Holleeder en zijn familie hebben ons gebed nodig
Laten we niet naar Willem Holleeder wijzen, maar onze handen vouwen voor hem en zijn familie, bepleit Wilma Kooiman.
Op 1 juni bracht ik een paar uren door in de Bunker, de zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp. Ik had al veel gehoord en gelezen over het „monsterproces” tegen verdachte Willem Holleeder en wilde weleens zo’n zitting bijwonen. Het dossier Viool staat deze weken op de agenda: de inhoudelijke behandeling van de liquidatie van Cor van Hout en Robert ter Haak in 2003.
Op sociale media kunnen mensen soms bikkelhard zijn over anderen. Bij grote criminelen of zedendelinquenten lees je het vaak genoeg: opsluiten en de sleutel weggooien, en dat is nog mild gesproken. Hebben we in de gaten dat er een mens achter zit? Een mens zoals u, jij en ik die een ziel te verliezen heeft voor de eeuwigheid, zoals in de gereformeerde gezindte wel gezegd wordt.
Ik dacht dat ík een goed geheugen had en tot in detail kon vertellen over gebeurtenissen van lang geleden, maar Willem Holleeder overtreft mij absoluut. Als hij zo veel liegt als men beweert, krijg ik grote bewondering voor zijn geheugen. Want als je liegt, moet je nóg meer onthouden. Rechtbankvoorzitter Wieland verzuchtte op een gegeven moment: „Ontkennen lijkt opnieuw het beste wapen.”
Familiedrama
De zaak die behandeld wordt, is ernstig. Toch moet ik soms lachen. Alleen al om Holleeders Amsterdamse accent en de manier waarop hij zo nu en dan reageert. Tegenover de rechters is hij rustig en beleefd. Dat hij het niet op het openbaar ministerie heeft is duidelijk. De officieren van justitie daagt hij regelmatig uit. Hij kucht en snuift veelvuldig in de microfoon, speelt met zijn leesbril.
Holleeder is lang, heeft brede schouders, grote handen. Geheel in het zwart gekleed zit hij met de armen over elkaar in het verdachtenbankje, geflankeerd door zijn advocaten. Een stoere bink met een grote mond en een levensgroot probleem.
Zus Astrid Holleeder schreef het boek ”Judas”. Op de achterkant las ik: „Een valse hond sluit je op in een hok of laat je inslapen.” Zijn moeder gaf reeds bij justitie aan dat ze Willem Holleeder niet bij haar begrafenis wenst. Het stemt me verdrietig. Willem is en blijft Astrids bloedeigen broer en de oudste zoon van zijn moeder. Het is de jongen voor wie zijn moeder kleertjes naaide en die zijn zusje paardje liet rijden op zijn schouders. Datzelfde zusje zei ook dat wanneer ze zeker zou weten dat haar broer nooit meer iemand kwaad zou doen, ze hem meteen mee naar huis zou willen nemen. Maar de bloedband lijkt nog een zijden draadje te zijn en afgesneden te worden. Monsterproces én familiedrama.
Puzzelstukjes
Ondanks mijn voorkennis duizelde het me, en ik was niet de enige. Ik heb bewondering voor de rechters die tijdens de vele zittingen al vragen stellend alle puzzelstukjes verzamelen en deze inpassen in het grote geheel, om uiteindelijk een vonnis te kunnen vellen. Niemand durft de uitkomst te voorspellen. Wie weet wat er werkelijk in het hoofd en hart van Holleeder omgaat? Zijn gedachten zijn z’n persoonlijk eigendom. Niemand kan daarin binnendringen.
Laten we echter niet vergeten wat er staat in Psalm 139. Voor de Heere is niets verborgen. Hij kent zelfs onze gedachten al voordat ze bij ons opkomen. De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan.
Toch vrij
Als Holleeder niet eerlijk is, hoop ik dat hij eerlijk gemaakt wordt. Als hij schuldig wordt bevonden, zal hij zijn straf niet ontgaan. Hem hangt levenslang boven het hoofd. Geen sinecure. Maar als er IS-strijders zijn die op de knieën terechtkomen en de moordenaar aan het kruis kreeg te horen: „Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn”, dan heb ik ook hoop voor Holleeder. Hoop dat de Heere ook zijn hart aanraakt en Zijn liefde erin uitstort, zodat alles anders wordt.
Zijn vrijheid op aarde zal hij er niet mee terugkrijgen, want de zonde móét bestraft worden, maar toch zal hij dan vrij zijn en werkelijk kunnen leven in het licht van de eeuwigheid. Gods genade is altijd groter dan onze grootste zonde. Laten we niet naar Holleeder wijzen, maar onze handen vouwen voor hem en zijn familie en de Heere vragen om wijsheid voor zijn raadsheren en voor iedereen die hierbij betrokken is.
De auteur is managementassistent van het bestuur van de Vereniging tot het verstrekken van Onderwijs op Gereformeerde Grondslag (VVOGG) te Krimpen aan den IJssel.