Nieuw hart
Handelingen 3:19
„Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden.”
De dief moet eerlijk worden, de leugenaar moet de waarheid spreken, de lasteraar moet van zijn lastering afstand doen, de hoereerder moet rein worden, de hater van zijn naaste moet zijn naaste liefhebben. Wij allen moeten als op de dag eerlijk wandelen, van harte afstand doen van alle ongerechtigheid en in de betrachting van alle goede werken leven, daarin volhardende tot de dood. Petrus zegt niet alleen: „Betert u dan”, maar hij voegt er ook bij: „en bekeert u.” Het is dus, alsof hij zei: „Het zal niet genoeg zijn, o mens! al breekt u de uitwendige takken van uw zonden wat af, en al wordt uw leven wat gebeterd, en al reinigt u het buitenste van de drinkbeker en schotel, en al is uw gedrag en verkeer zodanig ingericht, dat niemand op u wat te zeggen heeft. Want al leefde u uitwendig zo nauwkeurig als de rijke jongeling, zo kan het nog zijn, dat u een witgepleisterd graf gelijk bent, en van buiten wel schoon kunt schijnen, maar van binnen vol doodsbeenderen, stank en onreinheid bent.” Dus: „Bekeert u! Gods ogen zien toch naar waarheid in het binnenste, en daarom, uw hart moet veranderd en bekeerd worden: anders zal al uw zedelijke verbetering en uitwendige beschaving u niets kunnen baten bij uw overstap naar de eeuwigheid.” Wij moeten dus bekeerd worden!
Wulfert Floor, landbouwer te Driebergen (”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)