Economie

„Taxichauffeur moet sociaal rijden”

Een beetje zenuwachtig door alle aandacht herhaalt Peter Willemstein zijn examen voor taxichauffeur. Ditmaal niet in zijn woonplaats, maar bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), op Haags grondgebied. Vaardig stuurt hij de taxibus door de straten van de hem onbekende stad. En ook de tweede keer gaat het perfect. Of dat voor iedereen geldt, is echter de vraag. „Een deel gaat het straks niet halen”, verwacht de 21-jarige Rotterdammer.

Ad Ermstrang
7 July 2004 09:53Gewijzigd op 14 November 2020 01:24
RIJSWIJK - Peter Willemstein behoort tot de eerste vijf taxichauffeurs die dinsdag deelnamen aan het verplichte examen, dat per 1 juli in werking is getreden. Vanaf die datum geldt het diploma als een aanvullende voorwaarde om als taxichauffeur werkzaam t
RIJSWIJK - Peter Willemstein behoort tot de eerste vijf taxichauffeurs die dinsdag deelnamen aan het verplichte examen, dat per 1 juli in werking is getreden. Vanaf die datum geldt het diploma als een aanvullende voorwaarde om als taxichauffeur werkzaam t

Willemstein behoort tot de eerste vijf taxichauffeurs die deelnamen aan het verplichte examen, dat per 1 juli in werking is getreden. Vanaf die datum geldt het diploma als een aanvullende voorwaarde om als taxichauffeur werkzaam te mogen zijn. Hij is getoetst op zijn klantgerichtheid, kennis van het voertuig, handelen bij ongelukken, wet- en regelgeving, rijvaardigheid en stratenkennis.

Hoewel deze eisen voor de hand lijken te liggen, is de praktijk weerbarstig. Willemstein, wiens werkgever is aangesloten bij de Rotterdamse Taxi Centrale (RTC), weet van de wildgroei in de branche. „Bij het centraal station in Rotterdam staan taxichauffeurs die een passagier een stratenboek in de hand duwen met het verzoek de route op te zoeken.” Of dat elders ook zo gaat, weet hij niet, maar hij vreest het ergste. „Vaak zijn dat soort punten waar straattaxi’s bijeenkomen, echte verzamelbakken.” Zelf had de jonge taxichauffeur weinig moeite met de nieuwe eisen van de overheid. Hij sloeg de zes dagdelen theorie over en kreeg gisteren uit handen van directeur-generaal personenvervoer M. van Eeghen zijn diploma.

Het nieuwe diploma is een van de maatregelen die de taxibranche naar een hoger plan moeten tillen. Tot voor kort was voor het beroep alleen een ’gewoon’ rijbewijs, een medische verklaring en een bewijs van goed gedrag noodzakelijk. „Voor een volwaardig beroep mag je vaardigheden eisen”, zo verklaart Van Eeghen het besluit van minister Peijs. Andere maatregelen waarmee de taxibedrijven te maken kregen, zijn een landelijk klachtenmeldpunt, een geschillencommissie taxivervoer en een keurmerk. Op stapel staan een vereenvoudigde tariefstructuur en een nieuwe tariefkaart.

Taxibestuurders die hun chauffeurspas voor 1 juli 2001 hebben verkregen, behoeven geen examen meer te doen. Ook zij die via hun bedrijf gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid een vrijwillig examen af te leggen, hebben vrijstelling.

Naar schatting blijven er dan zo’n 30.000 taxichauffeurs over. Zij krijgen van het ministerie tot 1 januari 2006 de tijd om het diploma te behalen. Voor het CBR een hele klus, zegt algemeen directeur F. Meijer, die de jaarlijkse instroom van nieuwe chauffeurs op zo’n 15.000 schat. „De taxi-examens worden toegevoegd aan de werkzaamheden van onze divisie CVV, die verantwoordelijk is voor de beroepschauffeurs.” Voor die organisatie, die nu 120.000 examens per jaar afneemt, betekent dat een uitbreiding van de werkzaamheden met 25 procent.

Het CBR heeft de afgelopen tijd veertig examinatoren opgeleid. Nog eens veertig anderen treden dit najaar aan. Zij zullen gemiddeld één dag van hun weektaak inrichten voor het afnemen van het taxi-examen. Dat gebeurt in 23 steden, verspreid over het gehele land. De chauffeur mag zelf een locatie kiezen. Meijer verwacht dat de wachttijd beperkt zal zijn. „Twee tot vier weken, zo lijkt het nu. Alleen als de groep die nu alsnog examen moet doen, wacht tot het najaar van 2005, hebben we een probleem.”

Het aanvullende taxi-examen geldt voor zowel straattaxi’s als contractvervoer. Niet alle ondernemers zijn daar blij mee. „Wij werken in ochtend- en avonduren voor bijvoorbeeld WVG-vervoer vaak met oudere chauffeurs, die het leuk vinden een ritje te doen. Zij moeten nu weer aan de studie en een aanvullend diploma behalen. Het ministerie stemt zijn eisen te veel af op de straattaxi in de grote steden. Amsterdam is onterecht de norm”, zegt een Arnhemse taxiondernemer.

Volgens Meijer is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat vooral nadruk gelegd op klantvriendelijkheid, een comfortabele stijl en kennis van de routes, uit het hoofd en bij het bedienen van navigatiesystemen.

Examinator F. van Berkel beaamt dit. „Professioneel en sociaal rijden, daar gaat het om. Sociale vaardigheden zijn belangrijk. Als een klant kenbaar maakt last te hebben van zijn rug, moet de chauffeur automatisch een route zoeken waarin weinig hobbels voorkomen. En de snelste rit hoeft ook niet altijd de kortste te zijn. Als examinator vind ik dat iemand zich wel aan de snelheidslimieten dient te houden. Maar pas had ik een kandidaat die regelmatig iets te hard reed. Maar ik voelde me bij hem zo goed en zo veilig, dat ik hem door heb laten gaan. Daar gaat het ook om bij de taxichauffeur: Je moet je tijdens de rit prettig blijven voelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer