Congo heeft nog steeds steun nodig, ook nu de tv-camera’s zijn afgezwenkt. Duizenden kwetsbare kinderlevens staan op het spel. De hulporganisaties kunnen hun werk niet goed doen zonder voldoende steun en internationale betrokkenheid bij de schrijnende situatie.

Levensbelang

De wereld mag de ogen niet sluiten voor de nood in de Democratische Republiek Congo. Het is van levensbelang om niet weg te kijken. Nu ebola onder controle is, wordt de vraag cruciaal of de internationale gemeenschap de urgentie van deze noodsituatie blijft voelen. Voor de kinderen en gezinnen in Congo is het letterlijk van levensbelang dat het land meer aandacht en hulp krijgt.

De auteur woont en werkt voor Unicef in Kinshasa, de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer