Het ene nodige
Handelingen 3:19
„Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden.”
Als wij aan onze dood denken –helaas, wij denken daaraan maar al te zelden–, dan komt onze dood ons doorgaans voor als een zaak die wij heel in de verte zien aankomen, en die nog lang niet bij ons genaderd is, zodat er nog een verbazende tussenruimte is tussen ons en het graf. Ach, helaas zijn wij gewoon zo over de dood te denken, en de dodelijke dag zo ver uit te stellen. Dat is een natuurlijk gevolg van onze zondige afval en van de hardheid van onze harten. Sterven, daar willen wij toch maar niet aan. Ons met de dood te verenigen en er rekening mee te houden, godvruchtig onze dagen te tellen en God om een wijs hart te bidden, daar hebben wij toch weinig of geheel geen kennis aan. Liever willen wij ons –zo zijn wij toch van nature– met de ijdelheden van deze wereld bezighouden, totdat wij ons aan de oever van de eeuwigheid bevinden.
Mochten wij samen nog eens met David recht leren bidden: „Heere, maak mij mijn einde bekend, en welke de mate mijner dagen zij!” Mochten wij nog eens bij de dag leren leven! Mocht onze onnodige drukte met de aardse dingen eens ophouden! Mochten wij eens bij aanvang of voortgang leren zoeken naar dat ene ding dat nodig is! De Heere zegt: „Ziet, Ik kom als een dief!”
Wulfert Floor, oefenaar in Driebergen (”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913). Wulfert Floor (1818-1876) was landbouwer en oefenaar in Driebergen. Veel van zijn „eenvoudige oefeningen” (preken) zijn uitgegeven.