Onverdraagzaam
Nederland is vanouds het land van de verdraagzaamheid. Terwijl in het zeventiende-eeuwse Holland het rechtlijnige calvinisme de cultuur domineerde, was er tegelijkertijd -meer dan in andere landen- ruimte voor afwijkende meningen en levensovertuigingen.Merkwaardig genoeg lijkt dat in onze tijd te veranderen. Nu de ideeën van de Verlichting de hoofdstroom van het denken bepalen, is er steeds minder begrip voor een belangrijke wortel van onze natie: het gereformeerd protestantisme.
Dat gaat zo ver dat een trouwambtenaar in Leeuwarden die op grond van de Bijbel geen huwelijken wil sluiten tussen twee mannen of twee vrouwen, door een meerderheid van de gemeenteraad gedwongen wordt te vertrekken. Voor zo iemand is in Leeuwarden geen plaats, meent een aantal seculiere fracties en zelfs een individueel CDA-raadslid.
Dat is de zotheid gekroond. In de eerste plaats al omdat er genoeg andere ambtenaren zijn die, op de spaarzamelijke momenten dat twee homo’s een huwelijk willen sluiten, het desbetreffende werk willen verrichten. De opstelling van Eringa leidt er in het geheel niet toe dat homo’s of lesbiennes verhinderd worden in Leeuwarden te trouwen. Hun wordt geen strobreed in de weg gelegd.
Verder is deze casus een andere dan die van euthanaserende artsen, die gewetensbezwaarde collega’s soms het verwijt maken dat die hun met vervelende klussen opzadelen. Op zichzelf valt het te begrijpen dat deze artsen het onaangenaam vinden alle euthanasieverzoeken uit de omgeving op hun bordje te krijgen. Maar van een dergelijke situatie is hier geen sprake. De trouwambtenaar die zelf voorstander is van het zogenaamde homohuwelijk zal zo’n huwelijk graag voltrekken en zich waarschijnlijk niet druk maken om die enkele collega die zich van dit werk onthoudt.
Maar vanwaar dan dat drijven van een meerderheid van de Leeuwardense raad om élke trouwambtenaar te verplichten homohuwelijken te voltrekken? Dat heeft alles te maken met een doorgeslagen gelijkheidsdenken en een tot in het absurde doorgetrokken eis tot respect.
Je ziet zich zo’n proces soms ook in christelijke families voltrekken. Een familielid gaat een homoseksuele relatie aan en eist van de rest van de familie en van de kerkelijke gemeente vergaande acceptatie. Hij is er niet tevreden mee dat men hem en zijn partner vriendelijk blijft bejegenen, maar eist dat men de nieuwe relatie ook innerlijk geheel en al accepteert. De persoon in kwestie heeft een omslag in denken meegemaakt en eist prompt dat zijn hele sociale omgeving diezelfde draai ook gaan maken.
Iets dergelijks is in onze maatschappij als geheel het geval. Gelijke behandeling van homo’s gaat zo ver dat iemand zelfs tegen zijn geweten in een homohuwelijk moet voltrekken: een verbintenis die voor 2000 niet eens bestond.
Die eis is des te vreemder als we beseffen dat we in ons land ruimhartige regelingen kennen voor gewetensbezwaarden (bij vaccinatie, verplichte vormen van verzekeren, destijds bij de dienstplicht). En op dít punt zou een beroep op het geweten opeens níét gelden?
Het valt daarom te hopen dat het collega van B & W het been stijf houdt. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, dan moet de landelijke politiek een signaal afgeven. Door toedoen van CU en SGP is immers zelfs in het regeerakkoord vastgelegd dat trouwambtenaren om deze reden niet aan de kant mogen worden gezet? Van de coalitiepartijen mogen we verwachten dat ze een ontwikkeling als in Leeuwarden niet tolereren. Het CDA niet vanwege zijn christelijke achtergrond, D66 niet vanwege het principe van de tolerantie en de VVD niet omdat die, in de woorden van Zalm, „altijd staat voor haar handtekening.”