PvdA en GroenLinks spelen zich bij kabinet in de kijker
Als het kabinet volgend jaar zijn meerderheid in de Eerste Kamer verliest, mag het voor steun best aankloppen bij GroenLinks en de PvdA. Maar die steun zal dan niet gratis zijn, dreigden Klaver (GroenLinks) en Asscher (PvdA) zaterdag tijdens partijbijeenkomsten.
De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben in de Eerste Kamer een nipte meerderheid: samen bezetten ze 38 zetels. Ze hoeven bij de Senaatsverkiezingen volgend jaar maar één zetel te verliezen om die meerderheid kwijt te raken. Om kabinetsvoorstellen door de Senaat te krijgen, zijn ze dan aangewezen op steun van een of meer oppositiepartijen. De SGP is een voor de hand liggende keuze; die partij heeft al vaker een constructieve rol ingenomen jegens diverse kabinetten.
GroenLinks en PvdA nomineerden zichzelf zaterdag eveneens als potentiële steunpilaar voor het kabinet. „Wij zijn de enige oppositiepartij die weet hoe het is om te regeren”, zei PvdA-leider Asscher in Amsterdam. „Met de PvdA valt te praten over ieder voorstel dat mensen weer vaste grond onder de voeten geeft.” Maar dan moet de coalitie hem op drie punten tegemoetkomen: ook mensen met een arbeidshandicap moeten het minimumloon krijgen, de bezuiniging op de huurtoeslag moet van tafel en het eigen risico voor chronisch zieken moet worden geschrapt of ten minste verlaagd.
Ook Klaver stelde tijdens een partijbijeenkomst in Eindhoven voorwaarden aan steun van GroenLinks. Hij wil dat de verhoging van het lage btw-tarief niet doorgaat. De dividendbelasting moet blijven. En ook Klaver wil dat gehandicapten niet onder het minimumloon worden betaald.
Asscher vertelde zijn partijgenoten dat hij met GroenLinks en SP resultaten probeert te boeken. Eén gezamenlijk wetsvoorstel gaat hem „bijzonder aan het hart”: de wet om de abortuspil via de huisarts verkrijgbaar te maken. „Het mag nooit aan een man zijn om te beslissen over het lichaam van een vrouw”, zei Asscher richting de vier voormannen van de coalitiepartijen. „Baas in eigen buik.”
De coalitie is tegen de wet. Asscher riep het kabinet op er een vrije kwestie van te maken, „zodat ieder Kamerlid mag stemmen wat voor hem of haar goed voelt.”
Tevens vroeg hij zijn partijgenoten in actie te komen. „Alleen met steun uit de samenleving kunnen we ervoor zorgen dat vrouwen hun eigen beslissing mogen nemen. Dus laat je horen.”