Kabinet gaat stoppen met missie in Mali
Het kabinet gaat de missie in Mali afbouwen. Medio volgend jaar moeten de Nederlandse blauwhelmen daar weg zijn. Daar staat tegenover dat de missie in Afghanistan wordt uitgebreid. De ministerraad neemt hierover vrijdag officieel een besluit.
Bronnen bevestigen berichtgeving van RTL Nieuws hierover. Ongeveer 250 militairen leveren in het Afrikaanse land onder zware klimatologische omstandigheden een bijdrage aan VN-missie Minusma. Ze houden zich sinds 2014 voornamelijk bezig met het verzamelen en analyseren van informatie.
De missie loopt officieel tot eind dit jaar. Vermoedelijk blijven de Nederlanders een paar maanden langer zodat een ander land de activiteiten van de Nederlanders kan overnemen. De meeste Nederlandse militairen zijn gelegerd in de noordelijke stad Gao.
Er zijn vier Nederlanders omgekomen in Mali. In maart 2015 kwamen twee vliegers van een Apache-gevechtshelikopter om bij een ongeval. In juli 2016 kwamen twee militairen om bij een mortierongeluk. Bij dat laatste ongeluk is Defensie „ernstig tekortgeschoten”, oordeelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Toenmalig minister van Defensie, Jeanine Hennis, trad om deze zaak af. De hoogste militair, generaal Tom Middendorp, volgde haar voorbeeld.
De Algemene Rekenkamer komt woensdag met een onderzoek over de missie in Mali. Daar zouden naar verluidt voor Defensie enkele pijnlijke zaken in staan.
Naar Afghanistan gaan zestig extra militairen. Het gaat vooral om commando’s die daar Afghaanse elitetroepen moeten gaan trainen. Zij zouden in januari aan de slag moeten gaan. In Mazar-e-Sharif zijn al honderd Nederlanders actief voor de NAVO-missie Resolute Support. Zij trainen en adviseren het hogere kader van leger en politie.
Minister Ank Bijleveld (Defensie) kondigde begin april al aan dat er werd gekeken naar de mogelijkheden om de bijdrage aan de missie in Afghanistan aan te passen. „Onze inzet in Afghanistan vergt nog altijd een langetermijnaanpak”, liet Bijleveld weten na een gesprek met haar Amerikaanse collega James Mattis.