Verdachten fataal gevecht: ze vielen ons aan
De twee Roemeense broers die betrokken waren bij een fatale vechtpartij op 3 september 2016 op de Amsterdamse Wallen zeggen dat ze vooral hebben geprobeerd zichzelf te verdedigen. Mirci M. (22) en Stefanel M. (29) worden samen met Marian D. (23) verdacht van doodslag. De knokpartij kostte de 32-jarige Robert Gerritsen uit Voorthuizen het leven. Hij vierde op de bewuste avond met een groep mannen een vrijgezellenfeest.
De Roemenen stonden maandag terecht voor de rechtbank in Amsterdam. D. was er niet. Ook vijf mannen die bij het slachtoffer hoorden, zijn verdachten in de zaak.
Volgens Stefanel M. ontstond de knokpartij nadat hij een harde duw tegen zijn schouder had gekregen op een brug bij de Oudezijds Achterburgwal. „Ik schrok en heb me alleen omgekeerd. Vanaf dat moment begon het vechten en hebben ze ons achtervolgd”, zei Stefanel M. Zijn broer Mirci M. vertelde dat hij zag dat Stefanel op de grond lag en werd geslagen.
Daarop namen ze ook hem te grazen, zei hij. „Ik was bijna bewusteloos en moest bloed overgeven.” Ook belandde hij in het water. De derde Roemeen, Marian D., verklaarde eerder dat hij twee mannen had neergeslagen, nadat hij zelf zou zijn aangevallen.
Aanvankelijk werd gedacht dat het slachtoffer en zijn vrienden het geknok wilden sussen, maar de politie constateerde later aan de hand van camerabeelden dat de groep wel degelijk had meegevochten.
Evert V., de aanstaande bruidegom, vertelde dat ze langs een groepje liepen waar „wat getouwtrek” was. „Voor ik het wist, kreeg ik een vuistslag in mijn gezicht.” Even later zag hij Gerritsen staan. „Hij stond te tollen op zijn benen. Ik heb hem toen tegen een boom gezet.” V. ging vervolgens achter een van de Roemenen aan om ze een „paar klappen” te geven.
Thonie R., die naar eigen zeggen de ruzie probeerde te sussen, zag Gerritsen zitten. „Zijn hoofd zakte telkens weg, hij was absoluut niet aanspreekbaar.”