Onzekerheid houdt boer vaak uit zijn slaap
De landbouw moet een groenere koers varen. De huidige trend van voortdurende schaalvergroting is een doodlopende weg, vinden boeren zelf. Intussen maken ze zich zorgen over hun bedrijf. De helft kan er regelmatig niet van slapen, bleek dinsdag uit onderzoek in opdracht van Trouw.
Jan Overeem uit Putten, voorzitter van de vereniging Contact Christen Agrariërs (CCA), kijkt niet vreemd op van de uitkomsten. De voormalige varkenshouder geeft tegenwoordig les aan Aeres MBO in Barneveld, waar toekomstige boeren en dierverzorgers worden opgeleid. „Boeren hebben oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen. Het modewoord is natuurinclusieve landbouw. Dat is een wat vaag begrip, maar het valt mij wel op dat de sector veel meer dan vroeger aandacht heeft voor bodemgezondheid, biodiversiteit en kringlopen. Terecht, denk ik. We hebben in Nederland te veel vee in verhouding tot de beschikbare grond.”
Export
De hoofdstroom van de landbouw is nu nog gericht op export en schaalvergroting. Van de bijna 2300 ondervraagde boeren –volgens de krant het grootste opinieonderzoek in de sector ooit– denkt 55 procent dat deze koers niet houdbaar is. Zeven op de tien boeren vinden het niet acceptabel dat de natuur onder druk staat door het streven naar steeds hogere producties. Consumenten hebben daardoor goedkoop voedsel, maar de boeren zelf profiteren er te weinig van: bijna 60 procent vindt het eigen inkomen te laag.
Een overstap naar een groenere bedrijfsvoering biedt hun bedrijf meer perspectief, verwachten acht op de tien boeren. Hoever boeren daarin willen gaan, blijft in het onderzoek onduidelijk. De meest verregaande vorm van verduurzaming, een overstap naar biologische landbouw, lijkt niet de eerste keus. Slechts 6 procent van de ondervraagden boert op dit moment biologisch.
Zorgen over de toekomst houdt bijna de helft van de boeren regelmatig uit hun slaap en 52 procent is vanwege zijn bedrijf weleens een tijdje neerslachtig geweest. Veel boeren, ruim 53 procent, denken dat het familiebedrijf over 25 jaar niet meer bestaat.
Volgens CCA-voorzitter Overeem kampen de boeren vooral met onzekerheid. „De regelgeving verandert voortdurend. Dat zie je bijvoorbeeld bij de fosfaatwetgeving in de melkveehouderij. Boeren die een paar jaar geleden volkomen legaal besloten een nieuwe stal te bouwen, moeten achteraf hun veestapel verkleinen.”
Geestelijke vragen
CCA biedt boeren pastorale coaching aan. Volgens Overeem neemt de vraag naar hulp toe. „Boeren worstelen met de overdracht van het bedrijf aan de volgende generatie of lopen vast met de financiering. Anderen kampen met psychische problemen, die zijn in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. Er zijn ook boeren die met geestelijke vragen zitten: kan ik voor God verantwoorden wat ik aan het doen ben? Onze vrijwilligers bieden een luisterend oor. Als het nodig is, verwijzen we door naar professionele hulp.”
Wel trots, niet gewaardeerd
Hoewel vrijwel alle boeren trots zijn op hun beroep, voelen ze zich vaak in de hoek gezet. Burgers kijken veel te negatief naar hun sector, vindt 80 procent van de respondenten. Actiegroepen stellen boeren onterecht in een kwaad daglicht en in de media krijgen zij „altijd de schuld.” De politiek en ook de eigen landbouworganisaties laten hen in de steek, vinden de boeren.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Geelen Consultancy. Trouw wil ermee de aanzet geven tot een nationaal debat over de toekomst van de landbouw.