Meer kledingmerken melden wie hun kleding maakt
Meer Nederlandse textielbedrijven geven inzicht in waar hun kleding wordt gemaakt. Het aantal deelnemers aan het convenant Duurzame Kleding en Textiel, dat in 2016 van start ging, is sindsdien gestegen van 56 naar 79 merken. Daarmee doet nu 42 tot 45 procent van de Nederlandse kledingbranche er aan mee, meldt de Sociaal-Economische Raad (SER).
De aangesloten bedrijven werkten het afgelopen jaar met 4268 fabrieken. Die staan op een productielocatielijst die woensdag, op het tweejarig jubileum van het convenant, bekend is gemaakt. Het convenant werd twee jaar geleden gesloten om misstanden in de textielbranche tegen te gaan, zoals kinderarbeid en onveilige situaties.
Dit jaar is voor het eerst in kaart gebracht welke materialen bedrijven gebruiken en de mate van duurzaamheid ervan. Katoen wordt veruit het meest gebruikt, waarvan 56 procent regulier en 44 procent duurzamer katoen. Vanaf komend jaar maken de deelnemers op individueel niveau openbaar wat de grootste risico’s zijn in de fabrieken waar zij produceren en hun beleid hiervoor. Dat moet inzicht geven in risico’s op het gebied van bijvoorbeeld leefbaar loon en kinderarbeid.