Cultuur & boeken

Heldenzangen en woeste toverliederen

Titel:

Tineke Goudriaan
7 July 2004 13:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:24

”Geschiedenis van de Lage Landen. In den beginne”
Auteur: Jaap ter Haar
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2004
ISBN 9043506427
Pagina’s: 302
Prijs: € 22,50. Tijdens de geschiedenisles leer je vandaag weinig feiten, veel vaardigheden. Die insteek dateert van een paar decennia terug, maar daarin lijkt verandering te komen. Kritiek is er regelmatig te horen en inmiddels wacht het lescurriculum een grondige vernieuwing. Een tegengeluid is misschien ook wel de heruitgave van een klassieker: Jaap ter Haars ”Geschiedenis van de Lage Landen”. Sinds kort ligt het eerste deel, ”In den beginne”, weer in de winkel. Een klassieker, die door een christelijke boekwinkel niettemin onlangs zonder pardon naar de uitgever werd teruggestuurd.

De middelbare scholier die een geschiedenisexamen heeft afgelegd, is tegenwoordig een heus vakhistoricusje. Hij heeft geleerd kritisch met de tekst van een middeleeuwse monnik om te gaan, als het even kan weet hij de bron ook zelf op te sporen. Verder kan hij verbanden leggen en weet hij alles van beeldvorming en interpretatie.

Met de historische overzichtskennis staat het anders: ronduit slecht. Vaardigheden heeft hij geleerd, geen feiten -die kan iedereen immers opzoeken-, laat staan dat hij van het verleden een samenhangend beeld heeft. Dat is jammer, vooral ook omdat het er later niet altijd meer van komt dat in te halen.

Het is daarom goed dat er een paar overzichtswerken bestaan die de achtereenvolgende eeuwen van de (Nederlandse) geschiedenis op een toegankelijke manier laten passeren. Hoe zat het met de Batavieren, wat is de Unie van Utrecht eigenlijk, wie waren de patriotten enzovoort. J. de Rek, Gerlof Verweij, Jaap ter Haar en H. Algra zijn schrijvers van dit soort populaire boeken. Hun werk dateert van alweer even geleden, maar recentere varianten hebben hun plaats nog niet overtuigend ingenomen.

Het meest verkocht is Ter Haars ”Geschiedenis van de Lage Landen”, dat in de jaren zeventig bij uitgeverij Fibula-van Dishoeck verscheen. Sowieso was Jaap ter Haar (1922-1998) een populaire auteur, iemand die goed kon vertellen. Aanvankelijk wilde hij dominee worden, maar de Tweede Wereldoorlog maakte een oorlogscorrespondent in Indonesië van hem. Na 1945 bleef hij in de journalistiek, hij belandde bij de Wereldomroep. De verhaaltjes ontstonden eerst in zijn vrije tijd, maar vanaf 1952 ging hij er zijn brood mee verdienen. In twintig jaar schreef hij meer dan tachtig boeken, zoals een populaire serie over de avonturen van Saskia en Jeroen. Met ”Het wereldje van Beer Ligthart” sleepte hij een tweetal prijzen in de wacht. Na de afronding van de ”Geschiedenis van de Lage Landen” in 1970 schreef hij nog maar een paar boeken. Vanaf 1976 schilderde hij slechts.

Fris van de lever
Met zijn geschiedeniskwartet wilde hij een boeiende en wetenschappelijk verantwoorde geschiedenis van Nederland vertellen. Rijpte bij een collega-schrijver als Algra het verhaal in twintig jaar, Ter Haar had er maar vier jaar voor nodig. Het werden vier delen in kwartoformaat, in totaal ongeveer 1700 pagina’s. Voor de zekerheid -hij was geen historicus- liet hij zijn teksten van tevoren door diverse vakkundigen beoordelen. Zijn vriend Rien Poortvliet moest het geheel nog toegankelijker maken: hij leverde illustraties. Die zijn in de jongste editie aangevuld met werk van J. H. Isings en Jack Staller.

Ter Haar maakt van de geschiedenis een spannend boek. Hij geeft niet alleen de feiten weer, maar drukt ook gevoelens en spanning uit. Wat dat betreft lijkt zijn aanpak een beetje op die van de schrijver van een historische roman. In het prehistorische deel leef je bijvoorbeeld pagina’s lang mee met Oez, Geth en Kusch, een jagergezin uit de IJstijd. Hun belevenissen wisselt hij af met verklaringen, met het schetsen van ontwikkelingen, met melding van vondsten in graven her en der in Nederland. Anders dan bij een gemiddelde historische roman het geval is, maakt dat Ter Haars verhaal stoterig.

