Armoede: een blijvende uitdaging voor kerk in Afrika
Armoede is een grote uitdaging voor de kerk in Afrika. In Yaoundé, de hoofdstad van Kameroen, vond de afgelopen twee weken een internationale cursus plaats over de aanpak ervan.
De organisatie was in handen van de Nederlandse organisaties West-Afrika Mission en Verre Naasten, in samenwerking met l’Institut Universitaire de Développement International (IUDI) in Mokolo (Noord-Kameroen) en Yaoundé.
Ruim twintig gasten uit tien verschillende landen, zoals Kameroen, Mali, Tsjaad, Congo, Nederland en de Verenigde Staten, kwamen bijeen rond het thema kerk en armoede. Het doel van de cursus was het uitwisselen van ervaringen en het bouwen aan een netwerk van evangelisten. Het was de tweede conferentie op rij. Vorig jaar werd de eerste gehouden, ook in Kameroen.
Vanuit Nederland waren aanwezig Marleen Kuijvenhoven, bestuurslid West-Afrika Mission (WAM), ds. Jan-Matthijs van Leeuwen, bestuurslid van WAM en werkzaam voor Verre Naasten, en dr. Egbert Brink, docent aan de Theologische Universiteit Kampen en gastdocent aan de Faculté de Theologie Evangélique in Bangui.
Honger
Tijdens de lezingen bleek dat een op de vier Afrikanen elke dag honger lijdt, dat zijn in totaal 233 miljoen mensen. Deze mensen moeten met minder dan één euro per dag leven, zo meldt Marleen Kuijvenhoven. „Zij slapen op de grond, krijgen niet genoeg te eten, hebben maar een paar kapotte kledingstukken, kunnen niet naar de dokter gaan en hun kinderen niet naar school sturen. Alles wat ze binnen krijgen moeten ze gelijk weer uitgeven. Ze hebben geen keus en geen perspectief.”
De strijd tegen armoede is complex, zo bleek tijdens de cursus. Er zijn veel oorzaken: natuurrampen, oorlogen, klimaatverandering, snelgroeiende bevolking, publieke schulden, ziektes zoals aids en malaria, oneerlijke verdeling van middelen, politieke instabiliteit, corruptie en het syndroom van voortdurende afhankelijkheid.
Eigen waarde
Brink benadrukte in zijn lezing dat de sleutel om armen te helpen erin bestaat om hen in hun waarde laten en niet het werk van hen over te nemen maar hen aan te moedigen. Net als Boaz, die Ruth aren liet rapen na de eerste oogst. „Hij nam haar niet haar werk af, maar liet haar in haar waarde.” Hetzelfde gold voor Elisa, die niet de verantwoordelijkheid van de weduwe overnam maar aansloot bij het kleine beetje olie dat zij had. „Het wonder van God was een direct signaal naar de omgeving die de vrouw in nood had moeten helpen.”
Tijdens de sluitingsceremonie vrijdag kregen alle deelnemers aan de cursus een diploma. Met een rugtas vol bagage gingen allen weer hun eigen weg. Terug naar hun eigen land, naar hun eigen vaak moeilijke situatie. De conferentie was dan wel afgelopen maar voor hen begint nu pas het echte werk, aldus van Kuijvenhoven.
Brink kijkt terug op een geslaagde conferentie. „Het was niet alleen een kwestie van het aanhoren van betogen, maar vooral ook van netwerken en samenwerken in actieplannen. Doordat nu veel toerusting is gegeven kan ieder op zijn of haar eigen plaats de opgedane kennis gaan toepassen. De veranderingen beginnen altijd in het klein door aan te sluiten bij mogelijkheden die mensen zelf hebben.”
Een mooi voorbeeld daarvan is de vluchtelingengemeente in Yaoundé van Rwandezen. „Zij zijn al begonnen met een kippenproject en het bewerken van landbouwgrond iets buiten de stad, waarbij heel de gemeente wordt ingeschakeld. Met deze opbrengsten wordt het schoolgeld van de kinderen betaald en de arme ouderen in de gemeente en de omgeving van de kerk verzorgd. Zoals de eerste christenen niet alleen goed deden aan hun eigen kwetsbaren, maar ook aan hun omgeving.”