Handelsoorlog drukt Wall Street in het rood
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag flink lager gesloten. Net als in Azië en Europa waren beleggers op Wall Street nerveus door de almaar oplopende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China. President Donald Trump dreigde met nieuwe importheffingen op Chinese goederen.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 1,2 procent lager, de zesde verliesbeurt op rij, op 24.700,21 punten. Dat is lager dan de eindstand van vorig jaar. De brede S&P 500 gaf 0,4 procent prijs tot 2762,57 punten. Technologiebeurs Nasdaq verloor 0,3 procent en stond op 7725,59 punten.
Trump zette de handelsrelatie met China verder op scherp met zijn dreigement om 10 procent extra belasting te heffen op Chinese goederen, die een handelswaarde van 200 miljard dollar vertegenwoordigen. Die heffingen moeten gaan gelden als China zijn tegenmaatregelen niet terugdraait. Peking reageerde echter fel op Trumps dreigement en de beurzen in Azië en Europa lieten hierop al behoorlijke koersverliezen zien.
Bedrijven die geraakt kunnen worden door de oplopende handelsvete tussen Washington en Peking stonden onder druk. Vliegtuigbouwer Boeing, machinefabrikant Caterpillar en autobedrijven als General Motors (GM) en Ford verloren tot 3,9 procent. Ook de chipsector kreeg een tik door de oplaaiende angst voor een Amerikaans-Chinese handelsoorlog. Chipmakers als Qualcomm, Intel en AMD leverden tot 2,5 procent in.
Ook Tesla zou schade van de handelsstrijd kunnen ondervinden, maar stond daarnaast in de belangstelling door sabotage. Topman Elon Musk heeft gezegd dat een medewerker van de fabrikant van elektrische auto’s gesjoemeld had met de software van het productiesysteem. Daarnaast zou hij gevoelige bedrijfsgegevens aan derden hebben gestuurd. Het aandeel verloor bijna 5 procent.
Netflix steeg juist hard. Een opwaardering van analisten van GHB Insights stuwde het aandeel van de videostreamingdienst 3,7 procent omhoog.
Op macro-economisch vlak werd gemeld dat de huizenbouw in de VS in mei met 5 procent is gestegen vergeleken met een maand eerder. Economen hadden in doorsnee op een stijging met 1,9 procent gerekend. In april zakte de huizenbouw juist nog flink in.
De euro was 1,1581 dollar waard, tegen 1,1578 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 1,2 procent goedkoper op 65,08 dollar. Brentolie zakte 0,3 procent in prijs tot 75,11 dollar per vat.