Ontevreden burgers en staatkundige vernieuwingen
Veel burgers voelen zich niet goed vertegenwoordigd door hun politici. Dat leidt tot ontevredenheid en daar moet een oplossing voor komen. Zo concludeert de staatscommissie parlementair stelsel in een donderdag gepresenteerd tussenrapport. De commissie staat onder leiding van de Noord-Hollandse commissaris van de Koning en oud-minister Remkes (VVD). Remkes en de zijnen stellen een reeks hervormingen voor om de democratie, de rechtsstaat en het parlement te versterken. De belangrijkste zijn de invoering van een bindend, correctief referendum, een gekozen formateur en de instelling van een constitutioneel hof.
Veel adviezen van Remkes en de zijnen komen overeen met adviezen van staatscommissies uit de vorige eeuw: Cals/Donner uit 1971 en Biesheuvel uit 1985. Hun adviezen verdwenen in de onderste la. De vraag is of het rapport van Remkes eenzelfde lot is beschoren.
De kans is groot dat er niet veel met de adviezen gebeurt. Voor de meeste voorstellen is een wijziging van de Grondwet nodig. Daarvoor zijn twee debatrondes nodig. Bij stemming na de tweede ronde is een tweederdemeerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer vereist.
De vraag is of de maatregelen die Remkes voorstelt, leiden tot de oplossing van het probleem dat burgers zich niet vertegenwoordigd weten door hun politici. Waarschijnlijk niet. Dat probleem kan in de kern namelijk niet worden opgelost door allerlei veranderingen in de democratie. Het heeft veel meer te maken met de houding en instelling van politici. Zijn zij betrouwbaar en integer? En ook met de manier waarop het volk naar overheid kijkt. Mensen hebben de natuurlijke neiging om een zondebok te zoeken en reageren hun afkeer gemakkelijk af op overheid. Fatsoen moet je doen, hield oud-premier en oud-CDA-leider Balkenende Nederlanders voor.
Toch heeft het tussenrapport van Remkes wel degelijk waarde. Allereerst omdat zijn commissie niet voorstelt om de Eerste Kamer af te schaffen. De partijgenoten van Remkes in de Eerste Kamer suggereerden die mogelijkheid wel bij in de instelling van de commissie. Een tweede, meer afstandelijke toetsing van wetsontwerpen kan geen kwaad.
Positief is verder dat Remkes evenmin pleit voor de invoering van een kiesdrempel waardoor er in vertegenwoordigende organen geen plaats meer is voor kleinere partijen. Dat zou het gevoel van burgers zich niet vertegenwoordigd te weten alleen maar versterken.
Verder stelt de commissie-Remkes voor om geschiedenis en staatsinrichting tot een verplicht vak te maken in het voortgezet onderwijs. Die suggestie verdient serieuze overweging. Historie is het vlammend schrift van de heilige God, zo beleed de negentiende-eeuwse antirevolutionaire staatsman en Evangeliebelijder Groen van Prinsterer. Dat inzicht kan politici en burgers helpen om hun verantwoordelijke plaats in de samenleving in te nemen.