Zorgelijk hoe euthanasiedebat is verschraald
Leeft het thema euthanasie nog in Nederland? Die vraag lijkt na enig zoekwerk te kunnen worden beantwoord met ja. Zo vroeg de redactie van het maandblad Psychologie onlangs vijf artsen terug te blikken op het meest recente euthanasieverzoek dat ze uitvoerden. Hun reflecties maakten duidelijk dat zij vragen om actieve levensbeëindiging doorgaans welwillend benaderen, maar euthanasie daarmee nog niet zien als een routineklus.
Woensdag boog de tuchtraad in Den Haag zich over een inspectieklacht, ingediend tegen een specialist ouderengeneeskunde die in 2016 euthanasie verrichtte bij een patiënte met vergevorderde dementie. Ook het aanhangig maken van die zaak bewijst dat de discussie nog niet is afgerond.
Wat echter tot nadenken stemt, is dat het euthanasiedebat ten opzichte van enkele decennia geleden behoorlijk is versmald. Zo wierp het nummer van Psychologie vooral de vraag op of er voor artsen na het inwilligen van euthanasieverzoeken wel voldoende nazorg is. Woensdag bij de tuchtraad kwam de principiële vraag of euthanasie überhaupt een optie kan zijn bij patiënten die door dementie wilsonbekwaam zijn geworden, nauwelijks nog aan de orde. Wat voor de inspectie vooral nog terzake doet, is de vraag of de arts het leven voldoende zorgvuldig beëindigde.
In deze zaak leidde dat vooral tot vragen zoals: Was de wilsverklaring van de patiënte waarop deze verpleeghuisarts haar handelen baseerde wel voldoende helder? En was de arts nog wel alert genoeg op uitingen die erop duidden dat de vrouw niet meer wilde dat er nog uitvoering werd gegeven aan het ooit door haar te berde gebrachte euthanasieverzoek?
Deze versmalling van het debat is een opmerkelijke trend. Bij de parlementaire behandeling van de euthanasiewet, ruim vijftien jaar terug, zei wijlen minister Borst in te schatten dat in de toekomst wellicht „een enkele arts” ooit euthanasie zou toepassen bij dementie „door de specifieke beleving van die ene patiënt.” Inmiddels is dat al honderden keren gebeurd. Wie dat op zich laat inwerken, realiseert zich al snel dat van de uitspraak van de tuchtraad in de woensdag behandelde zaak geen drastische ommekeer meer kan worden verwacht. Als het tuchtcollege al maatregelen treft, zullen die hooguit een tijdelijke dam opwerpen tegen het steeds verder uithollen van de wet.
Terug naar de vraag: leeft het thema euthanasie nog in Nederland? Het antwoord is: ja, maar het dispuut over het óf bij diepdementerende patiënten lijkt vooral een achterhoedegevecht te zijn geworden. Zodoende resteert eigenlijk alleen nog de discussie over het hóé van euthanasie bij deze specifieke, kwetsbare patiëntengroep.
Dat is iets om de vinger bij te leggen. En iets wat een indringende vervolgvraag oproept: hoe kan het dat het debat over dit beladen onderwerp in nog geen twee decennia zo ernstig is verschraald?