Geen romanschrijver dus, maar ook geen echte historicus. Die laatste probeert namelijk een constructie van het verleden te maken. In ”Dispereert niet” presenteert Algra de geschiedenis bijvoorbeeld vanuit een expliciet gereformeerd perspectief. Zoiets doet Ter Haar niet, ook al schreef hij „misschien wel omdat een volk dat in het heden leeft en het verleden niet kent, gevaarlijk doelloos naar de toekomst zweeft.”

Zijn aanpak heeft meer weg van een diavertoning, hij biedt een reeks beelden. Wat hij zelf eens over zijn werkwijze vertelde, onderstreept dat: „de afgelopen jaren zwierven er voortdurend zo’n vijftig boeken door deze kamer. Maar ik werk nooit met notities op kaartjes, ik tik fris van de lever mijn teksten. Als een spons tracht ik de inhoud van die boeken op te zuigen en af en toe knijp ik mezelf uit (…) van elke periode komt een cinemascopisch beeld op mij af.”

De typering van Ter Haar als een „allemansvriend”, die dr. A. Th. van Deursen in een leuk opstel over populaire geschiedschrijvers geeft, is daarom begrijpelijk. Zijn bezwaar is dat Ter Haar geen keuzes maakt. Hij markeert hoofdzaken niet scherp en zijn hoofdstukken gaan niet over een bepaald onderwerp. Van Deursen: „De samenhang tussen de feiten is niet hechter dan in een willekeurige krant. Een dagbladredactie streeft niet naar samenhang, doch presenteert alleen het laatste nieuws. Zo legt Ter Haar ook een stapel kranten op tafel: dit is het verleden, het nieuws van vroeger. Een reeks taferelen, achter elkaar…”

Ter Haar biedt wel een overzicht, maar helpt de lezer niet te kiezen, problemen aan te wijzen, te analyseren of de werking van historische krachten op langere termijn te zien. Hij maakt het verleden zichtbaar maar niet doorzichtig.

Gevechten
Natuurlijk is de geschiedenis geen verhaal van pais en vree, maar het stoot af dat Ter Haar ertoe neigt het ene gevecht aan het andere te knopen en de conversaties grof en plat te maken. Intussen ziet hij het verleden als een vooruitgangsverhaal. De Middeleeuwen zijn een donkere periode, die de westelijke wereld diep onder het niveau van de Romeinse beschaving doorbrengt. Woeste toverliederen en heldenzangen wisselen elkaar af. Het is een voordeel dat hij er geen romantisch verhaal van maakt, maar intussen is het winst als een 21e-eeuwer inziet dat hij niet op de voorgaande eeuwen hoeft neer te kijken.

Dat een christelijke uitgever onlangs over Ter Haar ’struikelde’ en het pakket boeken naar de uitgever retourneerde, was niet vanwege een bepaalde historische constructie, maar om Ter Haars opvatting over het ontstaan van de wereld. Zijn idee daarvan is dat er omstreeks 4,5 miljard jaar geleden een „onachterhaalbaar wonder” is gebeurd: „kosmische krachten breken los (…), een gloeiend brokstuk scheurt los van de zon, (…) de aarde begint te bestaan.”

Ter Haar mixt Genesis en Darwin, citeert bijbelteksten en definieert de mens als een afzonderlijke tak van de mensapen. Niet verbazend dus dat dit boek niet in elke reformatorische schoolbibliotheek is te vinden en dat de christelijke uitgever geen verantwoording voor dat eerste hoofdstuk wil nemen. Wel verbazend dat uitgeverij Kok Ter Haar van Fibula-Van Dishoeck overneemt. De imprint Kok mag dan qua (gereformeerde) inzichten ontwikkeld zijn, hij richt zich toch nog steeds voor een groot deel op de orthodox-christelijke markt.

Ook al heeft Ter Haar dus zijn missers, met die in het hoofd is het boek toch nog niet ongeschikt om gelezen te worden. Zijn focus op de gewone man levert in elk geval toegankelijkheid op. De dia’s zijn het begin, waarop een kader kan volgen. En voor ouders of docenten biedt het juist een prima gelegenheid om over de verhouding schepping-evolutie te praten, bijbelse argumenten aan te reiken en in het gangbare, niet-christelijke denken in te voeren. Op die manier is dit boek voor een vijftienjarige een manier om verder bekend te raken met het vaderlandse verleden. Goed mogelijk dat hij tegelijk ontdekt dat de wereld niet pas vandaag is begonnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer