Europa moet op NAVO-top met geld over de brug komen
In een zwaarbeveiligd Brussel komen de NAVO-bondgenoten woensdag en donderdag bij elkaar. Aller ogen zijn op de Amerikaanse president Trump gericht. Hij wil geld van het bondgenootschap zien. Toch draait deze top niet alleen om de centen.
Europa is ernstig verdeeld. Of het nu gaat om de aanpak van de immigratieproblematiek, het omgaan met het vertrek van de Britten uit de Europese Unie of de reactie op de recente handelsoorlog die de Verenigde Staten hebben ontketend.
Ook op militair gebied staan de neuzen niet één kant op. De Oost-Europese NAVO-lidstaten zijn nog altijd niet tevreden over de bijdrage die de andere bondgenoten aan hun veiligheid leveren. Zij voelen de hete adem van Rusland in hun nek. Dat is ook niet verwonderlijk, gezien de Russische annexatie van de Krim en de bemoeienis van Moskou met de burgeroorlog in Oost-Oekraïne.
Weliswaar heeft het bondgenootschap een lichtbewapende snelle-interventiemacht in het leven geroepen die als eerste afschrikking moet dienen tegen al te grote Russische ambities. Maar vooral de Baltische staten en Polen zijn nog niet al te gerust op die ‘garantie’.
De verminderde slagkracht van (althans het Europese deel van) de NAVO is niet alleen het gevolg van interne verdeeldheid. Het heeft ook alles te maken met geld. De meeste lidstaten, inclusief Nederland, hebben de afgelopen jaren danig op hun defensiebudget beknibbeld.
Dat was enerzijds logisch. Door de financiële crisis moest er stevig worden bezuinigd. Niet alleen moesten de eigen overheidsfinanciën op orde worden gebracht, er vloeiden ook zeer forse geldstromen naar de zuidelijke lidstaten in Europa, die anders failliet zouden zijn gegaan. Dan is het defensiebudget veelal een makkelijke prooi.
Die bezuinigingen zijn de Amerikanen echter een doorn in het oog. Sinds jaar en dag moeten de Verenigde Staten de kastanjes in NAVO-verband uit het vuur halen, zowel financieel als met het leveren van manschappen en materieel. Dat leidde in het verleden tot het nodige gemopper vanuit Washington. En terecht. Sommige Europese NAVO-staten, waaronder een niet-onbetekenend land als Duitsland, konden nog geen fractie van hun strijdkrachten daadwerkelijk operationeel inzetten.
Anno 2018 blijft het niet bij gemopper vanuit Washington. President Trump wil resultaten zien. Te be- ginnen met het verhogen van het defensiebudget naar 2 procent van de begroting. Daar voldoen op dit moment lang niet alle lidstaten aan.
Europa wacht dan ook in spanning af wat Trump de komende dagen in Brussel te berde zal brengen. Hij zal het bondgenootschap niet opblazen – in tegenstelling tot eerdere uitspraken dat de NAVO „overbodig” is. Juist gezien de Russische dreiging en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten heeft ook Amerika er alle belang bij dat de NAVO krachtig en eensgezind opereert.
Trump zal de boel de komende dagen echter wel flink opschudden. Misschien is dat het signaal voor Europa om de roep uit Washington eindelijk eens serieus te nemen. Want alle Europese overwegingen ten spijt, zijn we voor onze veiligheid nog altijd afhankelijk van de Amerikanen.
Dat blijkt ook wel uit de overige agendapunten van de NAVO-top. Die gaan onder andere over het opzetten van nieuwe commando- en logistieke structuren om de verplaatsing van Amerikaanse troepen en materieel naar Europa te versoepelen.
Ook dat kost geld. En dus moet Europa over de brug komen. Het is hard nodig dat de NAVO de gelederen sluit. Zowel financieel als strategisch.