God is groot
1 Samuël 2:2a
„Er is niemand heilig, gelijk de Heere, want er is niemand dan Gij.”
Wij moeten zorgvuldig zijn in ons spreken over God. We moeten Hem ook heiligen. Laten wij, als we Zijn goddelijkheid eren, leren afhankelijk te zijn van Hem Die alles regeert en bestuurt. Laten we tot Hem de toevlucht nemen als de Bron en Oorsprong van alle goed.
We moeten ervan overtuigd zijn dat wij in Hem alles zullen vinden wat we nodig hebben. Daarom past het ons God te heiligen. Het is gepast om al onze wensen te richten op Zijn heilige Naam. Als we in het Gebed des Heeren bidden dat de Naam van God geheiligd wordt, zal het tegen ons getuigen als we deze bede vervolgens met onze daden ontheiligen.
Wanneer Hanna zegt dat niemand heilig is zoals de Heere dat is, bewondert zij met ontzag Gods majesteit. Dit voorbeeld wordt ons hier ter navolging gegeven. Wanneer wij de oneindige macht, gerechtigheid en rechtschapenheid van God overdacht hebben, moet dat ons tot de bewogen uitroep brengen: „Wat zullen wij doen, Heere? Wij komen zelfs nog geen duizendste deel van Uw deugden met de geest na. Hoe zullen wij die dan naar waarde vereren?”
Johannes Calvijn, predikant te Genève (”Preken over 1 Samuël”)